KNMG

Palliatieve zorg en de districten

VWS verleent subsidie aan KNMG District Utrecht
Hoe de activiteiten van een districtslid leidden tot subsidie voor een regionaal project

Al eerder is in Medisch Contact beschreven wat de KNMG Districten doen. Dit jaar is daar een nieuwe activiteit van de districten bijgekomen: het aanvragen en verkrijgen van een overheidssubsidie voor het opzetten van een regionaal project. Hoe het KNMG District dit voor elkaar heeft gekregen, kunt u hieronder lezen.

In oktober 2007 heeft KNMG District Utrecht in samenwerking met IKMN een symposium georganiseerd over continuïteit in de palliatieve zorg. Initiatiefnemer van dit symposium was een bestuurslid uit district Utrecht. Als gepensioneerd huisarts en thans werkzaam als hospitiumarts heeft hij bijzondere belangstelling voor palliatieve zorg en wilde hij dit onderwerp graag op de agenda van het district plaatsen. Hij werd bestuurslid van het districtsbestuur en zorgde ervoor dat in 2007 een aantal districtsactiviteiten rondom palliatieve zorg werden georganiseerd, waaronder eerdergenoemd symposium. Het symposium verliep heel succesvol met 70 deelnemers, waaronder oud-minister Els Borst. Daarna is met betrokken partijen een evaluatiebijeenkomst gehouden om met elkaar te brainstormen over de mogelijkheden dit symposium een vervolg te geven. Het IKMN , WDHMN en KNMG District Utrecht besloten de handen ineen te slaan door een gezamenlijk regionaal project op te zetten t.b.v. de implementatie van de KNMG-richtlijn Palliatieve Sedatie en Landelijke Eerstelijns SamenwerkingsAfspraak (LESA) Palliatieve Zorg. Door enthousiasme gedreven hebben deze organisaties afgelopen zomer een subsidievoorstel ingediend bij het Platform Palliatieve Zorg van VWS. In oktober kwam het goede nieuws dat er subsidie was toegekend. Inmiddels is al hard gewerkt om het project uit te voeren.

Project Implementatie KNMG-richtlijn Palliatieve Sedatie en LESA Palliatieve Zorg Uitleg van het project

Een aantal jaren geleden is de KNMG-richtlijn Palliatieve Sedatie verschenen. De richtlijn wordt in de dagelijkse praktijk onvoldoende gebruikt en toegepast. In dit project wordt naast nascholing over de richtlijn Palliatieve Sedatie ook aandacht besteed aan de samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen. Hierbij wordt de LESA Palliatieve Zorg onder de aandacht gebracht. Doel van het project is het in de praktijk toepassen van de kennis uit de richtlijn en de LESA, opdat de kwaliteit van zorg in de stervensfase verbetert. Om dit doel te bereiken volgen huisartsen en wijkverpleegkundigen gezamenlijk een onderwijsmodule over de KNMG-richtlijn Palliatieve Sedatie en over de LESA Palliatieve Zorg. Na de scholing wordt het gebruik van de richtlijnen geborgd door het inzetten van Erkende Kwaliteitsconsulenten (EKC-en). Dit zijn huisartsen die zijn verbonden aan HAGRO's/toetsgroepen en ingeschreven staan in het CHBB-register (College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden). Zij coördineren het kwaliteitsbeleid op huisartsengroepniveau. Onder de hoede van de EKC-en wordt drie maal een multidisciplinaire casuïstiekbespreking georganiseerd. Deelnemers krijgen tijdens deze besprekingen de gelegenheid casuïstiek in te brengen en knelpunten te bespreken. Op basis van de behoeften van de deelnemers kan het project bijgestuurd worden. Na één jaar zal het project worden geëvalueerd. Afhankelijk van de uitkomsten wordt het programma via de Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC), Landelijk Implementatienetwerk Kwaliteit Huisartsenzorg (LINKH) en de KNMG Districten ook aan andere regio's aangeboden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marlies de Rond (m.de.rond@fed.knmg.nl; tel. 030 28 23 341)

Lees over de herziene Richtlijn Palliatieve Zorg het artikel "Meer houvast voor de arts" van Eric van Wijlick c.s. uit Medisch Contact nr. 5.