Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VENW/DGMO-2009/219

Uw kenmerk Datum 14 januari 2009 2080908690/2008Z10314

Onderwerp kamervragen Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de heer Roemer aan de Minister van Verkeer en Waterstaat over het ontwerp voor de A4 Midden-Delfland, alsmede een reactie op uw verzoek om toezending van een rapport van Arcadis over verkeersintensiteiten en I/C waarden A4.

Antwoorden op vragen van De heer Roemer


1. Is het waar dat advies- en ingenieursbureau Arcadis een ontwerp gaat maken voor de A4 Midden-Delfland in opdracht van Rijkswaterstaat? Zo ja, waarom hebben zij deze opdracht gekregen? Zo nee, hoe zit dit dan?


1. Arcadis heeft de opdracht gekregen om het Ontwerp Tracébesluit (OTB) uit te werken. Dit product is de eerstvolgende stap in de Tracéwetprocedure, na de standpuntbepaling in de tweede helft van 2009. Het is gebruikelijk marktpartijen in te schakelen voor dergelijke werkzaamheden.
In de verdere beantwoording van de vragen ga ik ervan uit dat u met het ontwerp het OTB bedoelt.


2. Is het waar dat Arcadis voor deze opdracht twee miljoen euro krijgt terwijl nog niet besloten is dat deze weg aangelegd dient te worden? Zo ja, waarom trekt u er al zoveel geld voor uit met het risico dat dit weggegooid geld is?


2. Ik heb begin 2008 mijn bestuurlijke voorkeur voor het alternatief A4 uitgesproken. Over de wijze van inpassing van het tracé van het alternatief A4 heb ik in 2006 al regionale afspraken gemaakt, welke bestuurlijk vastgelegd zijn in het IODS-convenant.
De omvang van de opdracht is 1,9 miljoen euro. Arcadis bereidt hiervoor het OTB voor, in lijn met al eerder door mij genomen richtinggevende besluiten, op weg naar een definitief Tracébesluit in 2010.
a

Pagina 1 van 3





Zo snel mogelijk na de Standpuntbepaling, ga ik, samen met mijn collega van

VROM, de volgende stap zetten in de Tracéwetprocedure, het

(ontwerp)Tracébesluit. Om de vastgelegde planning te halen is gekozen voor een Ons kenmerk parallelle voorbereiding van het OTB. VENW/DGMO-2009/219


3. Waarom laat u al een ontwerp maken voordat de MER-adviescommissie een uitspraak heeft gedaan, voordat er een kabinetsbesluit ligt en voordat de inspraak- en bezwaarprocedure doorlopen is?

3. De A4 Delft-Schiedam is een Randstad Urgent project. De voorbereidende werkzaamheden voor het Ontwerp Tracébesluit vangen nu reeds aan om de Randstad Urgent mijlpalen voor dit project zeker te stellen en de realisatie te bespoedigen. Hiervoor is het noodzakelijk dat werkzaamheden voor de procedurestappen (Trajectnota/MER, Ontwerp Tracébesluit en voorbereiding marktbenadering) zoveel mogelijk parallel worden uitgevoerd.


4. Gaat u ook voor de twee alternatieven in plaats van de A4 Delft-Schiedam een ontwerp laten maken? Zo ja, wanneer worden deze ontwerpen verwacht? Zo nee, waarom niet?

4. Op dit moment worden alleen voor het alternatief A4 voorbereidende werkzaamheden voor het (Ontwerp) Tracébesluit uitgevoerd. Het alternatief A54 is reeds eerder op basis van de Trajectnota/MER Stap 1 afgevallen.
Het alternatief A13+A13/16 wordt momenteel verder uitgewerkt in de Stap 2 van de Trajectnota/MER. Zoals ik in mijn brief van januari 2008 (TK 2007-2008, 30561, nr. 8) aan u heb aangegeven, doe ik dit om in het vervolgproces geen juridische risico's te lopen. Voor dit alternatief laat ik geen voorbereidende werkzaamheden voor het OTB uitvoeren, omdat dit alternatief noch binnen de bestuurlijke afspraken in de regio (IODS-convenant), noch bij mijn bestuurlijke voorkeur past.


5. Kunt u garanderen dat alle mogelijkheden om de wegcapaciteit te vergroten nog eerlijk tegen elkaar afgewogen worden? Zo ja, bent u bereid om dan ook alle alternatieven gelijk te behandelen met het oog op het maken van een ontwerp?

5. In het kader van de Trajectnota/MER vindt momenteel op basis van vergelijkbare informatie (op aspecten als milieu, mobiliteit en kosten) een transparante vergelijking van alternatieven A4 en A13+A13/16 plaats. Op grond daarvan zal ik, samen met de minister van VROM, later dit jaar een standpunt over het nader uit te werken alternatief innemen. Daarbij wordt mede rekening gehouden met de adviezen van de Commissie MER, de bevoegde bestuursorganen en de IODS-partners, alsmede met de inspraak van belanghebbenden. Het reeds laten maken van het Ontwerp Tracébesluit zal een afweging tussen beide alternatieven niet in de weg staan.

Pagina 2 van 3





Reactie op uw verzoek van 18 december 2008, om toezending van een Ons kenmerk rapport van Arcadis over verkeersintensiteiten en I/C waarden A4 VENW/DGMO-2009/219

Het door u gevraagde rapport betreft de conceptrapportage verkeer. Dit rapport is input voor de Trajectnota/MER welke in de eerste helft van 2009 ter visie zal gaan.
De interne kwaliteitstoetsen van deze rapportage verkeer moeten nog plaatsvinden. Ik zal u daarom dit rapport toesturen, nadat de kwaliteit hiervan getoetst en akkoord bevonden is.
Conform de planning zal ik u uiterlijk voor het zomerreces 2009 deze rapportage doen toekomen.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 3 van 3