Partij van de Arbeid

Den Haag, 27 januari 2009

Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de staatssecretaris van Justitie over het ontbreken van referentiemateriaal en de beoordeling van een asielaanvraag


1. Is het waar dat in de asielprocedure van een asielzoeker die afkomstig is uit Mongolië de authenticiteit van documenten niet kon worden vastgesteld omdat door de Koninklijke Marechaussee geen onderzoek kon worden verricht naar deze documenten vanwege het ontbreken van referentiemateriaal en hierdoor een herhaalde asielaanvraag is afgewezen? Gegevens in deze zaak zijn bekend bij de staatssecretaris van Justitie
2. Zijn er documenten uit specifieke landen die niet op authenticiteit kunnen worden onderzocht vanwege het ontbreken van referentiemateriaal? Welke consequenties heeft dit voor de zorgvuldige beoordeling van een asielaanvraag als een document niet op authenticiteit kan worden onderzocht? Hoe verhoudt het voorgaande zich met artikel 4 van de Kwalificatierichtlijn (of Definitierichtlijn) die als minimumnorm de beoordeling van feiten en omstandigheden regelt?
3. Vindt u dat in de situatie dat een document dat niet op authenticiteit kan worden onderzocht vanwege het ontbreken van referentiemateriaal een individueel ambtsbericht zou moeten worden uitgebracht door de Minister van Buitenlandse Zaken? Zo nee, waarom niet?

---- --