Unicef veroordeelt aanslagen op Pakistaanse scholen 26 januari 2009, Genève - Unicef maakt zich grote zorgen om het toenemende aantal aanslagen op scholen in het noordwesten van Pakistan. "Unicef veroordeelt deze aanslagen, die kinderen van hun fundamentele recht op onderwijs beroven en die een verwoestende uitwerking op hun levens hebben," zegt Daniel Toole, regionaal Unicef-directeur voor Zuid-Azië.

Tijdens een recente aanslag zijn vijf scholen in het Pakistaanse Swat-district opgeblazen en het geweld tegen scholen gaat gewoon door.

Sinds 2007 zijn meer dan 170 regerings- en privéscholen, met name meisjesscholen, in het noordwesten van Pakistan door gewapende groeperingen opgeblazen of afgebrand. Andere scholen zijn dicht omdat ze door strijders of veiligheidstroepen zijn ingenomen, of omdat onderwijzeressen worden bedreigd.

Scholen zijn veilige havens en moeten in staat worden gesteld om de tienduizenden kinderen in deze regio onderwijs te bieden. De Pakistaanse regering, ontwikkelingsorganisaties, gemeenschappen en ouders werken samen om drempels weg te nemen die belemmeren dat kinderen, vooral meisjes, naar school gaan. Al deze partijen begrijpen dat onderwijs tot de fundamentele mensenrechten behoort en dat het andere rechten, zoals die op gezondheid, goede voeding en bescherming ondersteunt en mogelijk maakt. Onderwijs is ook van essentieel belang ten tijde van noodsituaties zoals conflicten, omdat het voor structuur en regelmaat zorgt.

Unicef roept dan ook alle partijen, met name de Pakistaanse overheid, op voor het doen van meer inspanningen voor het beschermen van scholen, leerlingen en onderwijzers in de gebieden waar gevochten wordt. "Aanvallen die scholen, kinderen en onderwijzers als doelwit hebben zijn onacceptabel en moeten onmiddellijk stoppen," aldus Toole.