Gemeente Gilze en Rijen

Roekenbeschermingsplan goedgekeurd

Gemeente gaat roeken naar speciale plekken verjagen

Er is overlast van roekenkolonies in Gilze en Hulten. Daarom heeft de gemeente een roekenbeschermingsplan opgesteld. Hierin is vastgelegd hoe zij deze overlast wil oplossen en voorkomen. Om de overlast te mogen bestrijden is een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig. Het roekenbeschermingsplan dient als onderbouwing om een ontheffing van vijf jaar te krijgen.

Het roekenprobleem bestaat in de kernen van Gilze en Hulten al jaren. Vooral de uitwerpselen, het nestmateriaal en het geluid wat deze vogels maken, geven overlast. Sommige omwonenden van de roekenkolonies hebben daardoor last van psychosomatische klachten en stress.

In het verleden heeft de gemeente op enkele plekken al maatregelen getroffen om de roeken te verjagen. Maar dat heeft niet het gewenste effect gehad. Bovendien werd met de verandering van de Flora- en faunawet de ontheffing niet meer verleend. In het broedseizoen is het aantal roeken nog talrijk.

Beschermd-niet beschermd
De roek is een beschermde vogel. Dat betekent dat hun nesten, eieren of vaste rust- of verblijfplaatsen in het broedseizoen niet verstoord of vernietigd mogen worden. De Flora- en faunawet beschouwt de nesten en kolonielocaties buiten het broedseizoen niet als vaste rust- en verblijfplaatsen. Daarom zijn ze in die periode niet beschermd.

Overlastlocaties
Voor het opstellen van het roekenbeschermingsplan heeft de gemeente de aanwezige roekenkolonies en de beschikbare gegevens van de Provincie goed bekeken. Ook de klachten die binnenkwamen, heeft de gemeente bijgehouden. Aan de hand daarvan kon zij vaststellen op welke plaatsen het noodzakelijk is de overlast te bestrijden. Op deze overlastlocaties zal de gemeente maatregelen treffen om de roeken naar andere, wél geschikte locaties te verjagen. Als overlastlocaties zijn aangemerkt: de kern Hulten en in Gilze: Kerkstraat/Mollebos en omgeving en Nerhovensestraat.

Waar wél naar toe?
Gaat de gemeente overlastlocaties onaantrekkelijk maken voor roeken, dan moeten er plekken zijn waar deze vogels wel naar toe kunnen en waar zij zich duurzaam kunnen ontwikkelen. De gemeente heeft daarom verschillende locaties beoordeeld die daarvoor in aanmerking komen. Zij heeft daarbij gelet op punten als afstand nest tot woonbebouwing; kans op overlast; biotoopkwaliteit; roofdieren; duurzaamheid; oude of huidige broedlocatie; ruimte voor grote kolonie; economische beperkingen en eigendom terrein. De gemeente heeft voor iedere overlastlocatie uitgezocht, waar de roeken het best terecht kunnen. Veelal zijn dit bomenrijen en bossen in het buitengebied. In sommige gevallen kan het nodig zijn om deze plekken meer geschikt voor roeken te maken. Bijvoorbeeld door het planten van bomen of het voeren van een gepast beheer.

Maatregelen
Er bestaan verschillende methoden om de overlastlocaties onaantrekkelijk te maken. Er is in het verleden al veel geprobeerd. De gemeente gaat nu een combinatie van methoden toepassen:


* de aanwezigheid van slechtvalken en/of haviken (inzet valkenier);


*

angstkreten (voor roeken) op willekeurige tijdstippen via luidsprekers;


*

nesten verwijderen door middel van de boomverzorger;


*

nesttakken verwijderen.

Zodra de gemeente de ontheffing van de Flora- en faunawet binnen heeft, kan zij met de voorgestelde maatregelen beginnen. Oude nesten verwijderen (buiten het broedseizoen) mag zonder ontheffing en dit zal de gemeente dan ook binnenkort doen.