Partij van de Arbeid

Verkoop Essent onverstandig

14-01-2009 07:55

Woensdag debatteerde de kamer over de voorgenomen verkoop van energiebedrijf Essent. PvdA-kamerlid Samsom vindt dat voornemen voorbarig en onverstandig: 'Wij menen dat er een betere manier is om het uiteindelijke doel, een schone, betrouwbare en betaalbare energievoorziening, te realiseren.'

Lees hieronder de bijdratge van Diederik Samsom aan het debat:

Voorzitter, Essent heeft aangekondigd alle aandelen van het bedrijf voor 9,3 miljard Euro over te willen dragen aan het Duitse bedrijf RWE. De PvdA-fractie vindt die aangekondigde verkoop voorbarig en onverstandig. We zullen in dit debat dat oordeel onderbouwen en belangrijker - met suggesties komen voor een betere strategie richting een schone, betrouwbare en betaalbare energievoorziening. Want dáár gaat het uiteindelijk in dit debat over. Niet over de bestedingen van de provincies, niet over gehakketak wie over welk geld gaat, niet over simplistische dogmas over de rol van markt en overheid, maar over de beste manier om een schone, betrouwbare en betaalbare energievoorziening voor de toekomst veilig te stellen.

Eerst ons oordeel:
De aankondiging is Voorbarig omdat Essent wil zij de ene helft van haar onderneming verkopen toch echt eerst moet weten hoe de andere helft, het netbedrijf, er precies uit komt te zien. Dat laatste kan pas na goedkeuring van het splitsingsplan en dat is nog niet gebeurd. Wij hebben daar recent flinke debatten over gevoerd en het is in dat licht niet ondenkbaar dat de Minister nadere voorwaarden bijvoorbeeld voor de vermogenspositie stelt aan de goedkeuring. Dan verandert dus de vermogenspositie van het te verkopen deel en daarmee de verkoopprijs. Kan de Minister bevestigen dat dat inderdaad een reële mogelijkheid is en dat ze onze kwalificatie voorbarig op dat punt dus deelt?

Ze is ook Voorbarig omdat RWE zelf nog steeds een groot hoogspanningsnet heeft. We hebben onze bedrijven niet gesplitst om ze vervolgens te verkopen aan geïntegreerde energiebedrijven. Dan zijn we weer terug bij af. De Minister noemt dit feit in haar brief relevant. Dat lijkt me een understatement. Kan de Minister bevestigen dat zij in lijn met Europese afspraken - RWE niet als overnamepartner zal accepteren zolang dat bedrijf zelf nog niet gesplitst is?

En de aangekondigde verkoopstrategie is bovenal ook onverstandig.

Onverstandig omdat RWE geen natuurlijke partner is bij de gewenste verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening. Ze is goed in vuile energie, niet in schone. Er moet bij RWE veel gebeuren wil dat veranderen.

Maar ze is met name onverstandig omdat bij een volledige verkoop ook meteen álle strategische invloed via eigendom verloren gaat. In een Europese energiemarkt waar de regelgeving nog grotendeels in de maak is en waar op vele plaatsen overheden een greep op de productie en levering lijken te willen houden is het ronduit onverstandig nu zelf als Nederlandse overheden alle strategische invloed via het eigendom op te geven. Wie kan ons garanderen dat Gazprom, nu al grootaandeelhouder van RWE, haar aandeel niet vergroot en uiteindelijk zo een dominante en ongewenste positie in Nederland vestigt? Als wij 51% van Essent in handen hebben en houden kunnen we dat voorkomen. De Minister stelt dat bij verkoop sprake moet zijn van een beheerst proces; valt verkoop ineens bij haar onder de definitie beheerst?

Uit deze overwegingen volgt vanzelf onze suggestie:

Onze energievoorziening is dus niet gebaat bij onbezonnen verkoop aan de hoogste bieder. Net zo min is onze energievoorziening overigens gebaat bij schuilen achter de landsgrenzen. Het energievraagstuk is inmiddels groter dan wijzelf. Het is dus verstandig om op zoek te gaan naar een internationale partner, maar wél met een scherp oog op de ontwikkelingen op de Europese markt en met opties in de achterzak als die ontwikkelingen de verkeerde kant op dreigen te gaan.

Doe dus zoals NUON nu lijkt te doen en ga op zoek naar partners voor een minderheidsaandeel in plaats van opkopers. Zo blijft de strategische invloed gehandhaafd en kan optimaal sturing gegeven worden aan de nieuw verworven investeringskracht van de partner, om zo een onverstoorde en schone energievoorziening te realiseren.

De hamvraag aan de Minister is nu tweeledig. Allereerst: deelt zij onze analyse over wat een verstandige en een onverstandige aanpak van de Productie en Leveringsbedrijven is? En zo ja, welke acties wil en kan zij ondernemen om de aandeelhouders eveneens van die strategie te overtuigen? Ik ken het geijkte argument dat luidt: daar ga ik formeel niet over. Mijn fractie draagt u nadrukkelijk op zich daar niet bij neer te leggen. Niemand kan ontkennen dat hier een nationaal en zelfs internationaal belang in het geding is, een zekere en schone energievoorziening voor de toekomst, voor onze kinderen. En daar gaan we wél over. Als vader, als Kamerlid en ook als Minister.'