Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over Rawagedeh

13-01-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over Rawagedeh. Deze vragen werden ingezonden op 4 december 2008, met kenmerk 2008Z08438/2080907000.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over Rawagedeh.

Vraag 1

Op welke wijze gaat u 'nader overleg voeren over het verstrekken van nadere informatie over (de bevindingen van) het onderzoek dat in 1995 heeft plaatsgevonden met betrekking tot de vraag of strafrechtelijke vervolging nog mogelijk was', zoals wordt gemeld namens de Staat in reactie op een brief van de advocaten Pulles en Zegveld, die nabestaanden en een overlevende vertegenwoordigen van de massamoord in Rawagedeh op 9 december 1947? 1)

Antwoord

Nader overleg vindt plaats als hiertoe behoefte bestaat bij de nabestaanden. Ik hecht eraan te stellen dat de opportuniteit en de vormgeving van een dergelijk overleg een zaak is tussen de Staat en de advocaten van de nabestaanden. Ik kan hierover derhalve in dit stadium geen mededelingen doen.

Vraag 2
Op welke wijze komt 'de bedoeling van de Staat om bij te dragen aan de verwerking van het leed' van nabestaanden en overlevende tot uitdrukking?

Vraag 3
Gaat u gezien de hoge leeftijd van betrokkenen op korte termijn stappen ondernemen in het kader van genoemd nader overleg om te komen tot een bijdrage aan de verwerking van het leed?

Antwoord

Tijdens mijn komende bezoek aan Indonesië van 13 tot en met 16 januari a.s., zal ik een persoonlijk gesprek voeren met de nabestaanden van Rawagedeh, waarbij ik compassie, respect en medeleven tegenover de slachtoffers en nabestaanden tot uitdrukking zal brengen.

Vraag 4
Bent u bereid de Kamer te informeren over uw activiteiten hieromtrent? Indien neen, waarom niet?

Antwoord

Voor zover daar aanleiding voor is, zal de Kamer worden geïnformeerd.


1) Beantwoording brief van advocaten Pulles en Zegveld door advocaat G.J.H. Houtzagers, d.d. 21 november 2008 inzake Staat/Silan e.a.