Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2009Z00517 / 2080909780

Vragen van het lid Van der Vlies (SGP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de stopzetting van subsidie aan stichting Onze Weg. (Ingezonden 15 januari 2009)


1
Bent u bekend met het bericht "Dit lijkt op genezen van homo's"? 1)


2
Heeft het op de website van de stichting Onze Weg aanprijzen van boeken over homoseksualiteit pas plaatsgevonden nà uw beantwoording van de Kamervragen van de leden Van der Ham en Van Miltenburg? 2) Zo nee, waarom heeft u dan niet eerder de beslissing genomen de subsidie te beëindigen?


3
Wanneer de vraag of een stichting zich bezig houdt met genezing van homoseksuelen voor u zo belangrijk is, waarom heeft u zich er dan ten tijde van het nemen van de subsidiebeschikking niet van vergewist dat van deze praktijk naar uw mening absoluut geen sprake is? Waarom had u de informatie die u van de stichting uit recente brieven verkregen heeft niet eerder uit de met hen gevoerde gesprekken kunnen verkrijgen?


4
Waarom heeft u in één week twee tegenstrijdige berichten over de subsidiebeschikking aan Onze Weg afgegeven, namelijk eerst in uw antwoorden op de Kamervragen en vervolgens in uw brief? Beseft u dat door deze handelwijze bij de stichting ten onrechte verwachtingen zijn gewekt over de houdbaarheid van de beschikking? Hoe brengt u deze handelwijze in overeenstemming met de zorgvuldigheid van bestuur?


5
Kunt u, mede op grond van wetenschappelijke studie, aantonen dat het onmogelijk is dat mensen in hun leven van seksuele gerichtheid kunnen veranderen, of dat zij hun gerichtheid op een andere wijze kunnen benaderen? Zo nee, waarom trekt u de subsidie aan de stichting Onze Weg in op grond van het feit dat zij de mogelijkheid open houdt dat mensen veranderen van seksuele gerichtheid, of hun gerichtheid in een andere licht gaan zien? Is het voor u funest dat sommige mensen geloven in verandering?


6
Hoe kunt u spreken over de pluriformiteit van de homobeweging wanneer u bepaalde groepen, die homoseksuele gevoelens als realiteit erkennen, bij voorbaat uitsluit?


7
Wat moet verstaan worden onder uw uitspraak dat uw uiteindelijke doel is "dat iedereen zelf kan bepalen hoe zijn of haar leven in te richten"? 3) Betekent dit dat u aan bepaalde gemeenschappen het recht wilt ontzeggen om normen te hanteren ten aanzien van seksualiteit die niet in overeenstemming zijn met uw normen? Wat is de juridische houdbaarheid van deze opvatting?


8




Beseft u dat de opvatting over homoseksualiteit in bepaalde gemeenschappen een onlosmakelijk onderdeel vormt van de bredere visie dat seksualiteit behoort binnen het huwelijk van man en vrouw? Hoe kunt u aan deze gemeenschappen recht doen wanneer u het standpunt over homoseksualiteit isoleert van de context?


9
Kunt u toezeggen dat de gebrekkige transparantie en zorgvuldigheid ten aanzien van de status van subsidiebeschikkingen in de toekomst voorkomen zal worden?


1) Reformatorisch dagblad, 9 januari 2009

2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nrs. 1110 en 1111
3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 1110, vraag 4