Nederlandse Taalunie

Taalunie Scriptieprijs 2008 voor studie over vertalen

Den Haag, 16 januari 2009

Voor haar studie over vertalen in de negentiende eeuw ontvangt Bianca Graat (Radboud Universiteit Nijmegen) de Taalunie Scriptieprijs 2008. Die wordt elk jaar uitgereikt, afwisselend aan een afstudeerwerk over literatuur en over taalkunde.

De prijs ter waarde van 1500 euro werd in Leuven uitgereikt tijdens Cross Over, een internationaal congres over Nederlandse literatuur. De jury bewonderde de systematische aanpak, de belezenheid en de wetenschappelijke houding van de winnares. Zij is erin geslaagd "de twee uitersten van de vertaalwereld, met name de theoretische vertaalwetenschap en het praktische vertaalperspectief met elkaar te verzoenen". In haar studie behandelt ze op een
historisch-bibliografische manier het vertaalwerk van de 19de-eeuwse vertaler en auteur Mark Prager Lindo, beter bekend als 'den Ouden Heer Smits'. Daarnaast ontwikkelt ze een eigen model om vertaalwerk te analyseren. "De scriptie opent nieuwe perspectieven en mogelijkheden voor het domein van de literaire vertaling en vormt een stevige basis voor verder onderzoek", zo besluit de jury.

Voor de prijs konden alle universiteiten in Nederland en Vlaanderen één scriptie indienen. Uiteindelijk kreeg de Nederlands-Vlaamse jury van de Taalunie acht teksten te beoordelen. In alfabetische volgorde waren dit:

* Sarah Beeks (Universiteit Utrecht): "Ik ben trouwens geen schrijver". De schrijversidentiteit van Tom Lanoye en Arnon Grunberg.

* Judith Brouwer (Universiteit van Amsterdam): "Al zeyt ghy wyt den ooge, ghy bent uyt mijn herte niet". Amsterdamse brieven uit het Rampjaar 1672.

* Pascal Calu (Katholieke Universiteit Leuven): "Selden vrolijck is ghesont, Altijd vrolijck t'lichaem wondt". Anekdotiek in Het Gulden Cabinet vande Edel Vry Schilderconst (1662) van Cornelis de Bie.

* Adelheid Ceulemans (Universiteit Antwerpen): Natievorming en poëzie: Spoker in Reinaert de Vos. Tekstuele analyse en contextuele studie van de nationaal-politieke teksten van Guido Gezelle in het weekblad Reinaert de Vos (1860-1865).
* Bianca Graat (Radboud Universiteit Nijmegen): "Als geheel en al van belang ontbloot voor den Hollandschen lezer". Over verhalen en vertalingen in de negentiende eeuw en de bijzondere rol van Mark Prager Lindo.

* Kirsten de Pré (Universiteit Leiden): De "Indische" Post. Een onderzoek naar de invloed van de europeanisering van de Indische samenleving in de literaire rubrieken van De Indische Post (1921-1939).

* Emel Spaninks (Vrije Universiteit Amsterdam): "Things are rarely they seem". J.M. Coetzee en de Nederlandse letterkunde.
* Inge Verouden (Universiteit van Tilburg): Het ABC van het doen alsof. Over symbolisch spel en de ontwikkeling van geletterdheid in Jip en Janneke bij vijfjarigen.

Nederlandse Taalunie

De Nederlandse Taalunie is een beleidsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van de Nederlandse taal en letteren en het onderwijs in en van het Nederlands. De Taalunie ziet het als haar opdracht om ervoor te zorgen dat alle Nederlandssprekenden hun taal op een doeltreffende manier kunnen gebruiken. Meer informatie over de Taalunie is te vinden op www.taalunieversum.org.

---