Centrale Raad van Beroep stelt standaard vast voor schadevergoeding
bij overschrijding redelijke termijn
Utrecht, 27 januari 2009 - In een uitspraak van 26 januari 2009, LJN
BH1009 heeft de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op het
gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire
ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht een standaard
vastgesteld voor de vaststelling van de schadevergoeding bij
overschrijding in bestuursrechtelijke procedures van de redelijke
termijn, bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming
van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Deze
uitspraak is een vervolg op de uitspraak van de Centrale Raad van
Beroep van 11 juli 2008, LJN BD7033.
In de meeste bestuursrechtelijke procedures zijn er drie instanties
mogelijk: bezwaar (bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft
genomen waarmee een belanghebbende het niet eens is), beroep bij de
rechtbank en hoger beroep (in dit geval bij de Centrale Raad van
Beroep).
De Centrale Raad van Beroep heeft in de eerste plaats vastgesteld dat
(in sociale-zekerheidszaken) de procedure als geheel, behoudens
uitzonderingen, niet langer dan vier jaar mag duren: een half jaar
voor het bezwaar, anderhalf jaar voor het beroep en twee jaar voor het
hoger beroep. Is de behandelingsduur in een of meer van deze
instanties langer geweest, terwijl daar geen goede reden voor
bestaat, en heeft de totale procedure langer dan vier jaar geduurd,
dan is de redelijke termijn in de procedure als geheel overschreden en
wordt een schadevergoeding toegekend.
De Centrale Raad van Beroep heeft vervolgens de hoogte van de
schadevergoeding, behoudens uitzonderingen, vastgesteld op EUR 500,-
voor elk half jaar of deel daarvan dat de redelijke termijn is
overschreden.
In de zaak waar deze uitspraak over gaat, was de redelijke termijn in
de procedure als geheel overschreden met twee jaar en een maand. De
Centrale Raad van Beroep heeft daarom aan de betrokkene EUR 2.500,-
toegekend.
Op 24 december 2008 besliste de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State in gelijke zin (LJN BG8294).
Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.
Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot
Voorlichting en Communicatie, de heer B.C. Rog, 030 850 21 12.
LJ Nummer
BH1009
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 27 januari 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie