Gaza: "Ik wil dat de oorlog ophoudt en dat we allemaal weer naar school kunnen"
13 januari 2009, New York - De bewoners van de Gazastrook kunnen nergens heen. Er zijn in het gebied geen schuilkelders en de grenzen zitten potdicht. Aan de oorlog kan niemand ontkomen en vooral kinderen zijn voortdurend doodsbang.

Gebombardeerd gebouw in Sheikh Radwan in de Gazastrook. Foto: Unicef
Gebombardeerd gebouw in Sheikh Radwan in de Gazastrook. Foto: Unicef

In de Gazastrook is het drie uur per dag in theorie veilig om naar buiten te gaan. Het tijdelijk staakt-het-vuren houdt niet altijd stand, maar de bevolking grijpt de relatieve rust gretig aan om op zoek te gaan naar water en voedsel, of om bezittingen uit hun voormalige huizen terug te vinden.

In Sheikh Radwan klimmen kinderen over de restanten van huizen. Ze proberen te beseffen wat de oorlog in twee weken tijd met hun dorp heeft gedaan. "Ik was in het huis van mijn opa," vertelt de 12-jarige Ehad. "Ik hoorde bommen vallen en rende weg. Daarna zag ik dat het huis gebombardeerd werd. Het is nu helemaal weg."

Overal in de Gazastrook hoor je dergelijke verhalen. Volgens het Palestijnse ministerie van Gezondheid zijn er minstens 854 doden gevallen en meer dan 3.680 mensen gewond geraakt. Unicef schat dat 400.000 mensen in het gebied geen stromend water hebben. De Wereldgezondheidorganisatie waarschuwt op haar beurt dat de gezondheidszorg in de Gazastrook op instorten staat.

Verdriet om twee vriendjes die begraven worden in Beit Hanoun, een wijk in Gaza-stad. Foto: Unicef/NYHQ2008-1405/El Baba Verdriet om twee vriendjes die begraven worden in Beit Hanoun, een wijk in Gaza-stad. Foto: Unicef/NYHQ2008-1405/El Baba

Er is geen ontkomen aan de angst die de Gazastrook in zijn greep houdt; in het gebied zijn geen schuilkelders en de grenzen zitten potdicht. Unicef heeft meldingen gekregen van een nieuw fenomeen: kinderen die zo bang zijn dat ze niet meer kunnen praten.

"In de Gazastrook is het op dit moment nergens veilig," zegt Patricia McPhillips, directeur van het Unicef-kantoor voor de Palestijnse gebieden. "Aan de oorlog moet een einde komen, zodat wij water, medicijnen en andere levensreddende hulp naar de kinderen kunnen brengen. En nu de oorlog nog bezig is moeten er in de Gazastrook veilige plekken komen, waar wij onze voorraden hulpgoederen kunnen afleveren."

De kinderen in de Gazastrook hopen dat het straks allemaal weer beter zal zijn. "Ik wil net zoals alle andere kinderen leven," zegt Mahmoud. "Ik wil dat de oorlog ophoudt en dat we allemaal weer naar school kunnen."