European Union



Brussel, 19 januari 2009

Tussentijdse prognoses voor 2009-2010: scherpere neergang maar groei keert terug vóór eind 2009

Verwacht wordt dat het bbp in de Europese Unie in 2009 met circa 1,8% zal krimpen en dat de groei vervolgens een bescheiden herstel zal vertonen tot 0,5% in 2010. Deze ontwikkeling is toe te schrijven aan het effect op de reële economie van de verhevigde financiële crisis, de daaruit voortvloeiende wereldwijde economische neergang (tot uiting komend in een sterk dalende wereldhandel en industriële productie) en, in sommige landen, de correcties op de woningmarkt. De overheidsconsumptie en de openbare investeringen zullen evenwel het nodige soelaas bieden. Ook zal de vermindering van de inflatoire druk de particuliere consumptie in de hand werken. Dankzij de discretionaire budgettaire maatregelen die sinds augustus
2008 zijn aangekondigd, zal het bbp met ongeveer ¾ pp. minder krimpen. Gedurende de gehele prognoseperiode zal de ernstige economische neergang echter grote gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de overheidsfinanciën.

"Dankzij de maatregelen tot stabilisatie van de financiële markten, de versoepeling van het monetaire beleid en de diverse economische herstelplannen zullen wij een bodem kunnen leggen onder de verslechtering van de economie in 2009 en de voorwaarden kunnen scheppen voor een geleidelijk herstel tijdens het tweede halfjaar. Thans moet er in de eerste plaats op worden toegezien dat de genomen maatregelen ook effectief werken: er moet worden gezorgd voor een betere kredietverlening tegen een redelijke rente en de budgettaire stimuleringspakketten dienen snel ten uitvoer te worden gelegd om de investeringen en de particuliere consumptie te stimuleren. Om het vertrouwen te bevorderen, is het voorts van cruciaal belang dat de lidstaten zich er uitdrukkelijk toe verbinden de verslechtering van de overheidsfinanciën om te buigen zodra de normale economische tijden terugkeren, zodat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op middellange à lange termijn gevrijwaard blijft", aldus Joaquín Almunia, het Commissielid bevoegd voor economische en monetaire zaken.

Volgens de vervroegde tussentijdse prognoses die vandaag zijn bekendgemaakt , is de economische groei in zowel de EU als het eurogebied vertraagd van iets minder dan 3% in 2007 tot circa 1% in
2008. In 2009 zal het reële bbp naar verwachting sterk teruglopen, namelijk met ongeveer 1,8% in de EU en met 1,9% in het eurogebied, waarna het in 2010 wederom met ongeveer ½% zal toenemen.

Wereldeconomie komt dit jaar in een recessie terecht

Aangenomen wordt dat de wereldwijde economische activiteit in het laatste kwartaal van 2008 fors is vertraagd. Uit de verslechtering van onder meer recente conjunctuurgegevens en binnenkomende orders blijkt dat deze verzwakking op korte termijn wellicht zal aanhouden. Verwacht wordt dat de economische neergang algemeen voelbaar zal zijn en alsmaar sterker wordende negatieve overloopeffecten zal sorteren op de economieën van de opkomende markten. Voor 2009 als geheel wordt uitgegaan van een vertraging van de mondiale bbp-groei tot 0,5% (tegen
3,3% in 2008 en het uitzonderlijk hoge gemiddelde van 5% in de periode
2004-2007). Vanaf de tweede helft van 2009 zal de mondiale groei naar verwachting een geleidelijke maar bescheiden toename te zien geven naarmate de situatie op de financiële markten verbetert en het effect van de versoepeling van het macro-economische beleid (niet in de laatste plaats in de Verenigde Staten) voelbaar wordt. Al bij al wordt voor 2010 een mondiale bbp-groei van ongeveer 2¾% voorspeld.

Ook de EU-economie wordt zwaar getroffen

In het derde kwartaal van 2008 is het bbp in zowel het eurogebied als de EU met 0,2% gekrompen. Dit houdt in dat het eurogebied in zijn eerste technische recessie is terechtgekomen, aangezien het bbp voor het tweede kwartaal op rij is afgenomen. In het licht van verder tegenvallende enquêtegegevens in alle sectoren en landen en de uitgesproken verslechtering van andere voorlopende indicatoren tijdens het vierde kwartaal, ziet het er naar uit dat het bbp gedurende het gehele eerste halfjaar van 2009 verder zal krimpen. Verwacht wordt dat de economische neergang vrijwel alle landen zal treffen naarmate de financiële crisis, de mondiale conjunctuurverslechtering en, in sommige lidstaten, ook de inzakkende woningmarkt hun tol eisen. Van de daling van zowel de particuliere als de netto buitenlandse vraag zal naar verwachting een aanzienlijk neerwaarts effect uitgaan op de bbp-groei, waarbij alleen de overheidsconsumptie en de openbare investeringen enig tegenwicht bieden.

Vooral de particuliere investeringen, die een belangrijke drijvende kracht achter de conjuncturele opleving vormden, zullen een plotselinge vertraging te zien geven als gevolg van een scherpe daling van de bezettingsgraad van het productievermogen, een versombering van de economische vooruitzichten en striktere financieringsvoorwaarden.

Oplopende werkloosheid en overheidstekorten

In 2008 begon de arbeidsmarktsituatie in de meeste lidstaten te verslechteren. Verwacht wordt dan ook dat de werkgelegenheid, die met een zekere vertraging op veranderingen in de bbp-groei reageert, dit jaar een negatieve groei zal vertonen: in de EU zouden 3½ miljoen banen verloren gaan. In het licht daarvan wordt voorspeld dat de werkloosheid in 2009 zal toenemen tot 8¾% in de EU (en 9¼% in het eurogebied) en in 2010 verder zal oplopen.

De minder gunstige vooruitzichten zullen naar verwachting ook niet zonder gevolgen blijven voor de openbare financiën, die tevens te lijden hebben onder het wegvallen van inkomstenmeevallers uit het verleden, een veelal minder fiscale inkomsten genererende groei en het effect van de verregaande discretionaire maatregelen die de lidstaten hebben genomen en/of aangekondigd (bij het afsluiten van de prognoses werd aangenomen dat dit effect in de EU in 2009 ongeveer 1% van het bbp zou bedragen). Daarom wordt verwacht dat het nominale tekort in de EU dit jaar ruimschoots zal verdubbelen tot 4½% in 2009 (en in het eurogebied zal toenemen van circa 1¾% tot 4%).

Inflatie zal naar verwachting snel teruglopen

De inflatiedruk neemt snel af. De krachtige toename van de grondstoffenprijzen, die ertoe leidde dat de inflatie in de zomer van
2008 een piek bereikte, is abrupt omgeslagen onder invloed van zowel snel versomberende groeivooruitzichten voor de EU en de wereldeconomie als verslechterende arbeidsmarktsituaties. Deze factoren droegen bij tot een aanzienlijke neerwaartse bijstelling van de inflatievooruitzichten ten opzichte van de najaarsprognoses. Thans wordt ervan uitgegaan dat de consumentenprijsinflatie zal dalen van
3,7% in 2008 in the EU (3,3% in het eurogebied) tot ongeveer 1,2% in
2009 (1,0% in het eurogebied) en iets minder dan 2% in 2010 in beide zones.

Momenteel is de situatie zeer onzeker

Deze prognoses zijn wederom met uitzonderlijk grote onzekerheden omgeven, nu de wereldeconomie met de ernstigste crisis sedert de tweede wereldoorlog wordt geconfronteerd. De risico's voor de groeivooruitzichten houden elkaar in evenwicht. Als neerwaartse risico's kunnen de gevolgen van de financiële crisis (onder meer voor de woningsector) en de sterk negatieve wisselwerking tussen de financiële en reële sectoren van de economie worden genoemd. Daar staat tegenover dat de groei hoger kan uitvallen dan voorspeld als bijvoorbeeld de budgettaire maatregelen tot een sneller vertrouwensherstel bij investeerders en consumenten leiden dan verwacht. Ook de risico's voor de inflatievooruitzichten lijken elkaar in evenwicht te houden, gezien de ontwikkeling van de grondstoffenprijzen en de mondiale verslechtering van de economische vooruitzichten.

Een meer gedetailleerd verslag is beschikbaar op:

http://ec.europa.eu/economy_finance/thematic_articles/articles13288_en .htm


---

De tussentijdse prognoses van de Commissie worden doorgaans in februari bekendgemaakt en hebben gewoonlijk alleen betrekking op de inflatie en de groei in de grootste zeven economieën van de EU tijdens het lopende jaar. De voorliggende prognoses gelijken meer op de voorjaars- en najaarsprognoses. Dit komt doordat zich sinds het najaar een uitzonderlijk snelle verslechtering van de economische situatie en vooruitzichten heeft voorgedaan, waarmee rekening dient te wordt gehouden in het kader van de jaarlijkse beoordeling van de stabiliteits- en convergentieprogramma's van de lidstaten.