Schrijven op het plastic van de oudheid
Op een Engels landgoed duikt een kist met beschreven
potscherven op. Een groep Leidse papyrologen zet zich aan het
ontcijferen en beschrijven van de `ostraka' afkomstig van het
eiland Elephantine in de Nijl nabij Aswan. Welke omzwervingen
hebben ze gemaakt en welk verhaal vertellen ze?
Afbeelding: Een ostrakon beschreven met het demotisch schrift
uit de verzameling van William John Bankes
E-mail
Het begon allemaal in 2006 toen dr. Brian Muhs, leider van het
project, een e-mail kreeg van de Engelse National Trust op
suggestie van een bevriende Egyptologe, dr. Jo Rowland. Op het
landgoed Kingston Lacy in Dorset, oorspronkelijk het bezit van
de aristocratische familie Bankes, was in de kelder van een
schuur een kist gevonden met in totaal 212 ostraka, teksten
geschreven op potscherven. `Nadat de familie Bankes was
uitgestorven, was het huis in 1982 onder beheer van de National
Trust gekomen', vertelt Muhs. `Engelse wetenschappers bleken
zelf niet geïnteresseerd. Omdat ze nog zoveel onbeschreven
ostraka hebben liggen, zouden ze aan deze voorlopig niet
toekomen.'
Lange periode
De National Trust stuurde Muhs foto's van de scherven en toen
bleek al gauw dat de verzameling een lange periode bestreek.
Het oudste ostrakon is geschreven in het hiëratische schrift en
is uit ongeveer 1300 v.Chr. Ongeveer 40 zijn geschreven in het
demotische schrift, net als het hiëratisch een cursieve vorm -
zij het een jongere - van hiërogliefen. Zij stammen uit de
Grieks-Romeinse periode (332 v.Chr. - 395 n.Chr.). De bulk
bestaat uit ca. 125 in het Grieks geschreven ostraka, alle uit
de 2e eeuw n.Chr. Dan zijn er nog een aantal in het koptisch,
waarmee prof.dr. Jacques van Vliet zich bezighoudt. En
tenslotte zes in het Arabisch die dr. Tasha Vorderstrasse
bestudeert. Dr. Rob Demaree onderzoekt de hiëratische en Muhs
de demotische ostraka, terwijl prof.dr. Klaas Worp zich buigt
over de Griekse.
Het huis Kingston Lacy in Dorset
Obelisk
Dat de ostraka zijn verzameld door William John Bankes
(1786-1855) werd al vermoed. Deze telg uit een rijke Engelse
familie had in het begin van de negentiende eeuw Egypte bereisd
en meerdere grote stukken naar zijn landgoed over laten
brengen, zoals een obelisk en een stenen sarcofaag. `De Duitse
papyroloog Ulrich Wilcken die in 1899 het eerste standaardwerk
over alle bekende ostraka in Europese collecties publiceerde,
wist van het bestaan van de collectie Bankes door een zeldzame
publicatie uit 1835 van enkele stukken eruit', vertelt Muhs.
`Hij bezocht Kingston Lacy in 1886', vult Worp aan, `maar toen
waren ze al zoek.'
Afbeelding: William John Bankes (1786-1855)
Belastingreçu's
Het bewijs dat de 212 ostraka inderdaad door Bankes in
Zuid-Egypte verzameld moeten zijn, ligt in de inhoud van de
teksten zelf besloten. De meeste van de Griekse teksten zijn
belastingreçu's. Eén naam die regelmatig opduikt is die van
Patsibtis, zoon van Petorzmethis, een man die aantoonbaar de
respectabele leeftijd van minstens 63 heeft bereikt. `In het
oude Egypte bestond er een personele belasting voor de
mannelijke bevolking tussen 14 en 63 jaar', zegt Worp. `En van
hem zijn gedurende zo'n 50 jaren belastingreçu's bekend.' Niet
alleen uit de verzameling Bankes, maar ook uit een andere
collectie, namelijk die in het British Museum. Muhs: `Die zijn
afkomstig van Henry Salt (1780-1827) die ze al in de
negentiende eeuw aan het museum verkocht. En Salt was samen met
Bankes in 1819 op Elephantine.'
Penseel
Dat men op potscherven schreef, lag voor de hand. Papyrus was
duur en niet alom voor handen. Dat gold wel voor potscherven,
die lagen letterlijk voor het oprapen. `Aardewerk was het
plastic van de oudheid', zegt Worp. `Zoals tegenwoordig overal
in de natuur plastic slingert, slingerden in de oudheid de
potscherven.' `En ze lagen goed in de hand', vult Muhs aan.
`Omdat ze toch meestal gebruikt werden voor korte teksten als
belastingreçu's, was die grootte toereikend.' De oude
Egyptenaren schreven met een penseel, dan heb je geen last van
de ribbels op het oppervlak. Later introduceerden de Grieken de
rietpen, maar ook daarmee valt goed op scherven te schrijven.
Soms werden langere teksten op een vaas geschreven. Worp: `In
moderne tijden werden die wel stuk geslagen, omdat de scherven
los meer opbrengen dan één hele vaas.'
Ostraka uit de verzameling van William John Bankes.
Schildpadschild
De papyrologen van het eerste uur hadden nog geen eenduidig
woord voor de ostraka. Bankes noemde de zijne `tegels'. `Later
bleek dat er al in de oudheid een woord voor bestond', vertelt
Worp. `Dat is toen ook onder de geleerden algemeen in gebruik
geraakt. Het woord betekent eigenlijk `schild van een
schildpad'. De gebogen vorm van het schildpadschild lijkt op
die van een potscherf. Daardoor ging de naam over op de
beschreven potscherven en zelfs ook op de tekst erop.' Of
aanvankelijk schildpadschilden door de Grieken aanvankelijk
zijn gebruikt om op te schrijven, net als in het oude China, is
niet bekend. Worp: `De bodemcondities zijn in Europa niet
geschikt om dergelijk materiaal te bewaren.'
Lening
Worp: `Eén ostrakon is leuk om naar te kijken en om over te
filosoferen. Maar het wordt pas echt interessant, omdat er
duizenden van zijn. Die veelheid stelt je in staat om meer te
weten te komen over het dagelijks leven in de oudheid.' `De
demotische ostraka zijn voornamelijk naamlijsten', vertelt
Muhs. Een erg interessant Grieks ostrakon betreft een
hypothecaire geldlening aan een Romeins burger en zijn zuster.
`Contracten komen niet veel voor op ostraka', zegt Worp. `Het
onderpand is één zoveelste deel van een huis in Syene (Aswan)
alsmede van een graf. De lening is verstrekt door een
begrafenisondernemer en dat die een onderpand accepteert in de
vorm van een graf, kan haast geen toeval zijn.'
(27 januari 2009/SH)
27/1/2009
Universiteit Leiden