Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht
PB09-001
8 januari 2009

Inflatie daalt naar 1,9 procent

· Opnieuw lagere inflatie door dalende autobrandstofprijzen · Inflatie in 2008 gemiddeld 2,5 procent · Nederlandse inflatie in december hoger dan in eurozone De Nederlandse inflatie is in december uitgekomen op 1,9 procent. Dat is 0,4 procentpunt lager dan in november. De inflatie is voor de vierde maand op rij lager dan een maand eerder. De daling is net als in november het gevolg van fors lagere prijzen van autobrandstoffen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Autobrandstoffen waren in december 17 procent goedkoper dan een jaar geleden. In november was dit nog ruim 12 procent. De gemiddelde inflatie is in 2008 uitgekomen op 2,5 procent. In de eerste helft van het jaar liep de inflatie sterk op van 2,0 procent in januari tot 3,2 procent in juli. Deze toename was het gevolg van gestegen brandstof- en voedselprijzen. Ook de aanpassing van de tarieven voor gas en elektriciteit in juli hadden een sterk verhogend effect. Vanaf september begon de inflatie te dalen. Dit kwam vooral doordat autobrandstoffen flink goedkoper werden. De prijzen van voedsel stegen nog wel, maar veel minder sterk dan in de eerste helft van het jaar. Verder is in de loop van 2008 de accijns op diesel en tabak verhoogd en werd de vliegtaks ingevoerd. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) is in december uitgekomen op 1,7 procent. Dit is 0,2 procentpunt lager dan in november. Volgens een raming van Eurostat bedroeg de inflatie in de eurozone in december 1,6 procent. De inflatie van de eurozone is de laatste maanden veel sneller gedaald dan de Nederlandse inflatie. De Nederlandse inflatie ligt in december boven die van de eurozone. Sinds augustus 2003 is dat niet meer voorgekomen, met uitzondering van één maand.
Inflatie in 2008, procentuele mutatie CPI t.o.v. een jaar eerder
%
ln.... 3,5
3
sbc.... 2,5
2
1,5
1
w 0,5
0
w jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec w
CBS Persbericht PB09-001xxx pagina 1 van 5




Technische toelichting

Inflatie
De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar. De consumentenprijsindex geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens.
Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex
Naast de nationale prijsindex publiceert elke lidstaat van de Europese Unie een geharmoniseerde prijsindex. Deze Europese indices dienen speciaal voor het vergelijken van de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie. Het CBS publiceert daartoe voor Nederland naast de CPI de HICP (Harmonized Index of Consumer Prices).
Voor Europa zijn er twee met de Nederlandse HICP vergelijkbare inflatiemaatstaven. De consumentenprijsindex voor de monetaire unie (de MUICP) geeft de gemiddelde prijsontwikkeling weer in de groep van landen die de euro hebben ingevoerd (de eurozone). De Europese index van consumentenprijzen (EICP) geeft de prijsontwikkeling weer zoals die gemiddeld in de gehele Europese Unie is. De uitkomsten over december 2008 voor de afzonderlijke landen van de Europese Unie worden op 15 januari gepubliceerd door Eurostat.
Voorlopige uitkomsten
De uitkomsten over de consumentenprijsindex zijn in de regel één maand voorlopig. Cijfers kunnen worden aangepast op grond van nagekomen gegevens.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u de website van het CBS bezoeken (www.cbs.nl). Op de website vindt u ook het conjunctuurbericht van het CBS, waarin een samenhangend beeld wordt gegeven van de conjuncturele ontwikkeling. U kunt zich op het conjunctuurbericht abonneren via de website (Informatie voor/Publiek/Abonnementen).
CBS Persbericht PB09-001 pagina 2 van 5




Inflatie, historische reeks

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Jaar In procenten
1989 0,8 0,9 0,8 1,1 1,0 1,0 1,1 1,1 1,3 1,4 1,2 1,3 1,1 1990 2,2 2,3 2,3 2,2 2,3 2,3 2,4 2,4 2,7 2,9 2,8 2,6 2,5 1991 3,2 2,9 3,2 3,1 3,2 3,4 4,5 4,6 4,4 4,5 4,8 4,9 3,9 1992 4,1 4,4 4,2 4,4 4,2 4,0 3,1 3,5 3,4 3,0 2,9 2,6 3,7 1993 2,5 2,4 2,3 2,3 2,3 2,1 2,2 2,0 1,8 1,9 1,7 1,7 2,1 1994 2,4 3,0 2,9 2,8 2,9 3,0 2,7 2,6 2,7 2,8 2,5 2,6 2,7 1995 2,4 2,4 2,3 2,3 2,1 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 1,6 1,7 2,0 1996 1,9 1,8 2,0 2,0 2,0 1,8 2,2 1,9 2,0 2,4 2,3 2,5 2,1 1997 2,3 2,2 2,0 1,8 2,2 2,2 2,3 2,6 2,6 2,3 2,5 2,3 2,2 1998 1,8 2,2 2,3 2,4 2,0 2,2 2,0 1,7 1,7 1,9 1,7 1,7 2,0 1999 2,2 2,1 2,2 2,2 2,3 2,3 2,1 2,6 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2000 2,0 2,0 1,9 2,1 2,4 2,7 2,8 2,5 2,9 3,1 3,0 2,9 2,6 2001 4,2 4,5 4,6 4,9 4,9 4,5 4,6 4,7 4,7 4,3 4,2 4,4 4,5 2002 4,0 3,8 3,6 3,6 3,3 3,4 3,4 3,3 3,3 3,2 3,1 3,1 3,4 2003 2,4 2,4 2,4 2,1 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,7 2,1 2004 1,3 1,2 1,1 1,4 1,5 1,4 1,1 1,1 1,0 1,4 1,3 1,2 1,2 2005 1,5 1,6 1,8 1,5 1,3 1,6 1,6 1,8 1,8 1,6 1,8 2,0 1,7 2006 1,3 1,1 1,0 1,2 1,2 1,3 1,3 1,4 1,1 0,9 1,0 1,1 1,1 2007 1,4 1,5 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,1 1,3 1,6 1,9 1,9 1,6 2008 2,0 2,2 2,2 2,0 2,3 2,6 3,2 3,2 3,1 2,8 2,3 1,9 *) 2,5 *)
*) Voorlopige cijfers.
NB. Van jan. 1989 ­ jan. 1994: reeks werknemers met een laag inkomen 1985=100 Van febr. 1994 ­ sep. 1997: reeks alle huishoudens 1990=100 Van okt. 1997 ­ dec. 2002: reeks alle huishoudens 1995=100 Van jan. 2003 ­ dec. 2006: reeks alle huishoudens 2000=100 Vanaf jan. 2007: reeks alle huishoudens 2006=100 Bron: CBS
Prijsstijging en bijdrage aan inflatie van enkele artikelgroepen 2008 gewicht 2007 2008 Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Prijsstijging ten opzichte van een jaar eerder % 0 Totaal bestedingen 100,0 1,6 2,5 3,2 3,2 3,1 2,8 2,3 1,9 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 1,0 5,6 6,9 6,8 6,7 6,2 5,0 4,7 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 1,9 4,8 3,5 3,6 3,9 3,7 9,3 10,7 3 Kleding en schoeisel 5,1 1,2 0,3 -1,4 -0,4 0,0 -0,2 0,1 -0,1 4 Huisvesting, water en energie 24,2 2,6 2,1 3,4 3,3 3,3 3,3 3,2 3,1 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 1,2 2,1 1,9 2,1 2,5 2,4 2,3 2,4 6 Gezondheid 1,2 1,2 0,3 0,0 0,0 0,0 0,5 0,4 0,8 7 Vervoer 11,4 1,8 3,9 7,2 6,3 4,9 2,3 -2,5 -4,0 8 Communicatie 4,1 -2,8 -4,1 -5,1 -4,8 -4,0 -2,5 -2,5 -1,8 9 Recreatie en cultuur 10,4 -0,7 -1,3 -1,7 -1,0 -1,1 -0,7 -0,3 -0,1 10 Onderwijs 0,1 -1,4 2,2 2,8 3,7 2,5 2,6 3,0 3,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 3,5 4,2 4,7 4,8 4,2 4,2 4,4 4,2 12 Diverse goederen en diensten 10,8 2,9 3,8 3,9 3,9 4,0 3,9 3,9 3,5 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 2,9 4,2 4,4 4,4 4,5 4,5 4,5 4,5 14 Consumptie in het buitenland 4,5 2,3 4,8 6,2 6,5 5,8 5,2 3,9 1,1 Bijdrage aan de inflatie procentpunt 0 Totaal bestedingen 100,0 1,6 2,5 3,2 3,2 3,1 2,8 2,3 1,9 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 0,1 0,6 0,7 0,7 0,7 0,7 0,5 0,5 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,3 0,3 3 Kleding en schoeisel 5,1 0,1 0,0 -0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4 Huisvesting, water en energie 24,2 0,6 0,5 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,7 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,2 6 Gezondheid 1,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 7 Vervoer 11,4 0,2 0,4 0,8 0,7 0,6 0,3 -0,3 -0,5 8 Communicatie 4,1 -0,1 -0,2 -0,2 -0,2 -0,2 -0,1 -0,1 -0,1 9 Recreatie en cultuur 10,4 -0,1 -0,1 -0,2 -0,1 -0,1 -0,1 0,0 0,0 10 Onderwijs 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 12 Diverse goederen en diensten 10,8 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 14 Consumptie in het buitenland 4,5 0,1 0,2 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,1 Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-001 pagina 3 van 5




Procentuele veranderingen t.o.v. de overeenkomstige periode uit het voorgaande jaar

Nationale CPI Nederland Geharmoniseerde index

Alle Alle Nederland Eurozone Europese huishoudens huishoudens Unie afgeleid 1) jaargemiddelden
1997 2,2 2,0 1,9 1,6 1,7 1998 2,0 1,7 1,8 1,1 1,3 1999 2,2 1,7 2,0 1,1 1,2 2000 2,6 2,2 2,3 2,1 1,9 2001 4,5 3,6 5,1 2,3 2,2 2002 3,4 3,4 3,9 2,2 2,1 2003 2,1 1,9 2,2 2,1 2,0 2004 1,2 0,9 1,4 2,1 2,0 2005 1,7 1,4 1,5 2,2 2,2 2006 1,1 1,5 1,7 2,2 2,2 2007 1,6 1,5 1,6 2,1 2,3 2008 2,5 *) 2,2 *) 2,2 *) maanden
2007 januari 1,4 1,2 1,2 1,8 2,1 februari 1,5 1,3 1,4 1,8 2,1 maart 1,8 1,6 1,9 1,9 2,3 april 1,8 1,6 1,9 1,9 2,2 mei 1,8 1,6 2,0 1,9 2,1 juni 1,7 1,6 1,8 1,9 2,1 juli 1,5 1,3 1,4 1,8 2,0 augustus 1,1 1,0 1,1 1,7 1,9 september 1,3 1,2 1,3 2,1 2,2 oktober 1,6 1,5 1,6 2,6 2,7 november 1,9 1,8 1,8 3,1 3,1 december 1,9 1,7 1,6 3,1 3,2 2008 januari 2,0 1,9 1,8 3,2 3,4 februari 2,2 2,1 2,0 3,3 3,5 maart 2,2 2,0 1,9 3,6 3,8 april 2,0 1,9 1,7 3,3 3,6 mei 2,3 2,1 2,1 3,7 4,0 juni 2,6 2,4 2,3 4,0 4,3 juli 3,2 2,9 3,0 4,0 4,4 augustus 3,2 3,0 3,0 3,8 4,3 september 3,1 2,8 2,8 3,6 4,2 oktober 2,8 2,5 2,5 3,2 3,7 november 2,3 1,8 1,9 2,1 *) 2,8 *) december 1,9 *) 1,5 *) 1,7 *) 1,6 *) 1) In de afgeleide consumentenprijsindices van het CBS is het effect van veranderingen in de tarieven van de consumptie- gebonden belastingen en subsidies uit de prijsontwikkeling geëlimineerd. Enkele voorbeelden zijn BTW en accijns, motorrijtuigenbelasting, hondenbelasting, maar ook subsidies op milieuvriendelijke producten.
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS/Eurostat
CBS Persbericht PB09-001 pagina 4 van 5




Verandering consumentenprijsindex alle huishoudens (2006 = 100) naar artikelgroep

Artikelgroep Weging Mutatie in % dec '08 *) t.o.v. Bijdrage aan inflatie in %-punt

% nov '08 dec '07 nov '08 dec '08 *) 0 Totaal bestedingen 100,0 -0,7 1,9 2,3 1,9 1 Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken 11,1 0,4 4,7 0,5 0,5 Voedingsmiddelen 10,1 0,4 4,7 0,5 0,5 Brood en graanproducten 2,1 0,2 4,1 0,1 0,1 Vlees 2,2 0,5 5,6 0,1 0,1 Vis, schaal- en schelpdieren 0,4 0,0 5,1 0,0 0,0 Melk, kaas en eieren 1,5 -0,1 5,3 0,1 0,1 Oliën en vetten 0,2 -0,1 8,0 0,0 0,0 Fruit 0,8 0,1 5,1 0,0 0,0 Groenten en aardappelen 1,2 2,7 4,1 0,0 0,0 Suiker, zoetwaren en ijs 0,8 0,1 6,0 0,0 0,0 Overige voedingsmiddelen 1,1 0,1 2,2 0,0 0,0 Alcoholvrije dranken 0,9 -0,3 4,1 0,0 0,0 Koffie, thee en cacao 0,3 -0,4 5,3 0,0 0,0 Mineraalwater, frisdranken en sappen 0,6 -0,2 3,5 0,0 0,0 2 Alcoholhoudende dranken en tabak 2,8 1,3 10,7 0,3 0,3 Alcoholhoudende dranken 1,2 0,2 4,8 0,1 0,1 Tabak 1,7 2,0 14,8 0,2 0,2 3 Kleding en schoeisel 5,1 -7,7 -0,1 0,0 0,0 Kleding en kledingstoffen 4,2 -7,6 -0,1 0,0 0,0 Schoeisel en schoenreparaties 0,9 -8,3 -0,1 0,0 0,0 4 Huisvesting, water en energie 24,2 -0,1 3,1 0,8 0,7 Werkelijke huur 6,3 0,0 1,9 0,1 0,1 Toegerekende huur eigen woning 10,1 0,0 1,9 0,2 0,2 Onderhoud en reparatie van de woning 1,6 -1,3 0,9 0,0 0,0 Watervoorziening en overige diensten i.v.m. de woning 1,3 0,0 2,9 0,0 0,0 Energie 4,9 -0,1 7,8 0,4 0,4 5 Stoffering, huishoudelijke apparaten 6,5 0,2 2,4 0,1 0,2 Meubelen en vloerbedekking 2,8 0,4 3,3 0,1 0,1 Huishoudtextiel 0,5 -0,1 2,1 0,0 0,0 Huishoudelijke apparatuur incl. reparatie 0,8 0,0 -1,9 0,0 0,0 Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 0,6 1,5 2,3 0,0 0,0 Gereedschappen en werktuigen voor huis en tuin 0,4 -1,1 0,5 0,0 0,0 Dagelijks woningonderhoud 1,5 -0,3 3,3 0,1 0,1 6 Gezondheid 1,2 0,0 0,8 0,0 0,0 7 Vervoer 11,4 -2,2 -4,0 -0,3 -0,5 Aankoop voertuigen 3,0 0,1 -0,5 0,0 0,0 Gebruik van privé-voertuigen, w.o. autobrandstoffen 6,6 -3,8 -8,4 -0,4 -0,6 Vervoersdiensten 1,7 -0,6 6,5 0,1 0,1 8 Communicatie 4,1 -0,3 -1,8 -0,1 -0,1 9 Recreatie en cultuur 10,4 -0,1 -0,1 0,0 0,0 Audio en video, computers en software 2,0 -1,9 -12,2 -0,2 -0,2 Duurzame goederen voor recreatie en cultuur 0,5 0,0 1,8 0,0 0,0 Spelartikelen, bloemen, planten en huisdieren 1,9 1,2 1,7 0,0 0,0 Recreatieve en culturele dienstverlening 2,5 0,0 4,2 0,1 0,1 Boeken, kranten, tijdschriften en schrijfwaren 1,9 -0,5 0,5 0,0 0,0 Pakketreizen 1,6 0,7 4,5 0,1 0,1 10 Onderwijs 0,1 0,0 3,0 0,0 0,0 11 Hotels, cafés en restaurants 4,7 0,6 4,2 0,2 0,2 Restaurants, cafés en kantines 4,3 0,1 4,4 0,2 0,2 Accommodatie 0,4 6,0 2,1 0,0 0,0 12 Diverse goederen en diensten 10,8 -0,4 3,5 0,4 0,4 Lichaamsverzorging 2,3 -0,2 2,3 0,1 0,1 Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 0,8 -0,5 2,8 0,0 0,0 Sociale bescherming (w.o. kinderopvang, thuiszorg) 1,3 0,0 3,4 0,0 0,0 Verzekering 3,5 -0,6 4,8 0,2 0,2 Financiële diensten 1,0 0,0 3,8 0,0 0,0 Andere diensten n.e.g. 1,9 -0,9 2,6 0,1 0,0 13 Consumptiegebonden belastingen en overheidsd. 3,2 0,0 4,5 0,1 0,1 Consumptiegebonden belastingen 2,5 0,0 5,1 0,1 0,1 Overheidsdiensten, w.o. college- en lesgeld VO 0,7 0,0 2,1 0,0 0,0 14 Consumptie in het buitenland 4,5 -2,1 1,1 0,2 0,1
*) Voorlopige cijfers.
Bron: CBS
CBS Persbericht PB09-001 pagina 5 van 5






---- --