4. Antwoorden op kamervragen van Langkamp over de hoge babysterfte in
Nederland
Antwoorden op kamervragen van Langkamp over de hoge babysterfte in Nederland
Kamerstuk, 12 januari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 9 januari 2009
Betreft Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Langkamp
(SP) over de hoge babysterfte in Nederland (2080907710).
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Langkamp over de hoge
babysterfte in Nederland.
(2080907710)
Vraag 1
Wat is uw reactie op de laatste Peristat-meting waaruit blijkt dat
Nederland nog steeds een hoge babysterfte kent?1)
Antwoord 1
De slechte score van ons land ten aanzien van babysterfte, zoals
blijkt uit het Peristat-rapport, bevestigt nog eens de noodzaak om op
dit dossier intensief beleid te voeren. Ik teken daarbij wel aan dat
het Peristat-rapport zich baseert op een internationale vergelijking
van cijfers tot en met 2004. Via Stichting Perinatale Registratie
Nederland wordt bezien in hoeverre recente cijfers - na de genomen
beleidsmaatregelen - nu al beschikbaar zijn. In één van de komende
voortgangsrapportages kom ik hierop terug.
Vraag 2
Erkent u dat gezien deze cijfers het relevant is om te weten wat de
oorzaken zijn van de hoge sterfte rondom de geboorte?
Antwoord 2
Ja. Ik erken de wenselijkheid van het onderzoek naar oorzaken van het
sterftecijfer rondom de geboorte. Daarom heb ik de Stuurgroep
Zwangerschap en Geboorte gevraagd mij hieromtrent advies te geven.
Vraag 3
Wat is de stand van zaken bij de invoering van de Perinatale audit?
Antwoord 3
Ik heb het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) begin
2008 opdracht gegeven om kwartiermaker te zijn voor de perinatale
audit. In vervolg hierop is medio 2008 opdracht verleend voor de
verdere uitwerking van het plan van aanpak om te komen tot een
operationele audit. Op dit moment is het RIVM bezig met de scholing
van betrokken beroepsgroepen en de wijze waarop het auditinstrument
wordt geüniformeerd en vorm wordt gegeven.
Vraag 4
Wat is de reden dat, ondanks dat de voltallige Kamer vroeg om
implementatie voor 1 juli 2006, de perinatale audit nog steeds niet
operant is?
Antwoord 4
Er zijn veel beroepsgroepen en organisaties in Nederland betrokken bij
de perinatale zorg en perinatale registratie. Voor een goed
instrument, zijnde de perinatale audit, is het van wezenlijk belang de
diverse registraties op elkaar te laten aansluiten. Hiertoe is in de
afgelopen jaren een minimale perinatale basisdataset gebouwd. Dit
heeft qua tijd en afstemming langer geduurd dan was voorzien, maar
heeft geresulteerd in een voor alle beroepsgroepen toegankelijke
dataset.
Vraag 5
Is het budget voor de perinatale audit volgens u voldoende? Zo ja
waaruit blijkt dat?
Antwoord 5
Ja. Op basis van onderzoek van onder andere het RIVM is EUR 900.000,-
structureel beschikbaar voor de perinatale audit en de implementatie
hiervan.
Vraag 6
Is het waar dat er geen vergoeding is binnen een ziekenhuis voor
(kinder)pathologen na het overlijden van een pasgeborene? Zo ja,
erkent u dat voor een optimaal werkende perinatale audit dit wel
relevant is? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u
nemen?
Antwoord 6
Er zijn geen geoormerkte separate bekostigingsparameters voor de
verschillende voor kwaliteit relevante ondersteunende functies binnen
een ziekenhuis. De kwaliteitswet zorginstellingen geeft in algemene
bewoordingen aan dat ziekenhuizen verschillende voorzorgen moeten
nemen om ervoor te zorgen dat er sprake is van verantwoorde
zorgverlening. Deze voorzorgen beslaan een zeer breed terrein met vele
activiteiten én de inschakeling van vele professionals waarvan het
verrichten van obducties (bij volwassenen én kinderen) er slechts één
is. De bekostiging hiervan is verdisconteerd in de reguliere
(gemiddelde DBC) bekostigingsparameters voor de zorg die ziekenhuizen
leveren. Ik zie geen aanleiding om deze systematiek te wijzigen.
Belangrijkste argumenten hiervoor zijn de eigen zelfstandigheid van
ziekenhuizen om verantwoorde zorg te leveren en de noodzaak om
administratieve lastendruk te reduceren.
1)
http://www.ezpress.be/news/8294/Babysterfte_Nederland_bijna_hoogste_va
n_Europa
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport