TenneT


TenneT en TU Delft onderzoeken betrouwbaarheid lange ondergrondse kabeltracés

13-01-2009 TenneT en de TU Delft gaan de komende jaren de nieuw aan te leggen ondergrondse 380kV-kabels (380.000 Volt) in de Randstad intensief monitoren. Hiervoor hebben beide partijen een overeenkomst gesloten. Doel is ervaring op doen hoe het
elektriciteitsvoorzieningssysteem zich gedraagt met de lange ondergrondse verbinding. De studie, die wereldwijd wordt gevolgd, moet antwoord geven op de vraag of het op termijn verantwoord is om nog grotere afstanden ondergronds aan te leggen. Het onderzoek zal 6 tot 8 jaar gaan duren.

Bij de keuze voor ondergrondse aanleg van hoogspanningsverbindingen spelen bijzondere omstandigheden een rol. Het kan dan gaan om trajecten waar hoogspanningslijnen te dicht bij woonwijken komen te lopen of waar de verbinding landschappelijk of ecologisch waardevolle gebieden doorsnijdt. TenneT heeft eerder dit jaar aangegeven een afstand van maximaal twintig kilometer van de nieuwe 380 kV-verbinding in de Randstad ondergronds aan te willen leggen. Deze afstand wordt in gedeelten over het 87 kilometer lange tracé ingepast. Twintig kilometer ondergronds tracé omvat feitelijk 240 kilometer aan hoogspanningskabel (twaalf kabels naast elkaar), wat zeer innovatief is. Nederland zit hiermee op de grens van wat wereldwijd in de praktijk is beproefd. Een eerste analyse van de TU Delft bevestigt dat deze afstand uit oogpunt van leveringszekerheid momenteel de maximaal haalbare afstand is in het vermaasde, complexe Nederlandse 380kV-net. Het vervolgonderzoek van de TU Delft en TenneT heeft als doel duidelijkheid te geven naar de systeemtechnische en operationele haalbaarheid van 380kV-kabels over grote lengtes. Het onderzoek spitst zich toe op de betrouwbaarheid. Ook wordt onderzoek gedaan naar de afvoer van warmte van kabels, die langere tijd op volle capaciteit worden bedreven.

Bovengronds blijft uitgangspunt voor 380 kV
Het onderzoek zal een periode van 6 tot 8 jaar duren, vanaf het moment dat de kabels in gebruik zijn genomen. Deze periode is nodig om het systeemgedrag en het gedrag van de kabels goed te kunnen monitoren. Het uitgangspunt blijft om bovengrondse 380kV-verbindingen aan te leggen. Wel is door het kabinet afgesproken dat het totaal aantal kilometer bovengrondse lijnen vanaf 2012 niet verder mag toenemen. Als er ergens nieuwe bovengrondse 380 kV-lijnen worden aangelegd, moet deze verbinding bijvoorbeeld in plaats komen van een bestaande verbinding of moet een verbinding van een lager voltage ondergronds worden gebracht. Dergelijke ondergrondse kabels (110kV, 150kV) kennen minder systeemtechnische beperkingen en hiermee is al wel decennialang ervaring opgedaan.

Internationale samenwerking
Tijdens de aanleg van het 20 kilometer lange kabeltracé in de Randstad en na de ingebruikname ervan zullen op internationaal niveau ervaringen worden uitgewisseld. Op mede-initiatief van TenneT gaat in januari 2009 een internationale werkgroep van start, waarin TenneT en de TU Delft zullen participeren. In deze samenwerking wordt mondiale kennis bijeengebracht en wisselen experts praktijkervaringen uit. Tegelijk gaat TenneT ook samenwerken met de netwerkbeheerder van Denemarken. Daar bestaan soortgelijke plannen voor het ondergronds aanleggen van 380kV.

Technische achtergrondinformatie
TenneT is terughoudend bij het verkabelen van 380kV-verbindingen vanwege technische argumenten. Een ondergrondse kabel gedraagt zich elektrotechnisch anders dan een bovengrondse lijn. Kabels op het hoogste spanningsniveau vergen omvangrijke compensatiemiddelen om de zogenoemde blindstroom te compenseren. Daarmee wordt de kabel beheersbaar. Verder is in vermaasde netten bij toepassing van kabel en bovengrondse lijn naast elkaar, sturing van vermogen nodig voor een gelijke verdeling van stromen over het net. Dat gebeurt met seriespoelen om de weerstand vergelijkbaar te maken met bovengrondse lijnen. TenneT moet continu de hoogte van de spanning, de omvang van de transporten en de constantheid van de frequentie managen. Bij een overwegend bovengronds net met minder componenten is dat eenvoudiger dan bij een ondergronds net met de nodige compensatiemiddelen

Een net van bovengrondse lijnen én kabels met op grote schaal toegepaste compensatiemiddelen, levert risico's op voor de spanningstabiliteit van het net. Spanningínstabiliteit is de voornaamste reden voor grootschalige black-outs van hoogspanningsnetten, zo laat de praktijk dat zien. En het is bekend dat de reparatieduur van kabels aanzienlijk langer is dan die van lijnen. De risico's bij toepassing van 380 kV-kabel zijn daarom aanzienlijk groter dan bij een bovengrondse lijn.