GroenLinks

GroenLinks wil openbaarheid onderzoek ING

26 januari 2009

GroenLinks wil deze week debatteren met minister van Financiën Bos over de laatste reddingsactie voor ING. De Staat neemt 80% van het risico over van de slechte beleggingsportefeuille (gestructureerde hypotheekproducten) van ING. Dat risico voor de Staat bedraagt ca. 28 miljard euro. Dat creëert ruimte bij ING voor extra kredietverlening aan burgers en bedrijven ter waarde van 25 miljard euro. Deze deal met ING is eigenlijk zelf ook een gestructureerd product: de Staat wordt geen juridisch eigenaar van de gestructureerde hypotheekproducten, maar neemt wel het economisch risico op zich. Dat roept een paar indringende vragen op.

De markt voor gestructureerde producten is wereldwijd ingestort. Niemand weet wat ze waard zijn. Tegelijkertijd blijkt de desbetreffende portefeuille van ING nog steeds te renderen: de afgesproken premies worden nog steeds maandelijks voldaan. Toch heeft ING een groot probleem, omdat de waardering van deze producten door ontbrekende marktprijzen hoogst onzeker is. Door de internationale regels voor boekhouden (die sinds 2005 bepalen dat alle activa en passiva op een balans gewaardeerd moeten worden op actuele marktprijzen) werd en wordt ING gedwongen hiervoor een forse stroppenpot aan te houden. Hier lijkt sprake van een vreemde kloof tussen de economische realiteit enerzijds en boekhoudkundige spelregels anderzijds die bepaald niet zonder gevolgen is. Zonder overname van 80% van het risico op deze beleggingen zou ING verder onderuit kunnen gaan op de beurs met alle gevolgen van dien. Dit alles roept de vraag waarom en deze vraag heeft GroenLinks in eerdere debatten herhaal! delijk opgeworpen niet eerder en/of harder is ingegrepen om deze kloof te dichten. De kredietcrisis lijkt zo steeds meer een boekhoudkundige crisis te worden.

In de tweede plaats is een groot boekenonderzoek gehouden maar de betreffende portefeuille. Dit onderzoek vormt de basis voor de overeenkomst met ING. GroenLinks wil dat dit onderzoek openbaar wordt. Anders kunnen parlement en samenleving onmogelijk een diepgaand oordeel over deze overeenkomst vellen.

Ten derde: minister Bos heeft nu besloten het risico van slechte producten van ING grotendeels over te nemen, waar eerder vergelijkbare reddingsacties (bv. in de Verenigde Staten) zijn gestrand wegens onduidelijkheid over de prijs van deze producten. Kennelijk valt met ingrijpend boekenonderzoek wél voortgang te boeken. De vraag is of dit type onderzoek ook gelast is door de toezichthouder(s) bij andere banken en financiële instellingen. Dat zou logisch zijn, omdat hiermee transparantie wordt geëist over alle slechte producten die nog steeds het hart vormen van de kredietcrisis. Dan zouden passende en meer definitieve maatregelen overwogen kunnen worden.

Kees Vendrik