Vragen van Eijsink (PvdA) over wachtdelicten en militair tuchtrecht


DEN HAAG, 20090108 -- In de media verschenen afgelopen week een aantal berichten over zogenoemde 'wachtdelicten': soldaten die de wacht moeten houden, maar door vermoeidheid in slaap vallen. Een ernstige zaak, maar ook genoeg reden om een militair strafrechterlijk te vervolgen? De advocaten vinden vanzelfsprekend van niet. Maar ook een aantal vakbonden lieten zich ontevreden uit en gaven aan dat commandanten dit soort incidenten vanuit het tuchtrecht zouden moeten aanpakken. Angelien Eijsink, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, vraagt de minister in onderstaande vragen hoe hij hierover denkt.

Vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de minister van Defensie over wachtdelicten en toepassing van het militair tuchtrecht

1. Bent u bekend met de artikelen "vijftien `wachtdelicten' in Uruzgan"? en "Commandant moet meer zelf oplossen"

2. Hoe vaak zijn in de jaren 2003, 2004, 2005, 2006, 2007 en 2008 militairen straf- of tuchtrechtelijk aangeklaagd in verband met een zogenoemd `wachtdelict' (incident waarbij militairen, wanneer zij geacht worden waakzaam te zijn, zitten te knikkebollen of in slaap zijn gevallen) tijdens uitgezonden missie in Afghanistan? Kunt u in uw antwoord per kalenderjaar aangeven hoeveel van deze aanklachten tuchtrechtelijk, danwel strafrechtelijk zijn afgedaan en wat daarbij de gemiddelde opgelegde tucht- en strafmaatregel waren?

3. Kunt u een causaal verband tussen de hoge werkdruk en het aantal `wachtdelicten' bevestigen? Zo nee, op welke gronden?

4. Op welke wijze kunt u adequate beveiliging en/of bewaking uitgevoerd door wachtpeletons blijven garanderen, wanneer zou blijken dat de kwaliteit van hun werk lijdt onder de hoge werkdruk?

5. Deelt u de analyse van Luitenand-kolonel Van Tussenbroek dat er te weinig mensen en middelen zijn, en onvoldoende mandaat is, om te komen tot voldoende slaapmanagement en recuperatie voor de militairen in Uruzgan? Zo nee, op welke gronden niet?

6. Indien u de analyse van genoemde Luitenand-kolonel Van Tussenbroek deelt, hoe verhoudt zich deze analyse dan tot uw stelling dat er voor de uitvoering van de ISAF-missie in Uruzgan voldoende mensen en middelen beschikbaar zijn?

7. Bent u bekend met het optreden van Advocaat Reitsma in het televisieprogramma `Goedemorgen Nederland' op 7 januari 2009?

8. Herkent u het beeld dat Advocaat Reitsma schetst, waarin hij beschrijft hoe de afgelopen jaren `lage' commandanten verantwoordelijkheden, waaronder het opleggen van disciplinaire (tucht)maatregelen, steeds vaker zijn gaan doorschuiven naar `hogere' commandanten of de marechaussee? Zo nee, op welke gronden niet?

9. Deelt u de opvatting dat voorkomen zou moeten worden dat militairen strafrechtelijk vervolgd worden voor misstanden waarvoor een (disciplinaire) straf opgelegd vanuit het tuchtrecht zou volstaan? Zo nee, waarom niet?

10. Hoe beoordeelt u de suggestie van Advocaat Reitsma om bij kleine incidenten te komen tot procedurele gedragsveranderingen bij militairen, in casu betrekking hebbende op de procedure van het aflossen van de wacht, in plaats van hen straf- dan wel tuchtrechterlijk te vervolgen?

http://www.angelieneijsink.pvda.nl





Ingezonden persbericht