NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1
Radio / TV-interview | 16-01-2009
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over het financiële steunpakket, de verlenging van de
missie in Afghanistan na 2010 en de uitlatingen daarover van minister
Van Middelkoop.
o STEUNPAKKET VAN HET KABINET
SVEN KOCKELMANN:
Het hele land heeft vandaag naar Den Haag gekeken, met de Trêveszaal,
waar u heeft zitten vergaderen met de ministerraad. Met als grote
vraag: welk reddingsplan gaat u bedenken voor de economie. En u steekt
er geen stuiver extra in. Waarom niet?
BALKENENDE:
Ik heb uw uitzending vanochtend ook even bekeken, Goedemorgen
Nederland. Toen u sprak over een pakket vandaag nodig. Toen dacht ik:
nou, dat klinkt erg zwaar. Misschien goed om nog eens even...
KOCKELMANN:
Dat waren wel de verwachtingen, ook in de Tweede Kamer.
BALKENENDE:
Dat heeft een beetje verbaasd. Want ik heb vorige week aangekondigd -
en niet alleen vorige week, maar ook al voor het kerstreces- dat we
een aantal maatregelen zouden gaan nemen. Dat had te maken met een
brief die we hebben verstuurd eind november. Toen hebben we gezegd: de
vervroegde afschrijving voor bedrijven is van groot belang. Dat men
gaat investeren. Dan hadden we de groeifaciliteit, dat bedrijven
makkelijker aan krediet kunnen komen. Toen hebben we ook gezegd: er
zijn nog een paar experimenten die willen we nader gaan bezien. Dat is
vandaag aan de orde geweest. Dus datgene...
KOCKELMANN:
Maar dat zijn extra garantstellingen van de overheid om te zorgen dat
bedrijven zich makkelijker kunnen verzekeren in het buitenland,
makkelijker krediet loskrijgen bij banken. Maar als je dat afzet tegen
uw eigen partijgenoot Elco Brinkman, die zei: we moeten bouwen. Tegen
VNO-NCW: wegen aanleggen. De Rotterdamse haven: investeren in de
Maasvlakte. Stop geld in die economie. Nu hoor ik Wouter Bos aan de
overkant bij de Trêveszaal zeggen: het kost ons niets extra's. Dus er
gaat geen stuiver extra naar toe.
BALKENENDE:
Dan moeten we even terug naar wat we allemaal hebben gedaan als
kabinet. Vorig jaar was de zorg enorm groot over de financiële sector.
We hebben nu negentig miljard in de financiële sector geïnvesteerd om
te zorgen dat mensen hun spaargeld niet verliezen. Om te zorgen dat
banken kunnen functioneren. Dat banken niet omvallen, in het geval van
Fortis. Dat heeft de staatschuld al behoorlijk belast moet ik zeggen.
Dus dat is wat gebeurde bij de financiële sector. Toen we spraken over
de begroting voor dit jaar, toen hebben we gezegd: laten we de
inkomens van mensen verbeteren. Geen btw-verhoging, geen betaling van
WW-premies door werknemers.
KOCKELMANN:
De koopkracht, daar gaan we bijna allemaal op vooruit.
BALKENENDE:
Ja, de koopkracht gaat dus (onverstaanbaar, red.) goed. Dan hebben we
een ander punt. We zien al dat natuurlijk, we hebben een
begrotingsoverschot, maar dat gaat op naar een tekort. Met andere
woorden, je neemt toch genoegen met iets dat je eigenlijk liever niet
hebt. Dan hebben we vandaag ook weer besluiten genomen. Die zaken
geven al aan dat we heel veel dingen doen. Nu kom ik bij het punt waar
u op doelt, van: moet er meer worden geïnvesteerd? We hebben het
bijvoorbeeld gehad over: we zijn al lang van plan in Nederland om te
gaan investeren, te gaan bouwen. Laat ik een voorbeeld noemen. We
hebben al jarenlang nu de discussie kunnen wij bepaalde wegen niet
gaan verbreden. Daar is geld voor vrijgemaakt.
KOCKELMANN:
Versneld aanleggen, extra investering voor de overheid.
BALKENENDE:
U hebt gezien wat er is gebeurd. Een bepaalde procedure heeft er toe
geleid dat er even niet gebouwd mag worden. Uitspraak van de Raad van
State. Vervolgens is gezegd: wij willen tempo maken en gelukkig heeft
minister Eurlings nu een wet door de Tweede Kamer gehaald, en ik hoop
dat het ook goed gaat in de Eerste Kamer, zodat het sneller gaat om te
kunnen investeren. Zo kan je procedures versnellen.
KOCKELMANN:
De Duitsers die stoppen er vijftig miljard extra in. Landen om ons
heen doen dat ook. Van de VVD tot de vakbond zeggen ze: alternatieven,
duurzame energie, nu investeren.
BALKENENDE:
We moeten oppassen om de situatie van het ene land zomaar te
vergelijken met dat van een ander land.
KOCKELMANN:
Is het niet nodig om er extra geld in te stoppen nu?
BALKENENDE:
De uitgangssituatie van Nederland die is gewoon goed. De koopkracht is
zeer behoorlijk dit jaar. Zelfs beter dan we vorig jaar dachten. De
werkloosheid in Nederland is historisch laag en we zitten ongeveer op
het laagste niveau van Europa. Overheidsfinanciën die er behoorlijk
goed voorstaan. Kortom, de uitgangspositie is bepaald niet slecht. Dat
is in andere landen soms anders. Dat is één voorbeeld. Het tweede
voorbeeld. Wij hebben in Nederland een grote financiële sector. Wij
doen veel om banken overeind te houden. In andere landen kan het soms
heel anders liggen.
KOCKELMANN:
Maar meneer Balkenende, uw eigen partijgenoot Piet-Hein Donner op
Sociale Zaken, die heeft het over massaontslagen.
BALKENENDE:
Dan moet u ook de heer Donner goed citeren. Wat heeft de heer Donner
nu gezegd? Hij zei: ik zie het risico van massaontslagen. Dat er bij
bepaalde bedrijven mensen ineens aan de kant komen te staan. Toen
heeft hij gezegd: we moeten oppassen dat massaontslagen als ze zich
voordoen omslaan in massawerkloosheid. Dat is ook de reden waarom hij
het plan nu aan het ontwikkelen is om te zorgen dat wanneer mensen hun
baan zouden verliezen ze zo snel mogelijk ander werk vinden.
KOCKELMANN:
Maar je spreekt toch niet voor niets over massaontslagen? Dat zeg je
toch niet zomaar?
BALKENENDE:
De situatie is ernstig.
KOCKELMANN:
Is het uitgesloten dat er, laten we zeggen over een paar maanden als
er weer nieuwe groeicijfers, of negatieve groeicijfers binnenkomen,
dat u wel miljarden extra nog in die economie gaat stoppen?
BALKENENDE:
Alles naar volgorde. Eerst die financiële crisis. Die hebben we
aangepakt. Toen zorgen dat kredieten kunnen worden verleend. We zitten
nu in die fase. Dan, wat er nu het komend jaar gaat gebeuren. Eind
februari krijgen we weer de nieuwe cijfers van het Centraal
Planbureau. En dan praten we daarna over twee belangrijke zaken. Zijn
er nog aanvullende maatregelen nodig voor dit jaar? Dat is wat je
noemt de voorjaarsnota. Of, wat doen we voor volgend jaar? En dan kom
ik even terug op het punt dat u noemt ten aanzien van investeringen.
Ik praat ook veel met bouwers. Wat je nu vaak ziet is dat bepaalde
groepen bouwers die hebben nu nog opdrachten, omdat ze gewoon wegen
moeten aanleggen. Dus die orderportefeuille is nu nog gevuld. Maar op
enig moment houdt dat op. En dan is het zaak om op dat soort momenten
te zorgen dat er nieuwe projecten zijn. Daar zijn we druk mee bezig.
KOCKELMANN:
Dan is het dus niet uitgesloten dat u er dan dus wel heel veel geld
instopt?
BALKENENDE:
Ik doe geen uitspraken over bedragen. Het moet financieel verantwoord
zijn. Maar het is zo, we hebben steeds gezegd: wij willen doen wat
nodig is.
KOCKELMANN:
Laatste vraag over dit onderwerp. U zei net zelf: het
begrotingsoverschot slaat om in een tekort. Dat wil je eigenlijk
gewoon niet hebben. Stel dat je meer geld nog dan u nu doet in de
economie stopt, dan wordt dat tekort alleen maar groter. Kan dat
(onverstaanbaar, red) extra bezuinigingen?
BALKENENDE:
Je kunt ombuigen niet uitsluiten. Het is ook zo, mensen zeggen van we
moeten ook extra investeringen doen. Bijvoorbeeld wat u zegt, meer
wegen, meer infrastructuurprojecten, meer bouwwerken wellicht. Dan
moet je wel kijken of dat solide kan. Dat is ook precies wat het
kabinet doet. We moeten goed kijken naar wat is de financiële ruimte.
Ombuiging kun je niet uitsluiten. Waar kan je intensiveren en waar
moet je hervormingen doorvoeren. Al die zaken liggen op ons bord als
een complexe discussie.
KOCKELMANN:
U doet dat in etappes. Stap voor stap.
BALKENENDE:
Ja, en op een verstandige manier. Dat je maatregelen neemt die gewoon
nodig zijn.
O VERLENGING AFGHANISTAN-MISSIE
KOCKELMANN:
Goed, ander onderwerp. Als Barack Obama na komende dinsdag belt met
Nederland, want hij wil steun voor een nieuwe missie in Afghanistan,
moet hij dan met u bellen, met Eimert van Middelkoop, minister van
Defensie, of met Maxime Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken? Of
misschien nog wel met Bert Koenders ook?
BALKENENDE:
Het is zo dat dit soort contacten, wanneer die worden gelegd, dan is
het vaak zo dat de regeringsleiders hebben de contact met elkaar. De
ministers van Buitenlandse Zaken hebben contact met elkaar. En de
ministers van Defensie hebben ook contact met elkaar.
KOCKELMANN:
En nu is het probleem dat die Amerikanen dan uit drie monden drie
verschillende dingen horen. Namelijk, u zegt: er ontstaat een nieuw
wegingsmoment. De minister van Defensie zegt: Obama kan net zo vaak
bellen als hij maar wil, maar wij gaan na 2010 geen nieuwe grote
missie in Afghanistan opzetten. En de minister van Buitenlandse Zaken
zegt: alle opties staan open.
BALKENENDE:
U maakt er toch een beetje een karikatuur van.
KOCKELMANN:
Dat is toch niet waar? De minister van Defensie heeft dit letterlijk
gezegd tegen het Nederlands Dagblad, geautoriseerd en wel.
BALKENENDE:
Het is eigenlijk zo: Nederland zit een langere tijd in Afghanistan. We
zitten met een groot aantal mensen die ik enorm bewonder in Uruzgan.
We hebben anderen die actief zijn in de omgeving van Kandahar met
F16's en helikopters. En we hebben Nederlandse militairen die actief
zijn op het hoofdkwartier van ISAF in Kabul. Voor dat wij begonnen in
Uruzgan waren we ook actief. Wat hebben we nu besloten? Nederland zou
eerst twee jaar in Uruzgan zitten. Toen is het besluit genomen om dat
te verlengen. Daar stoppen we mee in 2010. Ten aanzien van de vraag
kunnen we andere dingen doen in Afghanistan, daarvan heb ik gezegd:
dat zal op dat moment worden bekeken, wanneer er verzoeken zijn.
KOCKELMANN:
Een nieuw wegingsmoment, dat zei u voor de feestdagen. Tijdens de
feestdagen vliegt Eimert van Middelkoop naar Uruzgan. Dus nadat u
hier, aan deze tafel heeft gezegd: er ontstaat een nieuw
wegingsmoment, zegt hij: Obama kan bellen tot hij er bij neervalt. Wij
gaan niet na 2010... Dat heeft hij gezegd.
BALKENENDE:
Heeft u het vragenuurtje gevolgd deze week in de Tweede Kamer?
KOCKELMANN:
Jazeker, maar ik heb ook toevallig het geautoriseerde interview gezien
in het Nederlands Dagblad.
BALKENENDE:
Dat weet ik wel.
KOCKELMANN:
Dat is toch wat anders dan wat u zegt?
BALKENENDE:
Ik heb uiteraard ook hierover gesproken met minister Van Middelkoop.
De redenering die ik u net aangeef en hoe het zit met de
besluitvorming ten aanzien Uruzgan en de andere dingen. En over die
andere dingen zullen we gewoon op enig moment als er verzoeken komen
ons buigen en dat zal dan worden bekeken. Voordat minister van
Middelkoop in de Kamer heeft gesproken deze week, dat vragenuurtje,
heb ik natuurlijk ook contact met hem erover gehad. Ten aanzien van de
inhoudelijke zaken die hij naar voren heeft gebracht (onverstaanbaar,
red).
KOCKELMANN:
Vond u het een gelukkig optreden trouwens?
BALKENENDE:
Het heeft wel tot gedoe geleid in (onverstaanbaar, red.)
KOCKELMANN:
Maar vond u het een gelukkig optreden?
BALKENENDE:
Het is altijd vervelend wanneer er een verklaring laat op de dag moet
worden uitgeschreven naar aanleiding van zo'n vragenuurtje. Dat is
natuurlijk niet leuk.
KOCKELMANN:
Het blijft toch vervelend als een minister in de Tweede Kamer iets
zegt dat later niet waar blijkt te zijn.
BALKENENDE:
Dat is ook reden voor hem geweest om met een verklaring te komen.
Vervolgens heeft dat weer geleid tot allerlei Kamervragen. Volgende
week zal er een debat zijn in de Tweede Kamer.
KOCKELMANN:
(onverstaanbaar, red.) Vandaag ook nog in de Telegraaf,
hergepubliceerd. Dat tweede interview, dat is wel geautoriseerd en
daar herhaalt hij wat hij eerder heeft gezegd.
BALKENENDE:
Ik denk dat het goed is dat na alle commotie van deze week en alle
publiciteit, dat minister Van Middelkoop nu in de gelegenheid is om
een brief te sturen naar de Tweede Kamer. En dan zal volgende week
daar een debat over volgen.
KOCKELMANN:
Heeft u nog vertrouwen in hem?
BALKENENDE:
Ik heb vertrouwen in minister van Middelkoop. Natuurlijk zijn er soms
ook momenten dat je denkt: ja, dat is niet zo plezierig. Dat heeft
natuurlijk ook met deze publiciteit...
KOCKELMANN:
Heeft u hem erop aangesproken?
BALKENENDE:
Ik doe geen uitspraken over wat de inhoud is van de gesprekken. Ik heb
natuurlijk meerdere keren contact gehad met minister van Middelkoop
deze week.
KOCKELMANN:
Is het nu de laatste keer dat hij zo blundert in de media?
BALKENENDE:
Ik denk dat een minister eigenlijk altijd moet voorkomen, proberen te
voorkomen, dat je nodeloze discussies krijgt. Want het natuurlijk veel
belangrijker om over de inhoud te praten.
KOCKELMANN:
Maar die inhoud is juist zo belangrijk in deze kwestie. Dus dan zou je
ook kunnen zeggen: dit is de laatste keer geweest.
BALKENENDE:
Laten we eerst maar eens het debat van volgende weke afwachten.
KOCKELMANN:
Daar moet hij zich verantwoorden. En wat hangt daar dan precies van
af?
BALKENENDE:
Hoe hij nog precies kan aangeven hoe het nu zit met zijn inhoudelijke
visie ten aanzien van Afghanistan. Dan zullen er opmerkingen komen van
de kant van de Tweede Kamer en dan kan hij daarop ingaan.
KOCKELMANN:
En u wacht dat debat af?
BALKENENDE:
Natuurlijk, dat is te verwachten.
KOCKELMANN:
Ik dank u wel voor dit gesprek.
BALKENENDE:
Graag gedaan.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd)
Ministerie van Algemene Zaken