Universiteit van Tilburg

6 januari 2009

Nederland kan nog veel leren van de EU om wetten te ontwerpen

Liber Amicorum voor nieuwe rector magnificus prof. Philip Eijlander

In plaats van altijd kritiek te hebben op Europa, zou Nederland nog wat kunnen leren van de Europese Unie op het gebied van efficiënte manieren van voorbereiding van wetgeving. Dat staat in het liber amicorum (vriendenboek) dat de nieuwe rector prof. Philip Eijlander van de Universiteit van Tilburg onlangs kreeg aangeboden van de rechtenfaculteit waaruit hij afkomstig is.

Het vriendenboek Europa en de toekomst van de nationale wetgever is geschreven door (oud-) leden van de vakgroep staats- en bestuursrecht en het Centrum voor Wetgevingsvraagstukken, met een voorwoord van de Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin. Daarin wordt Eijlander geroemd om zijn grote persoonlijke bijdrage aan de ontwikkeling van het wetgevingsbeleid in Nederland. Door altijd de nadruk te leggen op problemen die omzetting van Europees recht in onze nationale rechtsorde met zich brengt, zien wij niet dat ons land een voorbeeld zou kunnen nemen aan de Europese Unie waar het gaat om de efficiënte wijze van voorbereiden van regelgeving, aldus de juristen in het boek. Met in verhouding veel minder ambtenaren en een grotere directe betrokkenheid van deskundigen en belanghebbenden, ontwerpt de EU nieuwe regelgeving. Daarbij staat zorgvuldigheid voorop en worden ook (neven)effecten van de nieuwe regels meegewogen door niet-politieke instanties. Terwijl in ons land de ministeries zelf hun eigen producten via tal van interne versplinterde afdelingen toetsen. In de bundel wijzen de juristen ook op de beperkte betrokkenheid van het Nederlandse parlement bij de totstandkoming van Europese regelgeving. De parlementariërs besteden veel tijd aan procedures die erop gericht zijn overbodige Europese regelgeving tegen te houden. Deze interventies bezitten vooral een symbolische waarde, terwijl Kamerleden nauwelijks investeren in het aandragen van ideeën voor verbetering van de kwaliteit van Europese wetgeving waar Nederland direct baat bij zou kunnen hebben. Eén van de voorbeelden is een regeling die ervoor zorgt dat informatie van Nederlandse toezichthouders als rechtsgeldig bewijs in andere lidstaten kan worden gebruikt en dat bestuurlijke sancties die hier zijn opgelegd ook probleemloos in Europa ten uitvoer gelegd kunnen worden. In de bundel staan de auteurs voor het eerst uitgebreid stil bij de kwaliteitseisen die uit het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens kunnen worden afgeleid voor de Nederlandse wetgeving. Zo hebben zij kritiek op onderdelen van de WAO.

Philip Eijlander (1957) is per 20 november 2008 benoemd tot Rector Magnificus van de Universiteit van Tilburg. Eijlander studeerde bestuurskunde aan de Universiteit Twente en promoveerde in 1993 aan de Universiteit van Tilburg. Hij werkt sinds 1983 aan de academie in verschillende functies waaronder vanaf 1999 als hoogleraar op het gebied van staats- en bestuursrecht. Van 1999 tot 2005 was hij directeur van het Schoordijk Instituut en vice-decaan onderzoek en van 2005 tot 2008 de decaan van de Tilburgse Rechtenfaculteit.