Ministerie van Buitenlandse Zaken
De Nederlandse positie in een geglobaliseerde wereld
27-01-2009 | Paleiskerk, den Haag | Toespraak: Verhagen - Minister van Buitenlandse Zaken
Dames en heren,
(inleiding/plussen en minnen van globalisering)
Goedemiddag. Het is mij een groot genoegen vanmiddag met u bij te praten over
de ups and downs van globalisering. Het is heel goed dat het CDA deze
conferentie organiseert over een thema dat ons allemaal raakt. Het laat zien dat
onze partij over de dijken heen kijkt, nadenkt over hoe internationale
ontwikkelingen hun stempel drukken ook op de Nederlandse samenleving. We kijken
als partij realistisch aan tegen de uitdagingen van globalisering, en we zien
ook de kansen die globalisering biedt kansen voor onze banen, onzze veiligheid
en ons klimaat.
Wat ik wil doen vanmiddag is met u spreken over de politieke kant
van globalisering - hoe Nederland het best zijn belangen kan blijven behartigen
in onze geglobaliseerde wereld, onder vasthouding van onze eigen waarden. Hoe we
onze positie moeten bepalen in een omgeving die sterk aan verandering onderhevig
is, met geopolitieke realiteiten die aan het verschuiven zijn. Een wereld die,
daarop is vanmiddag al veel nadruk gelegd, in de greep is van een financiële
crisis die zijn weerga niet kent, een wereld die het hoofd moet bieden aan
klimaatverandering, armoede en de verspreiding van ziekten, nucleaire
proliferatie en terrorisme. Allemaal uitdagingen die samenhangen met
globalisering. Die als het ware het donkere gezicht van globalisering
laten zien.
Toch is dat alles geen reden tot somberheid. De uitdagingen waarvoor we ons
in de 21e eeuw gesteld zien, zijn grensoverschrijdend. Dat is zeker waar. Als we
ons daarvan nog niet bewust waren, dan heeft de financiële crisis ons inmiddels
wel met de neus op de feiten gedrukt. Maar het profijt dat we hebben van
globalisering, is óók grensoverschrijdend. Dat is ook nadrukkelijk het
uitgangspunt van het SER-advies over globalisering: dat we er, mits in goede
banen geleid, bij te winnen hebben. Nederland heeft als handelsnatie
altijd buitengewoon geprofiteerd van de toegenomen handels- en
investeringsstromen in de wereld. We hebben er voor een groot deel onze welvaart
aan te danken. Iedereen maakt dankbaar gebruik van nieuwe technologieën, de
mogelijkheden om onszelf te informeren en met elkaar te communiceren zijn
dankzij de IT-revolutie enorm toegenomen. Alle sprekers vanmiddag zijn actief op
het world wide web: Herman, Ruud en ik hebben een eigen website
hoewel die van Ruud als 'onofficieel' wordt aangemerkt, dus ik weet niet of je
daar zelf wel zo blij mee bent Ruud...Onno heeft een profiel op Forbes en
Alexander vond ik terug op YouTube met een filmpje ' Nederland Prachtland'. Het
is maar om aan te geven dat echt iedereen ook de CDA coryfeeÇën zijn digitale
weg gevonden heeft - en we zien er kennelijk allemaal een nuttig
communicatiemiddel in.1 (#ftn1) Zelf probeer ik het
Internet ook te gebruiken om wat tegenwicht te bieden aan die sombere stemming
die rond globalisering hangt, om te laten zien welke vruchten we in Nederland
kunnen plukken van de internationale ontwikkelingen om ons heen, en wat we eraan
doen om de negatieve effecten te verzachten. Wat we er aan doen om globalisering
voor Nederlanders in goede banen te leiden, eigenlijk.
Ik benadruk telkens dat globalisering niet iets zwart-wits is. Het brengt
veel goeds, maar het werkt ook kwalijke zaken in de hand. Google Maps is handig
voor vakantiegangers, maar ook voor potentiële terroristen. Kortom,
globalisering zadelt ons op met een pakket aantrekkelijke en minder
aantrekkelijke dingen. En het is geen keuzemenu. Je kunt niet zeggen: wel de
lusten, niet de lasten.
(herstellend vermogen van het systeem)
Nu ben ik er van overtuigd dat de kwaal het best bestreden kan worden met
haar eigen oorzaak. Daarmee bedoel ik dat de uitwassen van globalisering moeten
worden aangepakt door middel van een internationale respons, die alleen in een
geglobaliseerde wereld tot stand kan komen. We zijn allemaal aandeelhouders in
hetzelfde systeem, we ondervinden allemaal dezelfde nadelen en in potentie delen
we dezelfde voordelen. Je zou het soms niet denken, maar de hele wereld heeft
gemeenschappelijke belangen. Er is meer dat ons bindt, dan dat ons scheidt. Wat
we nu, in deze tijd van crisis, vooral niet moeten doen is ons systeem, dat
gebouwd is op open economieën, vrijheid en democratie, afschrijven. In plaats
daarvan moeten we vertrouwen op het zelfherstellend vermogen van dat systeem.
Dat is niet hetzelfde als een laissez faire beleid bepleiten verrre
van. Ik ben het met Herman Wijffels eens dat de menselijke maat weer
richtinggevend moet worden. The sky is niet the limit. We moeten dus niet
alles aan de markt overlaten, we hebben gezien waartoe ongebreidelde
hebzucht kan leiden. Maar dat wil niet zeggen dat nu het hele principe van de
vrije markt overboord moet. Ik hoorde president Obama hetzelfde zeggen tijdens
zijn inaugurele rede: het gaat er niet om of de markt een kracht ten goede of
ten kwade is. De kracht van de markt om welvaart en vrijheid te verspreiden is
ongekend. Maar zonder een toeziend oog kunnen excessen ontstaan. Dat moeten we
tegengaan, en daar moeten we samen aan werken.
Degenen die bij deze 'herstelwerkzaamheden' het voortouw nemen zijn overigens
niet de opkomende machten. Rusland wist niets beters te doen dan zijn beurs te
sluiten. Geen van de nieuwe economieën heeft zijn sovereign wealth
funds ingezet om het kapitaalverkeer weer op gang te brengen, ondanks het
feit dat ze graag een grotere rol willen spelen op het wereldtoneel. Maar ze
schuwen nog terug voor de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt. Nee,
het initiatief lag bij de oude machten, bij de Europese leiders met name. Ook
Nederland heeft zijn partij meegeblazen, door maatregelen voor te stellen op
het gebied van toezicht waardoor toekomstige financiële crisses voorkomen
moeten worden. Onder andere die actieve houding heeft ons toegang verschaft tot
die belangrijke G20-bijeenkomst in Washington afgelopen november. Ik kom daar zo
nog op terug.
In zijn slotverklaring heeft de G20 óók een sterk vertrouwen uitgesproken in
het herstellend vermogen van het systeem. Marktprincipes, vrije handel en
investeringen en effectief gereguleerde financiële markten zorgen voor dynamiek,
innovatie en ondernemerschap, en dat is essentieel voor economische groei,
werkgelegenheid en armoedebestrijding, zo stelt de verklaring. Ik ben het daar
van harte mee eens en hoop dan ook dat landen niet zullen overgaan tot
protectionisme. De G20-verklaring spreekt zich daar tegen uit, maar het verloop
van de Doha-ronde geeft wat dat betreft weinig aanleiding tot optimisme. Ook de
'buy American' campagnes in de VS zijn geen goed voorteken. Ik hoop dat
de nieuwe president wat dit betreft een rechte rug zal houden. Juist in deze
tijd zou het desastreus zijn als ieder land zich op zichzelf gaat richten.
(hoe kan NL zijn belangen behartigen? Vasthouden aan waarden!)
Dames en heren,
Na deze achtergrondschets kom ik nu bij de kern van mijn verhaal. Hoe kan
Nederland zijn belangen blijven behartigen in deze snel veranderende en onzekere
wereld? Voor mij is het antwoord op die vraag gelegen in het vasthouden aan onze
waarden en het aangaan van nauwe betrekkingen met landen die deze waarden delen.
Een enkel woord over de rol van waarden in de Nederlandse buitenlandse
politiek. Zoals u weet, zijn de waarden die ten grondslag liggen aan onze
samenleving, de waarden die voortkomen uit de joods-christelijke traditie -
gerechtigheid, gelijkwaardigheid, solidariteit, humaniteit en vrijheid - mij
ontzettend dierbaar. Toen ik aantrad als minister van Buitenlandse Zaken heb ik
dan ook niet geaarzeld die waarden centraal te stellen in het Nederlands
buitenlands beleid. Temeer omdat ik zie dat ze wereldwijd onder druk staan.
Mensenrechten, die voor iedereen, overal en altijd zouden moeten gelden, worden
wereldwijd geschonden. Maar niet alleen dat, het hele concept wordt
openlijk in twijfel getrokken: alsof die rechten een exclusief bedenksel van de
Westerse wereld zouden zijn. Daar verzet ik me tegen dat is niet hoe het is!
Vanuit mijn christen-democratische overtuiging, en u zult dat met me eens zijn,
vind ik dat iedereen recht heeft op een menswaardig bestaan en daaar wil ik me
voor inzetten. Omdat ik dat als een morele plicht beschouw, maar ook, en dat is
zeker zo belangrijk, omdat wij allemaal beter af zijn in een wereld waar
mensenrechten worden gerespecteerd en de regels van de rechtsstaat worden
nageleefd. Er is dus ook duidelijk sprake van een Nederlands belang.
Nederland heeft van oudsher altijd sterk ingezet op internationale verbanden:
het op recht en regels gebaseerde internationale systeem. Dat verschaft ons
land, dat kwetsbaar is vanwege zijn omvang en zijn open oriëntatie, bescherming.
En bovendien is het, ik zei het net al, the right thing to do. Het
bevorderen van de internationale rechtsorde is niet voor niets in onze Grondwet
verankerd.
De laatste tijd staan die internationale verbanden onder druk. Er is kritiek
op de Verenigde Naties: de Veiligheidsraad weerspiegelt nog steeds de
na-oorlogse verhoudingen en is niet representatief genoeg. Er is kritiek op de
internationale financiële instellingen: ook die bieden onvoldoende ruimte aan
nieuwe geopolitieke realiteiten. Door al deze kritiek wordt het steeds minder
gemakkelijk om binnen onze oude vertrouwde internationale verbanden effectief te
kunnen optreden.
Nederland vindt dat de internationale ordening moet worden aangepast aan de
eisen van deze tijd. Als we dat niet doen, zal de legitimiteit van die verbanden
steeds verder afbrokkelen. En we hebben die organisaties, de VN, het IMF, de
Wereldbank, juist zo hard nodig om samen een oplossing te vinden voor de
uitdagingen die ik eerder al noemde. Dus we blijven inzetten op
multilateralisme, we blijven proberen andere landen erbij te trekken, aan boord
te hijsen. We hebben geen alternatief.
Maar tegelijkertijd halen we de banden aan met gelijkgezinde landen, trekken
we nauwer op met landen die onze waarden delen. Binnen de Europese Unie
natuurlijk. Dat is bij uitstek ook een waardengemeenschap. Ook de
trans-Atlantische relatie blijft een hoeksteen van ons buitenlands beleid. We
delen zoveel met de Amerikanen, en we hebben hun leiderschap heel hard nodig in
deze wereld. Ik ben dan ook blij dat president Obama heeft aangegeven dat
Amerika dat leiderschap wil nemen, onder vasthouding van de waarden die ook ten
grondslag liggen aan de Amerikaanse samenleving: vrijheid, democratie en
mensenrechten. Ik hoop dat hij met ons een stevige impuls wil geven aan het
vervolmaken van de op recht en regels gebaseerde internationale ordening: het
VN-systeem en andere internationale verbanden.
We halen ook de banden aan met andere landen die ons na staan. Vorig jaar
bezocht ik, mede om die reden, Zuid-Korea en Japan. Nu kom ik net terug uit
Australië en Nieuw-Zeeland. Sommige mensen vragen: 'wat heb je daar te zoeken?'
Maar ondanks het feit dat die landen 16.000 kilometer van ons verwijderd zijn,
voelt het daar bijna als thuis, zozeer zijn we hetzelfde. Dat is me echt
opgevallen toen ik daar was. En ik heb me gerealiseerd: als we zo goed kunnen
samenwerken in Afghanistan, dan kan dat ook op andere terreinen. Binnen de VN,
op het gebied van klimaat, ontwapening, responsibility to protect,
mensenrechten. Daar wil ik dus werk van maken. Want in deze wereld is het goed
om te weten wie je vrienden zijn.
(aan welke tafels moeten we zitten?)
Dames en heren,
Dat is dus de grondhouding van het Nederlands buitenlands beleid: vanuit
vaste waarden zetten we in op een hervormd multilateralisme en we proberen
daarin zoveel mogelijk op te trekken met onze vrienden, de landen met wie we ons
het meest verwant voelen. We willen de goede krachten mobiliseren, als het ware,
om zo wereldwijde veranderingen tot stand te brengen. Daarmee behartigen we het
Nederlands belang: als handelsnatie hebben wij baat bij een wereld waarin de
spelers zich aan de spelregels houden.
Maar nu even praktisch: aan welke tafels wordt het spel gespeeld? Hoe kunnen
wij daar onze stem laten horen? En hoe succesvol is dat?
(EU)
Het zal u niet verbazen als ik zeg dat Nederland allereerst zijn kaarten zet
op de Europese Unie. Dat is immers onze natuurlijke habitat daar
horen we bij, daar zijn we thuis. Europa, als verzameling van 27 lidstaten, is
als waardengemeenschap ook een machtsfactor om rekening mee te houden. De
Europese Monetaire Unie heeft ons toch maar behoed voor het soort val dat
IJsland heeft gemaakt als gevolg van de financiële crisis. Dat wij er minder
slecht voorstaan, hebben we ook te danken aan de euro, die bij de invoering nog
zo verguisd werd, en aan het stabiliteits- en groeipact. De EU heeft
onmiskenbaar zijn waarde bewezen voor ons land. En dat zal ook in de toekomst
niet anders zijn.
Maar wat voor EU staat ons voor ogen? De komende decennia zullen we worden
ingehaald door landen met een sterkere economische groei, die een grotere rol
voor zichzelf zullen opeisen. Dat heeft consequenties voor onze eigen positie.
De EU moet daarop voorbereid zijn, zichzelf daar ook op inrichten. Wat niet zal
werken, is het ene half jaar een Frans voorzitterschap, met de bijbehorende
dadendrang en goede resultaten, en het andere half jaar een veel onzichtbaarder
rol, simpelweg omdat er een ander dan Nicolas Sarkozy achter het stuur zit. De
Fransen hadden overigens tijdens hun Présidence minder oog voor de
Brusselse instellingen en verhoudingen dan een land als Nederland lief zou
moeten zijn alle goede resultaten ten spijt. Onze belangen mogen niet
ondergeschikt worden gemaakt aan die van de grote lidstaten: over de band van de
Europese instellingen moeten we daar tegenwicht aan bieden.
In mijn optiek is het Verdrag van Lissabon dus onvermijdelijk, we hebben dat
echt nodig. Een vaste voorzitter van de Europese Raad, een Hoge
Vertegenwoordiger plus. Zij moeten de EU een vast gezicht geven in de wereld,
zorgen voor de broodnodige continuïteit, in presentie èn prestatie. Of het
daarbij gunstig is voor Nederland een goede middenmoter qua inforrmele invloed
in de EU - als zo'n vaste voorzitter een politiek zwaargewicht is, weet ik niet
op voorhand zeker. Maar een zwak figuur moet het zeker ook niet zijn: de Unie
moet wel als serieuze partner kunnen aanschuiven aan de ' vergadertafel der
groten' en bovendien willen we geen voorzitter hebben die alleen zijn oren laat
hangen naar de grote lidstaten en die kans loop je wel als de vooorzitter zelf
geen stevig type is. Eén ding is me wel duidelijk: ook binnen de EU zal
Nederland allianties moeten blijven vormen, moeten aanschuiven bij lidstaten die
op bepaalde onderwerpen gelijke belangen en gelijke inzichten hebben als wij.
Dat kan op ad hoc basis, maar het kan en moet ook gestructureerd, bijvoorbeeld
door middel van de Benelux. Met België en Luxemburg werken we bijvoorbeeld veel
samen op het gebied van energie. Die samenwerking is absoluut geen zaak van het
verleden.
(VN)
Die alliantievorming speelt ook binnen andere internationale verbanden een
grote rol. De Verenigde Naties is een onmisbare organisatie als we het hebben
over het in goede banen leiden van globalisering. Er mag wel veel scepsis
heersen over wat de VN nu precies kan bewerkstelligen, ik wil daar toch
voorzichtig in zijn. We moeten ons wel realiseren dat de VN het enige platform
is waarin 192 lidstaten vertegenwoordigd zijn en met elkaar praten. En dat heeft
ook heel vaak tot positieve resultaten geleid. Ik wil de VN dan ook zeker niet
afschrijven, al zijn hervormingen wel noodzakelijk om de organisatie uit te
rusten voor de 21e eeuw. Ook hier zoekt Nederland doorlopend naar bondgenoten.
We proberen aan te haken bij gelijkgezinden en onze positie ook via de invloed
van anderen voor het voetlicht te brengen. Natuurlijk rekenen we op Europese
coördinatie, natuurlijk gaan we ervan uit dat de aanwezige Europese lidstaten
(bijvoorbeeld in de Veiligheidsraad) (ook) een gemeenschappelijk geluid
vertolken, maar we gaan in de tussentijd zeker niet op onze handen zitten. We
blijven zoeken naar bondgenoten, manieren om onze invloed groter te maken dan
die op papier misschien is.
(G20)
Dat geldt ook voor een onderwerp dat momenteel heel actueel is: de aanpassing
van de internationale financiële architectuur. Discussies daarover vinden nu
plaats onder de paraplu van de G20, een forum waar voorheen misschien weinig
mensen weet van hadden, een overlegorgaan tussen ministers van Financiën, in
eerste instantie. Maar nu zijn de ogen van de wereld gericht op deze club, die
een hoofdrol heeft gekregen bij het bestrijden van de financiële crisis en het
voorkomen van toekomstige crises. De verwachtingen zijn hooggespannen, omdat het
lidmaatschap van de G20 representatiever is dan dat van de G8 (China zit erbij,
India, Brazilië, Zuid-Afrika) maar nog wel klein genoeg om iets tot stand te
kunnen brengen.
Nederland was eerder lid van de G33, een gelegenheidscoalitie die destijds
bijeenkwam om de financiële crisis in Azië aan te pakken. Van de G20 zijn we
geen lid. Toch waren we erbij in Washington op 15 november, op het ticket van
het Franse voorzitterschap. Dat kun je beschouwen als een diplomatiek succes.
Maar onze aanwezigheid bij deze besprekingen is ook terecht. Ga maar na: we
hebben het 3e pensioenfonds ter wereld, zijn wereldwijd de 6e investeerder, de
5e contribuant aan de Verenigde Naties, de 7e bancaire sector en de 16e
economie. Op al deze punten vallen we ruimschoots binnen de top 20. Daarnaast
zijn we, met onze 0,8%, de enige deelnemer die voldoet aan de internationale
norm voor ontwikkelingssamenwerking en we staan welwillend tegenover
hervormingen die de internationale instellingen representatiever moeten maken.
Om die reden kunnen wij een nuttige brugfunctie vervullen naar
ontwikkelingslanden, omdat ze ons kennen als een pleitbezorger van hun belangen.
Daarnaast vervullen we ook een brugfunctie naar de kleinere EU-leden, die ons
vertrouwen. Als aanvoerder van een grote kiesgroep zijn we ook een belangrijke
speler in het IMF en de Wereldbank. En mensen weten dat ze op ons kunnen
rekenen: we hebben ons altijd een betrouwbare bondgenoot getoond: of het nu gaat
om betalingsbalans-steun-operaties of onze bijdrage aan de NAVO-missie in
Afghanistan: we nemen internationaal onze verantwoordelijkheid.
En last but not least hebben we inhoudelijk veel bij te dragen: we
hebben veel expertise op het gebied van toezicht, bijvoorbeeld. In de aanloop
naar de Washington bijeenkomst hebben we laten zien ons actief en constructief
op te stellen; Nederland heeft verschillende voorstellen op tafel gelegd, waarop
binnen Europa en binnen de G20 is voortgebouwd. Ook nu dragen we inhoudelijk ons
steentje bij, in het kader van verschillende werkgroepen die de bijeenkomst in
Londen voorbereiden. Nederland levert in ieder geval een deskundige die
deelneemt aan de werkgroep over regulering en integriteit van de financiële
markten.
Om al deze redenen, vindt de Nederlandse regering dan ook dat we er in april
wéér bij moeten zijn, in Londen. We zullen ons de komende tijd dus hard
inspannen om een plaats aan tafel te verwerven.
Dames en heren,
Ik wilde het hierbij laten. De kern van mijn verhaal is dat we in een
geglobaliseerde wereld, waarin de machtsverhoudingen aan het verschuiven zijn,
ons sterk moeten blijven inzetten voor een multilateralisme dat werkt, een
hervormd multilateralisme maar wel een multilateralisme dat geschhoeid is op
universele waarden. Om dat te bereiken, maar ook voor het geval dat het allemaal
niet zo voorspoedig verloopt, zoeken we naar allianties met landen die op
dezelfde wijze in de wereld staan als wij: die dezelfde waarden hebben, met wie
we onze belangen delen. Die alliantievorming moet onze invloed versterken. De EU
is natuurlijk onze eerste focus: als waardengemeenschap en als machtsblok. En de
G20 geniet de komende tijd onze bijzonder warme belangstelling, omdat die toch
de springplank zal moeten zijn voor noodzakelijke hervormingen in het
internationale financiële systeem: om de huidige crisis te bestrijden en ervoor
te zorgen dat we met z'n allen een gezondere toekomst tegemoet gaan.
Dank u wel.
1 (http://www.minbuza.nl:80#): www.ruudlubbers.nl, www.hermanmulder.nl,
www.people-forbes.com/profile/h-onno-ruding/23301 ,
www.youtube.com/watch?v=bFPXiySV7Zw
Ministerie van Buitenlandse Zaken