4. Wijziging Uitvoeringsbesluit WTZi
Wijziging Uitvoeringsbesluit WTZi
Kamerstuk, 15 januari 2009
De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
DMC-CB-U-2905060
15 januari 2009
Geachte voorzitter,
De leden van de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport/Jeugd en Gezin hebben bij brief van 23 december 2008 enkele
nadere vragen gesteld naar aanleiding van de voorgenomen derde
wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi.
De leden van de commissie vragen wat de consequenties zouden zijn van
een besluit van de Eerste Kamer dat de materie van de voorgehangen
wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi bij wet moet worden
geregeld. De leden verzoeken daarbij ook in te gaan op de te
verwachten overgangsproblemen.
Met de inwerkingtreding van het voorgenomen voorstel van Wet
cliëntenrechten zorg (WCZ) vervalt de WTZi (Brief Patiënten- en
cliëntenrechten van 23 mei 2008, Kamerstukken II, 2007-08, 31 476, nr.
1). Thans is de inwerkingtreding van de WCZ voorzien in 2011. Op dat
moment is het afschaffen van het bouwregime van de WTZi formeel bij
wet geregeld. Vooruitlopend daarop bestaat de beleidsmatige wens -
breed gedeeld door de veldpartijen - om het bouwregime al op een
eerder moment af te schaffen. Dat kan door middel van aanpassing van
het Uitvoeringsbesluit WTZi.
Sinds 1 januari 2008 is het bouwregime afgeschaft voor de
ziekenhuizen. Met de onderhavige wijziging van het Uitvoeringsbesluit
WTZi wordt het bouwregime ook afgeschaft voor de langdurige zorg
(verpleging en verzorging, gehandicaptenzorg en de geestelijke
gezondheidszorg).
Het voornemen om het bouwregime ook voor de care te laten vervallen,
is verwoord in de brief Met Zorg Ondernemen van 9 juli 2007 aan de
Tweede Kamer (Kamerstukken II 2006-07, 27 659 en 29 248, nr. 84) en in
de brief aan de Tweede Kamer over de toekomst van de AWBZ van 13 juni
2008 (Kamerstukken II, 2007- 08, 30597, nr. 15).
VWS heeft op 18 september 2008 een brief over het afschaffen van het
bouwregime voor de langdurige zorg gestuurd aan de VGN
(gehandicaptenzorg), ActiZ (verpleging en verzorging en thuiszorg) en
GGZ Nederland (geestelijke gezondheidszorg). Die brief is in nauwe
samenwerking met het CIBG, het College bouw zorginstellingen (CBZ) en
de Nederlandse Zorgautoriteit opgesteld.
In die brief is vermeld dat verzoeken voor een toelating met bouw, die
voor 1 oktober 2008 zijn ingediend bij het CIBG en het CBZ, zeker zijn
van afgifte van het gewenste goedkeuringsdocument. Later indienen tot
en met 31 december 2008 was toegestaan, maar leverde geen garantie op
dat het gewenste document kon worden verstrekt. Het College bouw
zorginstellingen en de Nederlandse Zorgautoriteit hebben betrokkenen
geïnformeerd hoe zij zullen omgaan met het afschaffen van het
bouwregime c.q. de continuering van de nacalculatie.
De instellingen hebben rekening gehouden met de afschaffing van het
bouwregime. Door de afschaffing kunnen instellingen een gebouw
inrichten op basis van de eigen afwegingen en hebben zij te maken met
veel minder bureaucratie. De keerzijde van deze grotere vrijheid is
dat de instelling zelf het risico voor de investeringsbeslissingen
draagt.
Minder bureaucratie
Instellingen hoeven geen (wijziging van de) toelating met bouw meer
aan te vragen bij het CIBG bij nieuwe bouwplannen (capaciteitsmutaties
moeten evenwel nog wel in de toelating worden vermeld). Met het
schrappen van het bouwregime vervalt ook de verplichting om een
vergunning aan te vragen bij het College bouw zorginstellingen. De
bureaucratie rond bouwprojecten zal hierdoor aanzienlijk worden
gereduceerd. De administratieve lasten nemen derhalve af. Instellingen
krijgen meer ruimte om eigen, innovatieve initiatieven te ontwikkelen
en te realiseren.
Grotere vrijheid in de bouw
Bij instellingen in de zorg bestaat al lange tijd de behoefte om zich
meer als maatschappelijke ondernemers te kunnen profileren. Meerdere
instellingen werken al investeringsplannen uit die anticiperen op de
nieuwe bouwregulering vanuit de overheid, maar wel betere kwaliteit
voor cliënten opleveren en tevens een dekkende exploitatie binnen de
financiële randvoorwaarden vanuit de overheid. Grotere
verantwoordelijkheid voor het exploiteren van hun voorzieningen, in
overeenstemming met waar cliënten om vragen, verhoudt zich slecht met
gedetailleerde regulering van de bouw. In de vormgeving van de bouw
zullen zij met name de grotere vrijheid van handelen kunnen
realiseren. Als de afschaffing van het bouwregime wordt opgeschort,
zullen dergelijke initiatieven worden belemmerd.
Bekostiging
Tot de invoering van integrale tarieven wordt de nacalculatie voor de
kapitaallasten gehandhaafd. Dat betekent niet alleen dat alle
initiatieven die al over een vergunning op basis van de WTZi
beschikken, maar ook alle andere bouw in de komende jaren de kosten
van die bouw na realisatie in die jaren volledig vergoed krijgen.
Initiatiefnemers houden bij het opstellen van de bouwplannen rekening
met de komst van integrale tarieven in 2011. Dit houdt in dat zij
zich, zonder dat daarvoor een wettelijke titel nodig is, rekenschap
zullen geven van de laatste prestatie-eisen en bouwkostenkengetallen.
Consequenties van het niet afschaffen van het bouwregime
Zonder bouwregime wordt er in 2009 ook niet meer geprioriteerd voor
bouwinitiatieven. Als het bouwregime niet wordt afgeschaft, kan er op
zijn vroegst over twee jaar een nieuw bouwprogramma gereed zijn. Dit
valt dan samen met de invoering van de integrale tarieven, waarna een
bouwprogramma meteen achterhaald zou zijn. Gedurende de tijd van de
opstelling van een bouwprogramma worden geen toelatingen afgegeven en
ook geen vergunningen verstrekt. Indien het bouwregime in de care niet
per 2009 wordt afgeschaft levert dit voor de instellingen veel
onduidelijkheid en onzekerheid op en zal dit leiden tot een
afwachtende houding bij het nemen van investeringsbeslissingen. Door
de afschaffing van het bouwregime kan elke instelling met haar
bouwplannen aan de slag zonder voorafgaande inmenging van VWS en haar
uitvoeringsorganisaties. Terugkomen op eerder aangekondigd beleid (in
casu: uitstel afschaffen bouwregime) zal bovendien financiers van
bouwinitiatieven aan het twijfelen brengen.
Door het afschaffen van het bouwregime in de cure en de care worden de
taken van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen afgebouwd. Per 1
januari 2009 heeft een fors deel van de fte's van het CBZ een
arbeidscontract gekregen bij TNO/Centrum Zorg en Bouw. Op die manier
blijft werkgelegenheid en expertise van het CBZ behouden voor
veldpartijen, IGZ en NZa.
Als het bouwregime niet wordt afgeschaft, zal het CBZ moeten bezien op
welke wijze extra medewerkers kunnen worden ingezet, voor continuering
van de taken van het College bouw.
Als Uw Kamer besluit dat de materie bij wet moet worden geregeld,
betekent dit dat het bouwregime voor de care pas later zal kunnen
worden afgeschaft. Zoals hierboven geschetst is het de bedoeling dat
de WTZi zal opgaan in de nieuwe Wet cliëntenrechten zorg, die naar
verwachting in 2011 in werking zal treden. Een dergelijke vertraging
van de afschaffing van het bouwregime levert voor zorgaanbieders,
zorgkantoren en financiers veel onduidelijkheid en onzekerheid op voor
de periode tot inwerkingtreding van de nieuwe Wet cliëntenrechten
zorg. Bouwiniatieven van instellingen worden zo onnodig belemmerd.
De wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi bevat verder een aantal
aanpassingen naar aanleiding van wijzigingen in het Besluit
zorgaanspraken AWBZ en het overhevelen naar de gemeenten van de
verantwoordelijkheid voor het geven van prenatale zorg, beide per 1
januari 2009. Deze aanpassingen (van een zuiver technisch karakter)
lopen door aanhouding van de wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi
vertraging op.
Ik vertrouw erop dat u na de beantwoording van deze vragen geen
belemmeringen ziet om de wijziging van het Uitvoeringsbesluit in
werking te laten treden.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport