Ministerie van Buitenlandse Zaken
Kamerbrief inzake Nederlandse deelname aan snelle reactiemacht van de NAVO
27-01-2009
Hierbij informeren wij u over de militaire bijdrage die Nederland heeft
aangeboden aan de snelle reactiemacht van de NAVO (NATO Response
Force, NRF) in de tweede helft van 2009 (NRF 13) en geheel 2010 (NRF 14 en
15). Zoals gebruikelijk wordt de Kamer over de Nederlandse bijdragen aan de NRF
geïnformeerd op het moment van toewijzing van de Nederlandse eenheden, waarbij
voor zover mogelijk de aandachtspunten uit het Toetsingskader worden toegepast.
In aanvulling hierop informeert de regering de Kamer hierbij over wijzigingen
die zijn opgetreden in eerdere Nederlandse aanmeldingen, alsmede over de
Nederlandse bijdrage aan NRF 15 in de tweede helft van 2010.
De herziene NRF: tijdelijk een parate kern
Al langere tijd wordt melding gemaakt van het achterblijven van de vulling
van opeenvolgende rotaties van de NRF. De tekorten worden vooral veroorzaakt
door het beslag dat onder andere de ISAF-operatie legt op de capaciteiten van de
lidstaten. Het besluit van de defensie ministeriële te Noordwijk in 2007 om de
NRF in afgeslankte vorm paraat te houden, heeft dat probleem in onvoldoende mate
opgelost. Derhalve wordt momenteel binnen de Navo nagedacht over een
ingrijpender aanpassing van het NRF concept. In afwachting van het resultaat van
dat proces wordt de NRF gehandhaafd zoals in Noordwijk overeengekomen.
Het Nederlandse aanbod
Op 18 december 2006 (Kamerstuk 29 521, nr. 35) bent u geïnformeerd over de
Nederlandse bijdrage aan NRF 11 en 12 en is een indicatie gegeven van de
bijdrage aan NRF 13 en 14. In het destijds door de regering gedane aanbod zijn
sindsdien de volgende wijzigingen opgetreden:
NRF 12 (eerste helft 2009)
Het totale Nederlandse aanbod voor NRF 12 is nu als volgt:
CZSK-de commandant van de amfibische taakgroep
-de commandant van de amfibische landingseenheid (extra t.o.v. aanbod
december2006)
CLSK-aantal F-16's van twaalf naar negen (reductie F-16's vermindering t.o.v.
aanbod
december 2006)
(extra t.o.v. aanbod december 2006)
In totaal worden voor NRF 12 ongeveer 2085 militairen gereedgesteld.
Het aanbod van chirurgische capaciteit aan boord van een amfibisch
transportschip kan vanwege andere operationele verplichtingen niet meer gestand
worden gedaan.
Zoals eerder aan de Kamer gemeld voert Nederland het commando over de
amfibische taakgroep van NRF 12. Als zodanig coördineert Nederland de vulling
van de taakgroep. Teneinde tekorten in de amfibische capaciteit te voorkomen is
het totale Nederlandse aanbod voor deze lichting van de NRF uitgebreid met een
amfibische landingseenheid inclusief de commandant.
Als gevolg van de in de Defensiebegroting van 2008 aangekondigde operationele
reductiemaatregelen is het aanbod van F-16's vanaf NRF 12 structureel
teruggebracht van twaalf naar negen.
NRF 13 (tweede helft 2009)
Een indicatie van het Nederlandse aanbod voor NRF 13 is reeds aan de Kamer
gemeld in december 2006. Dit aanbod is nu definitief als volgt vastgesteld:
CZSK-een LPD in de rol van Afloat Command Platform
CLSK-negen F-16's
In totaal worden voor NRF 13 ongeveer 790 militairen gereedgesteld.
NRF 14 (eerste helft 2010)
Een indicatie van het Nederlandse aanbod voor NRF 14 is reeds aan de Kamer
gemeld in december 2006. Dit aanbod is nu definitief als volgt vastgesteld:
CZSK-een LPD in de rol van Afloat Command Platform
CLAS-Een verkenningseskadron
CLSK-negen F-16's
In totaal worden voor NRF 14 ongeveer 890 militairen gereedgesteld.
NRF 15 (tweede helft 2010)
Het Nederlandse aanbod voor NRF 15 is nog niet aan de Kamer gemeld. Op dit
moment is dit aanbod als volgt vastgesteld:
CZSK-het commando over de Standing NATO Maritime Group-2 (SNMG-2)
CLSK-negen F-16's
-twee Patriot geleide wapen batterijen inclusief commando- en logistieke
eenheid
In totaal worden voor NRF 15 ongeveer 1477 militairen gereedgesteld.
Elementen van het Toetsingskader
Gronden voor deelneming
De NRF is opgericht door de NAVO om in de initiële fase van een
crisissituatie een toereikend antwoord te kunnen bieden. De NRF kan daarbij
zowel worden ingezet voor de handhaving of de bevordering van de internationale
rechtsorde als voor de verdediging van het bondgenootschappelijke grondgebied.
Meer specifiek kan de NRF worden ingezet voor onder andere non-combat
evacuation operations (NEO), ondersteuning aan 'consequence
management' (zoals in het geval van humanitaire operaties of chemische,
biologische, radiologische of nucleaire gevallen), crisisbeheersingsoperaties,
ondersteuning aan anti-terrorisme operaties en als 'initial entry'
strijdmacht in een omgeving die kan variëren van welgezind tot vijandig. Door de
NRF beschikt de NAVO over uit tevoren beschikbaar gestelde en voor gezamenlijke
inzet getrainde eenheden van lidstaten.
Politieke aspecten/mandaat
De Noord-Atlantische Raad (NAR) besluit met consensus over de inzet van de
NRF. Hierdoor heeft Nederland invloed op het besluitvormingsproces en op de
wijze van inzet. Als inzet van de NRF aan de orde is en Nederlandse eenheden
daarbij betrokken kunnen worden of reeds betrokken zijn, zal de regering de
Tweede Kamer voorafgaand aan de beslissende zitting van de NAR informeren met
een artikel 100 brief, dus aan de hand van de aandachtspunten van het
Toetsingskader.
Deelnemende landen
In het Toetsingskader is vastgelegd dat bij internationale samenwerking een
evenwicht moet worden gevonden tussen militaire doeltreffendheid en de
wenselijkheid zoveel mogelijk landen te betrekken bij de uitvoering van de
operatie. De NRF is een goed voorbeeld van dit gewenste evenwicht. Hoewel aan
elke NRF-rotatie veel landen deelnemen, is uit het oogpunt van operationele
effectiviteit een koppeling gewenst tussen de nationaliteit(en) van het
hoofdkwartier en de militaire eenheden. Derhalve zal Nederland voor de
amfibische component van NRF 12 niet alleen eenheden leveren, maar ook het
commando daarover voeren. Bijdragen hieraan worden o.a. geleverd door het VK en
Noorwegen. De maritieme component in NRF 13 en 14 wordt geleid door Italië.
Nederland heeft aangeboden het commando te voeren over de Standing Nato
Maritime Group-2 (SNMG-2) van NRF 15.
Invloed
Via de NAR heeft Nederland invloed op de besluitvorming over de inzet van de
NRF. De NAR velt een politiek oordeel over een escalerende crisis en geeft, via
het Militair Comité, SACEUR de opdracht tot het uitwerken van inzetopties. Op
basis van een advies van het Militair Comité neemt de NAR vervolgens een besluit
over de door SACEUR uitgewerkte opties. Vervolgens schrijft SACEUR een
operatieplan, waarin de door de NAR gekozen optie verder wordt uitgewerkt. Na
het advies van het Militair Comité keurt de NAR het operatieplan goed en geeft
ze SACEUR opdracht om met de ontplooiing te beginnen.
Militaire aspecten
Bij de beoordeling van de militair-operationele haalbaarheid van de operatie
vormt het mandaat, als grondslag van de operatie, het uitgangspunt. Aangezien
nog geen uitspraken kunnen worden gedaan over het mandaat waarop een eventuele
inzet berust, kan ook nog niet over alle militaire aspecten informatie worden
geboden. Het is nog niet duidelijk in hoeverre en waar de NRF zal worden
ingezet, welke taken in het inzetgebied moeten worden uitgevoerd en welke
risico's aan de operatie zijn verbonden. Door de aard van het NRF-concept zijn
een aantal zaken, zoals de bevelstructuur, echter wel op voorhand bekend. NRF
12, 13 en 14 staan onder leiding van het NAVO hoofdkwartier in Lissabon. NRF 15
staat onder bevel van het NAVO hoofdkwartier in Brunssum.
Over de geschiktheid van de eenheden kan worden gesteld dat zij zich zowel in
nationaal als in internationaal verband voorbereiden. De nationale voorbereiding
start ongeveer een jaar voorafgaande aan de stand-by periode met de nationale
gereedstelling en de training op eenheidsniveau. In de zes maanden voorafgaand
aan de stand-by periode wordt de multinationale integratietraining gehouden,
evenals de NAVO-certificering van de NRF. Hierdoor wordt verzekerd dat alle
bijdragen aan de NRF in beginsel geschikt zijn voor de missie. Ook de
beschikbaarheid van de eenheden is gegarandeerd, omdat de vulling en
samenstelling van een bepaalde NRF-rotatie reeds voorafgaand aan de stand-by
periode wordt geregeld.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister van Defensie,
Drs. M.J.M. Verhagen E. van Middelkoop
Ministerie van Buitenlandse Zaken