Gemeente Leeuwarden

Leeuwarden dreigt 3,7 miljoen voor zorg aan dak- en thuislozen kwijt te raken

Onderzoeksbureau Cebeon presenteerde op 8 januari 2009 het voorstel voor het nieuwe verdeelmodel voor de rijksbijdrage maatschappelijke opvang. Dit verdeelmodel is het voorlopige sluitstuk naar aanleiding van een onderzoek dat is gestart in maart 2008. Over dit model en de uitkomsten per gemeente wordt nog overleg gepleegd tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de wethouders van de 43 centrumgemeenten die een rijksbijdrage voor maatschappelijke opvang ontvangen. Daarna zal een VNG-delegatie spreken met staatssecretaris Bussemaker van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De staatssecretaris zal de uitkomsten van het onderzoek, het verdeelmodel en de uitkomsten ervan dan bespreken met de Tweede Kamer.

Voor Leeuwarden als centrumgemeente voor maatschappelijke opvang in Fryslân leidt het huidige voorstel tot een verlaging van de rijksbijdrage van rond 3,7 miljoen euro per jaar vanaf 2010. Dat is een verlaging met 29 % ten opzichte van 2009.

Van de 43 centrumgemeenten gaan er 27 op achteruit. Van de gemeenten die er geld bij krijgen gaan de grootste bedragen naar Rotterdam, Amsterdam en Utrecht. De G4 gaan er gezamenlijk 18,4 miljoen op vooruit. In het Noorden gaat alleen Groningen er 1,9 miljoen op vooruit. De provincie Drenthe gaat er 1,2 miljoen op achteruit. Er is geen gemeente die er zoveel op achteruit gaat als Leeuwarden. De reden dat Leeuwarden zoveel minder zal ontvangen hangt samen met veranderingen in de Algeme Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De maatschappelijke opvang in Fryslân is er sinds 2003 in geslaagd een groot deel van zijn ondersteuning aan cliënten gefinancierd te krijgen via de AWBZ. Daar liggen objectieve en onafhankelijke indicaties van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) aan ten grondslag. Een deel van deze vorm van ondersteuning wordt vanaf 2009 niet meer via de AWBZ vergoed. De 43 centrumgemeenten ontvangen van de rijksoverheid het geld dat daarmee in de AWBZ wordt uitgespaard. Landelijk is dat ongeveer 30 miljoen euro. Leeuwarden ontvangt in 2009 uit dit bedrag ruim 4,3 miljoen euro. Dit bedrag is in 2007 daadwerkelijk aan begeleiding van dak- en thuislozen besteed. Vanaf 2010 wordt de 30 miljoen echter verdeeld via een nieuw verdeelmodel. Leeuwarden ontvangt dan ongeveer 4%, dus rond 1,2 miljoen euro. Dat komt omdat het aantal inwoners van de provincie ongeveer 4% bedraagt van het aantal inwoners van Nederland. Dat verklaart 3 miljoen van de verlaging. De overige 7 ton zijn toe te schrijven aan een herverdeling waarmee alle centrumgemeenten te maken hebben. De herverdeling heeft als doel dat er meer geld gaat naar een aantal grotere steden, die tot nu toe relatief veel geld uit de eigen begroting aan de opvangsector hebben besteed.

De AWBZ-middelen zijn in Fryslân voor een deel ingezet om bewoners van de opvangvoorzieningen intensief te begeleiden. Hierdoor hebben zij beter geleerd om zelfstandig te wonen. Daardoor is er een sterke doorstroom in de opvangvoorzieningen tot stand gekomen. Bewoners zitten er korter en kunnen sneller dan voorheen weer zelfstandig wonen.

Een groot deel van de AWBZ-middelen wordt gebruikt om mensen die het risico lopen op huisuitzetting thuis te begeleiden. Door deze begeleiding krijgen zij weer greep op hun leven en hun financiële situatie. Huisuitzetting, verwaarlozing en overlast voor de omgeving worden zo in veel gevallen voorkomen. De begeleiding leidt dus op twee manieren tot vermindering van de druk op de opvangvoorzieningen: minder mensen hoeven er gebruik van de maken en de mensen die dat wel moeten zijn er korter en hebben een grotere kans om weer zelfstandig te gaan wonen.

De rijksmiddelen die Leeuwarden ontvangt worden besteed in heel Fryslân. De gespecialiseerde opvangvoorzieningen staan in Leeuwarden en Sneek en in de komende jaren ook in Drachten en Heerenveen. De begeleiding van kwetsbare bewoners aan huis vindt plaats in alle gemeenten in Fryslân. Het gaat gemiddeld om 450 huishoudens die begeleid worden. De begeleiding vindt plaats door Zienn, Limor en Leger des Heils.

Het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden gaat op korte termijn in gesprek met het ministerie van VWS over de bijzondere positie van Leeuwarden na de herverdeling. Als dit niet tot resultaten leidt zullen ook ander wegen bewandeld worden om aandacht te vragen voor de uitzonderlijke situatie waarin Leeuwarden, de opvanginstellingen en de (potentiële) dak- en thuislozen in Fryslân terecht kunnen komen.