UMC Utrecht


Hartfalenpolikliniek vermindert sterfte

Een polikliniek speciaal voor patiënten met hartfalen vermindert het aantal opnamen voor hartfalen en het aantal sterfgevallen. Dat concludeert arts Pieta Bruggink van het Deventer Ziekenhuis, zij promoveert aan het UMC Utrecht. De resultaten veranderen de standaardaanpak van de aandoening.

Bruggink volgde 240 patiënten met matig tot ernstig hartfalen gedurende een jaar. De helft ontving standaardzorg, de andere helft kreeg daarnaast via een speciale hartfalenpolikliniek begeleiding van een verpleegkundige en een gespecialiseerde arts/cardioloog. Na een jaar waren in de extra begeleide groep 11 opnamen voor hartfalen en 12 patiënten overleden. In de controlegroep waren 24 opnamen voor hartfalen en 23 patiënten overleden.

De resultaten betekenen dat een hartfalenpolikliniek onder begeleiding van een arts en een verpleegkundige ook in Nederland de zorg voor patiënten met matig tot ernstig hartfalen verbetert. Voor landen met niet zo'n goede eerstelijnszorg was het nut van zo'n poli al bewezen. Het onderzoek van Bruggink bewijst het ook voor Europese landen met een relatief sterke eerstelijnszorg zoals Nederland. De nieuwste richtlijn van de European Society of Cardiology raadt het instellen van deze multidisciplinaire hartfalenpoliklinieken aan. Waarschijnlijk wordt de aanbeveling ook opgenomen in de nieuwe Nederlandse richtlijn die in de loop van dit jaar verschijnt.

Via de polikliniek geeft een speciale verpleegkundige advies over hartfalen, leefregels, fysieke oefeningen, symptomen van verergering, en zelf-zorg. De arts/cardioloog controleert de lichamelijke conditie, zoals de hart- en nierfunctie, en optimaliseert de medicatie volgens de internationale richtlijnen. Gedurende het jaar worden de patiënten telefonisch benaderd en komen ze negen keer langs op de polikliniek.

Pieta Bruggink: "Patiënten krijgen uitgebreide voorlichting over hartfalen, het belang van leefregels en therapie, en de beperkingen die de ziekte met zich meebrengt. De polikliniek helpt ook bij de acceptatie van de ziekte. Bovendien wordt intensief gecontroleerd hoe het met hen gaat en wordt er zo mogelijk bijgestuurd."

Pieta Bruggink promoveert op 16 januari aan het UMC Utrecht. Zij is als arts/coördinator hartfalenpoli verbonden aan het Deventer Ziekenhuis. Daar en in Alkmaar voerde ze haar onderzoek uit. Het onderzoek is begeleid door prof. dr. Arno Hoes van het Julius Centrum van het UMC Utrecht.

Voor nadere informatie:
UMC Utrecht, In- en Externe Communicatie
Ilse van Wijk en Linda Minnen, tel. 088 7556371 of 7558580. Buiten kantooruren via 088-755 5555
woensdag 14 januari 2009