Verbeteringen zijn mogelijk in het bestaande Wmo-verdeelmodel

19/01/2009 14:13

VNG

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) verwelkomt het advies van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) om bij de verdeling van het budget voor de huishoudelijke hulp onder gemeenten ook de factoren 'inkomen' en 'chronische aandoeningen' te betrekken. De VNG zal het Rijk vragen deze SCP-aanbeveling nader uit te werken en deze factoren in de verdeelsystematiek op te nemen. Het SCP concludeert verder dat gemeenten in 2007 bijna 80 miljoen euro minder hebben overgehouden dan was geschat. De VNG zal deze uitkomsten betrekken bij de gesprekken met het kabinet over het Wmo-budget.

Voor de financiering van de huishoudelijke hulp in de Wmo is destijds afgesproken dat een onafhankelijke derde, namelijk het SCP, twee keer per jaar een advies uitbrengt over het Wmo-budget. In mei 2008 kwam SCP met eerste advies. In het tweede advies in december 2008 heeft het SCP zich onder meer gebogen over de vraag of de 1,2 miljard euro die beschikbaar is voor de huishoudelijke hulp in de Wet maatschappelijke opvang (Wmo) goed en eerlijk over gemeenten wordt verdeeld. De verdeling gebeurt per 2008 op basis van een objectief verdeelmodel dat rekening houdt met onder meer demografische gegevens van de gemeenten. Een aantal gemeenten krijgt hierdoor structureel minder geld dan voor de Wmo bestond (nadeelgemeenten). Het SCP adviseert nu om ook de factoren inkomen en het aantal mensen met een chronische aandoening in de gemeente bij de verdeling te betrekken. Dit verzacht volgens het SCP de effecten voor nadeelgemeenten. De VNG vindt dat de constatering van het SCP tot een eerlijkere verdeling kan leiden en zal het Rijk vragen deze aanbeveling nader uit te werken.

Het SCP constateerde in mei 2008 dat gemeenten in 2007 volgens een voorlopige berekening 228 miljoen euro minder hadden uitgegeven aan huishoudelijke hulp dan zij van het Rijk hadden ontvangen. In het advies van december 2008 komt het SCP met de definitieve berekening van de uitgaven voor huishoudelijke hulp. Daaruit blijkt dat gemeenten in 2007 geen 228 miljoen, maar 149 miljoen euro minder hebben uitgegeven dan het totaal beschikbare budget. Oftewel, gemeenten hebben bijna 80 miljoen euro meer uitgegeven aan huishoudelijke hulp dan begin vorig jaar werd verondersteld.

De VNG zal deze uitkomst betrekken bij de voortgaande onderhandelingen met het kabinet over de toereikendheid van het Wmo-budget in het licht van komende kostenstijgingen. Kostenstijgingen worden in ieder geval verwacht vanwege drie oorzaken: de wetswijziging Wmo, de ombuigingen in de AWBZ-functie begeleiding (de Pakketmaatregel) en de tariefstijgingen in de thuiszorgsector in de nieuwe aanbestedingsrondes.

Den Haag, 19 januari 2009








Vereniging Nederlandse Gemeenten