ChristenUnie
"Calvinisten zijn we allemaal"
"Calvinisten zijn we allemaal"
woensdag 14 januari 2009 11:34 "In een zekere zin geldt in Nederland:
christen, socialist of liberaal, calvinisten zijn we allemaal!" Zo
sprak André Rouvoet dinsdag op het symposium van de Vrije Universiteit
in Amsterdam ter gelegenheid van het Calvijnjaar. Het is 500 jaar
geleden dat Johannes Calvijn geboren werd en daarom staat dit jaar
geheel in het teken van de reformator. Rouvoet bekende meteen kleur
aan het begin van zijn toespraak in het Felix Meritis: "ja, ik ben een
calvinist; en nee, ik claim de geschiedenis van Nederland niet voor
het calvinisme."
"Het is duidelijk dat het calvinisme nog altijd zijn sporen trekt in
ons hedendaagse politieke landschap. Over de vraag hoe deze sporen
lopen, in het bijzonder langs welke partijpolitieke grenzen, zal ik
mij vanavond als lid van het kabinet en niet onbevooroordeeld
ChristenUnie-politicus niet uitlaten. Daar hebt u bovendien uw eigen
meetlat voor. Maar ik vond het aardig om onlangs te lezen in De Pers
dat zelfs VVD-leider Rutte zichzelf als calvinist beschouwt. Over de
calvinistische inborst van de PvdA is door collega Bos ook het nodige
gezegd."
Hoe sterk is de invloed die Calvijn heeft gehad op de Nederlandse
politiek, was de centrale vraag van het symposium. `Calvinist'
Rouvoet, D66-politicus en liberaal Boris van der Ham, publicist en
agnost Herman Vuijsje en katholiek én hoogleraar Bedrijfsethiek Eduard
Kimman gingen op zoek naar de calvinistische roots in de politiek.
Rouvoet beschouwt het calvinisme op twee hoofdpunten als een onmisbare
en vernieuwende kracht in de Nederlandse politiek van vandaag. Dat
zijn het werken aan een betrokken samenleving, en de
versterking van de moraal als plechtanker van de economie.
Betrokken samenleving
"In het calvinisme ligt, zei ik eerder, een sterke nadruk op de
vrijheid van het individu ten opzichte van de staat en andere aardse
instellingen. Het gaat niet alleen om vrijheid van, maar net zo goed
om vrijheid tot: de verworven vrijheid behoort niet te worden
aangewend voor het eigen belang, maar staat in het teken van de
verantwoordelijkheid tegenover God en medemens. Dat betekent dat een
mens niet alleen voor zijn eigen onderhoud dient te werken, maar zijn
welvaart deelt met iemand die dat niet kan. Dat is geen betutteling of
bemoeizucht, maar een uiting van verantwoordelijkheid en
betrokkenheid."
"Dit idee van een betrokken samenleving werkt door in de
calvinistische visie op de taak van de
overheid. De overheid schept allereerst de randvoorwaarden voor de
vrije ontwikkeling van
individuen, gezinnen, kerken, scholen, bedrijven en andere verbanden.
De soevereiniteit in eigen
kring moet worden gewaarborgd. Die vrijheid is echter niet onbegrensd:
wanneer die verbanden niet
tot het dragen van hun eigen verantwoordelijkheid in staat blijken, is
er een reden om in te grijpen."
"Belangrijke kanttekening: het overheidsingrijpen zal zoveel mogelijk
tijdelijk moeten zijn, en gericht zijn op het herstel van de eigen
kracht en autoriteit (`soevereiniteit') van het gezin of bedrijf. We
plaatsen een kind weer terug in het eigen gezin als het veilig is."
Moraal en economie
De markteconomie heeft een dragende moraal nodig. Dat dat nodig is,
onderstreepte de financiele crisis wel, stelde Rouvoet. "Het kan
inmiddels voor iedereen wel duidelijk zijn dat de crisis meer omvat
dan slechts een tijdelijke stagnatie van het systeem van de financiële
markten." Rouvoet ziet verbanden tussen de milieucrisis,
klimaatcrisis, voedselcrisis, energiecrisis en financiele crisis. Dat
verband is het onvermogen van de westerse samenleving om maat te
kunnen houden.
"We zullen in 2009 nieuwe wegen moeten inslaan om het ontplofte
casinokapitalisme naar een maatschappelijk verantwoorde markteconomie
te leiden. Wat het calvinisme ons daarbij te zeggen heeft, is dat een
gezonde economische ontwikkeling niet los verkrijgbaar is van een
morele bedding."