Universiteit Maastricht

Persberichten 2009

16 januari 2009
Debat met Minister Koenders over mondiale crisis en armoede World Development Report 2009 van de Wereldbank staat centraal

Wat zijn de gevolgen van de kredietcrisis voor de bestrijding van armoede? Zijn de adviezen van de Wereldbank die voor de crisis zijn geschreven nog geldig? Hoe ziet de toekomst van ontwikkelingssamenwerking er uit? Deze vragen staan centraal tijdens een publiek debat op 26 januari met als titel `How inclusive can economic growth be?'. Bert Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking gaat in gesprek met het publiek en Indermit Gill, directeur van het World Development Report 2009 van de Wereldbank onder leiding van Jo Ritzen, voorzitter van College van Bestuur van de Universiteit Maastricht. Dit is de eerste bijeenkomst in 2009 van `Maastricht Debates'.

Ieder jaar publiceert de Wereldbank het World Development Report (WDR) met daarin beleidsaanbevelingen over mondiale economische ontwikkeling op basis van gedegen economisch onderzoek. De 2009 editie, met als titel `Reshaping Economic Geography', is geschreven voordat de kredietcrisis in volle hevigheid uitbrak. In dit rapport wordt betoogd dat ondanks het feit dat economische groei altijd ongelijk is, levensverbetering van de armen (inclusive development) mogelijk is. Anno 2009 is er echter wereldwijd sprake van economische krimp en krijgen ook economieën die in de afgelopen tien jaar sterk zijn opgekomen - zoals India en China - het zwaar te verduren.

De auteurs van het Wereldbankrapport stellen een aantal maatregelen voor die, afhankelijk van het (economische) ontwikkelingsniveau, ervoor kunnen zorgen dat economische groei hand in hand gaat met de verbetering van de positie van armen. De maatregelen zijn het inrichten van overheidsinstellingen op het platteland, het verbeteren van de infrastructuur en het stimuleren van integratie in de mondiale economie. Ze zijn, zo is de veronderstelling, universeel inzetbaar. Maar zijn deze maatregelen wel algemeen geldig? Hoe wordt ingespeeld op verschillende situaties met andere actoren, context en geschiedenis? Het rapport lijkt geen oog te hebben voor culturele verschillen en de politieke werkelijkheid die vaak van grote invloed is op de ontwikkeling van landen en gebieden. Ook wordt geen aandacht besteed aan de vraag of overheden, die geacht worden beleid te implementeren, daartoe altijd in staat zijn.

Fragiele staten
In het bijzonder geldt dit voor fragiele staten, een van de prioriteiten in het Nederlandse ontwikkelingsbeleid. Juist in die landen is vaak sprake van grote armoede en een overheid die niet in staat is om de burgers adequaat bij te staan. Hoe kan een instabiele overheid beleidsaanbevelingen uitvoeren ten gunste van de velen die in armoede leven?
Juist in landen waar de overheid faalt, spelen maatschappelijke organisaties een grote rol. Ook een sterk bedrijfsleven is dan van groot belang. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het Nederlandse ontwikkelingsbeleid dat publiek-private samenwerking stimuleert. Het is daarom verrassend dat het Wereldbankrapport zich alleen richt op de overheid. Welke rol zien de auteurs weggelegd voor de andere marktpartijen?

Het debat maakt deel uit van de bijeenkomst 'Career Development in Development Work' van Universiteit Maastricht (Career Services, Mundo, en de studentenvereniging AIESEC). Het debat vindt plaats op maandag 26 januari, 17.30 - 19.00 uur in de Aula van het bestuursgebouw, Minderbroedersberg 4-6 in Maastricht. De voertaal is Engels. Voor meer informatie kijk op www.maastrichtdebates.net