Habitatgebieden Noordzee niet gediend met visserijverbod

08/01/2009 12:37

Stichting WNM

NIEUWLANDE - Het instellen van een visserijverbod in de beschermde gebieden die minister Verburg van LNV heeft aangemeld in de Noordzee, is overbodig en werkt zelfs averechts.

Dat stelt de Stichting Wetenschappelijk Natuur en Milieubeleid op basis van dergelijke maatregelen in het verleden en evaluatierapporten daarover.

De Stichting verwijst onder meer naar de effecten van de scholbox, een gebied van ongeveer 40.000 vierkante kilometer buiten de Nederlandse, Duitse en Deense waddeneilanden, dat sinds 1994 het gehele jaar is afgesloten voor de boomkorvisserij. In plaats van de voorspelde verhoging van de scholstand met 25 procent daalde de scholstand fors en bleek de groeisnelheid sterk verminderd. Ook het verbod op de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee of het kuilverbod in het IJsselmeer hebben geen positieve effecten gehad op de visstand. Volgens de Stichting een duidelijk bewijs dat niet de visserij maar andere oorzaken in hoofdzaak de visstand bepalen, zoals de sterke vermindering na 1990 van fosfaat in het kustwater en de toename van onafbreekbare stoffen als gevolg van het gebruik van de pil.

Minister Verburg meldde op 22 december 2008 vier zogeheten Habitatrichtlijngebieden in de Noordzee aan bij de Europese Commissie. Het gaat om de Noordzeekustzone ten noorden van Bergen, de Vlakte van de Raan, Doggersbank en Klaverbank.

Milieuorganisaties als Stichting Noordzee, Greenpeace en de Waddenvereniging vinden dat de minister de aangemelde gebieden nu al moet beschermen. Zij stellen (zoals gebruikelijk) dat de gebieden te lijden hebben onder de visserij en dat er dringend maatregelen nodig zijn "voor het herstel van de natuurwaarden", zonder concreet aan te geven wat de schade dan wel is, en wat de "natuurwaarden" zijn die moeten worden hersteld.

De Stichting WNM vindt een visserijverbod buitenproportioneel en vraagt al enige tijd aandacht voor andere milieubedreigingen voor de Noordzee. Zo bood ze vorig jaar de vaste kamercommissie voor LNV diverse wetenschappelijke rapporten aan over de ernstige consequenties van de afgenomen fosfaatconcentraties in het kustwater en de mogelijke invloed van oestrogene stoffen op de visstand. Sinds het invoeren van fosfaatvrije wasmiddelen is in het kustwater een chronisch tekort aan deze noodzakelijke voedingsstof ontstaan, met een enorme afname van de natuurlijke productie als gevolg. Hormonen die via de pil in zee belanden blijken desastreuze effecten te hebben voor vissen.

,,Het wordt tijd dat milieuorganisaties aandringen op de ontwikkeling van een afbreekbare pil en het belang van een redelijk gehalte aan fosfaat in het kustwater onderschrijven, in plaats van steeds weer naar de visserij te wijzen met onhoudbare beschuldigingen," stelt penningmeester J. Post van de SWNM.

De stichting wijst op het zelfregulerend vermogen van de visserij doordat die in 2004 een gebied grenzend aan de scholbox op vrijwillige basis afsloot, om geen jonge vis te vangen en de kraamkamer niet te verstoren. Dat duurzame boomkorvisserij mogelijk is, bewijzen verder de hogere visstanden in de Noordzee en de hogere vangstquota voor schol, tong en kabeljauw voor 2009 die de EU heeft vastgesteld.





http://www.swnm.nl