Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal
ostbus 20018
P
2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van 16 januari 2009 MLB/M/95.602 14 januari 2009

Onderwerp
Vragen Remkes (VVD) over NOS en regionale

omroep inzake NK marathonschaatsen op natuurijs

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Remkes (VVD) van uw Kamer inzake de slechte samenwerking tussen de NOS en de regionale omroep rond het NK marathonschaatsen op natuurijs.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2009Z00305 / 2080909380.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl





Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Remkes (VVD) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 13 januari 2009, kenmerk 2009Z00305 / 2080909380)


1.
Kent u het bericht "Marathon natuurijs: NOS weert regionale televisie"?1

Ja.


2.
Heeft de NOS de KNSB verzocht om een exclusiviteitsclausule in de overeenkomst over de uitzendrechten? Zo ja, waarom?

Desgevraagd heeft de NOS mij laten weten dat de uitzendrechten van het NK Natuurijs deel uitmaken van een bredere overeenkomst tussen NOS en KNSB over diverse schaatswedstrijden die in Nederland onder auspiciën van de KNSB georganiseerd worden. De uitzendrechten hiervan zijn door de KNSB op basis van exclusiviteit aangeboden. De achtergrond hiervan is dat de rechtenhouder zijn rechten aldus optimaal kan exploiteren en met een redelijke zekerheid kan investeren in de uitzending van de verschillende wedstrijden.


3.
Is het waar dat de NOS in het verleden wel beelden wilde delen met regionale omroepen, maar dat de NOS in dit geval Omroep Flevoland verboden heeft beelden te maken of uit te zenden van de schaatswedstrijd, tenzij daarvoor 275 euro per minuut uitzendrecht zou worden betaald?

De NOS heeft Omroep Flevoland vrijgelaten om zelf beelden van de wedstrijd te maken, uiteraard voor zover een en ander niet hinderlijk voor de verslaggeving van de NOS zelf zou zijn. Over de onderlinge beschikbaarstelling van elkaars beelden bestaan algemene afspraken tussen landelijke en regionale omroepen. Het genoemde bedrag is het bedrag dat daarbij door partijen over en weer wordt gehanteerd.


4.
Acht u het wenselijk dat een landelijke publieke omroep grote geldbedragen vraagt aan een publieke regionale omroep om beelden uit de eigen regio te mogen uitzenden? Is dit geen verspilling van belastinggeld?

Zoals uit mijn antwoord op vraag 3 blijkt, gaat het om bedragen die over en weer berekend worden. Overigens heb ik begrepen dat NOS en ROOS doende zijn om deze standaardbedragen omlaag te brengen. In ieder geval geldt voor beide partijen dat zij met de levering van beelden gegenereerde inkomsten weer aan de verzorging van hun programma moeten besteden. In die zin ondervindt de belastingbetaler hier geen nadeel van.
Ik wijs in dit verband ook op Europese regelgeving die publieke omroepen verplicht hun rechten marktconform ter beschikking te stellen om oneerlijke concurrentie te voorkomen.


1 www.elsevier.nl 8 januari 2009: "Marathon natuurijs: NOS weert regionale televisie". Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl






5.
Wat is in uw opvatting de gewenste mate van synergie die tussen landelijke en regionale omroepen dient te bestaan? Hoe verhoudt de opstelling van de NOS zich tot de doelstelling van het kabinet dat 'Hilversum' meer moet samenwerken met regionale en lokale omroepen?

Het lijkt mij niet juist om de gewenste mate van synergie tot op het niveau van individuele programma's te beschrijven. Ik acht dat in de eerste plaats een gespreksonderwerp voor NPO en ROOS. Overigens onderschrijf ik in het algemeen de stelling dat de programmatische taak van de landelijke en regionale omroep aanvullend in plaats van overlappend ten opzichte van elkaar dient te zijn. Het Commissariaat voor de Media onderschrijft deze zienswijze. In zijn evaluatierapport van 18 december 2008 over de gewijzigde financieringsstructuur van de regionale omroep zegt het Commissariaat hierover: "Daarnaast merkt het Commissariaat op dat de regionale omroep gebaat zou zijn bij een duidelijkere taakverdeling tussen de landelijke, regionale en lokale omroep. Het Commissariaat gaat hierbij uit van een aanvullende rol van de regionale omroep ten opzichte van de landelijke en lokale omroepen. Aanscherping van taak en opdracht dwingt de regionale omroep om prioriteiten te stellen waardoor de omroep beter tot zijn recht kan komen."


6.
Bent u van mening dat genoemde weigering van de NOS de beelden te delen met Omroep Flevoland duidt op een voorkeur van de landelijke publieke omroep voor hoge kijkcijfers en daaraan gekoppelde reclame-inkomsten boven bereik van de kennelijke publieke boodschap? Zo nee, kunt u aangeven welke overwegingen aan de beslissing van de NOS ten grondslag hebben gelegen?

Zoals uit de beantwoording van de vragen 2 en 3 blijkt, gaat deze vraagstelling uit van een onjuiste veronderstelling.


7.
Acht u het denkbaar dat de NOS ook in de toekomst regionale omroepen zal weren bij belangrijke evenementen, denk bijvoorbeeld aan het eventueel weren van omroep Friesland bij een mogelijke Elfstedentocht? Zo ja, bent u bereid hierover met de NOS in gesprek te treden?

Net als in het geval van het NK Natuurijs is niet de NOS, maar de organisator van het evenement degene die bepaalt aan wie de uitzendrechten worden aangeboden. Ten aanzien van de verslaggeving van een eventuele Elfstedentocht bieden de bestaande afspraken tussen landelijke en regionale omroep voldoende aanknopingspunten om tot een vruchtbare samenwerking te komen. Overigens heb ik begrepen dat NPO en ROOS met elkaar in overleg zijn over verdere uitbouw van samenwerking tussen landelijke en regionale (en lokale) publieke omroepen op velerlei gebied.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl