Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

De ideale maten van een pre-Romeins model

26 januari 2009

Metrologische analyse van Atriumhuizen verraad eenheid en afwijking

Niet alleen Nederland wordt geplaagd door wijken waar eenheidsworst domineert, ook pre-Romeinse atriumhuizen vertoonden opvallend veel gelijkenissen. NWO-onderzoeker Noor van Krimpen analyseerde de maten van hofhuizen in Pompeji. Juist doordat er gebouwd werd volgens een vast stramien, vertellen de afwijkingen veel over de sociale betekenis van de huizen van de Pompejaanse elite. Van Krimpen promoveert op 4 februari aan de Universiteit Leiden.

Noor van Krimpen voegt een nieuw wapen toe aan het arsenaal van de archeoloog: de metrologische analyse. Deze werd al vaker gebruikt om meer te weten te komen over de ontwerptechnische kant van historische bouwwerken, maar Van Krimpen past de methode nu ook toe om na te gaan wat de sociale betekenis was van huizen van de elite in Pompeji. Het grote voordeel van het gebruiken van de metrologische analyse, is dat er geen verder graafwerk voor nodig is. De resten blijven zo dus intact.

De ideale maten

De elite in Pompeji huurde architecten in om hun huizen te ontwerpen. Van Krimpen laat zien dat deze architecten werkten volgens de traditie van de antieke wiskunde. Deze wiskunde kende een aantal standaardverhoudingen die door architecten gebruikt werden bij het ontwerpen van huizen.

Als het aan deze architecten had gelegen, was Pompeji waarschijnlijk een ware Vinex-wijk geweest, aangezien de standaard maten ook een standaard ontwerp opleverden. Bovendien werden de hofhuizen in Pompeji standaard rond een zogenaamd Atrium, een al dan niet overdekte binnenplaats, gebouwd. Dit levert een hoge mate van homogeniteit op in de grondplannen van de hofhuizen in Pompeji.

Dress to impress

Van Krimpen nam de standaardmaten als basis, stelde op basis van een metrologische analyse vast wat het oorspronkelijke ontwerp moet zijn geweest, en bekeek vervolgens hoe de onderzochte huizen daarvan afweken. De afwijkingen laten zien hoe een opdrachtgever zijn invloed uitoefende op een ontwerp en hoe iedere situatie een unieke oplossing vereiste. De hofhuizen waren vooral gericht op de ontvangst van vrienden en andere notabelen, en moesten dus daarop ingericht worden.

De Pompejaanse elite probeerde de illusie van een perfect huis in stand te houden. Er werd niet alleen gesjoemeld met afmetingen van kamers om de centrale symmetrie te behouden; Van Krimpen laat zelfs zien hoe twee buren de handen inéén hebben geslagen om zo hun buurman, één van de rijkste mannen in de stad, de loef af te steken. Zij lieten hun twee huizen verscholen gaan achter één façade, waardoor hun bezit even groot leek als dat van de buurman.

Van Krimpen onderzocht achttien Pompejaanse hofhuizen. Haar onderzoek maakt deel uit van het bredere project RUSPA (Ricerche Urbanistiche Su Pompei Antica). Zij voerde haar onderzoek uit met subsidie van NWO.

..............................

* Noor van Krimpen-Winckel (Universiteit Leiden)
* tel.: +31 (0) 10 404 8909, noor@chello.nl
* promotie: 4 februari

* promotor: prof. dr. H.A.A.P. Geertman; co-promotor: prof. dr. W.J.H. Willems