4. Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten (SP) over
uitblijvende zorg door een defecte tillift
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten (SP) over uitblijvende
zorg door een defecte tillift
Kamerstuk, 26 januari 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
26 januari 2009
DLZ-K- U-2895754
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten
(SP) over uitblijvende zorg door defecte tillift.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Waarop baseert u uw antwoord dat de zorgzwaarte van de heer De G.
toegenomen was en er reden was voor verhuizing naar een verpleeghuis?
Bent u van mening dat een zorginstelling dat eigenstandig kan bepalen,
of behoort daar ook een huisarts bij betrokken te worden? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 1
De cliënt verbleef al langer in de zorginstelling en was pas de
laatste maanden zo hulpbehoevend geworden dat hij niet meer
zelfstandig uit zijn bed kon komen. Als een dergelijk geval zich
voordoet, dient de instelling zich de vraag te stellen of ze nog
adequaat zorg kan leveren. Een dergelijke wijziging in de zorgbehoefte
leidt tot een nieuwe indicatiestelling. Als de instelling niet de
benodigde zorg kan leveren, dient contact gezocht te worden met een
collega instelling, die dat wel zou kunnen. Het zorgkantoor kan hierin
een bemiddelende rol spelen.
Vraag 2
Wat is uw oordeel over het gegeven dat de heer De G de mogelijke
aanvullende verpleeghuiszorg niet kan krijgen, terwijl op de website
staat dat dit mogelijk is in Asingahof, met de toevoeging: "Door deze
aanvullende verpleeghuiszorg kan een opname in het verpleeghuis worden
uitgesteld of zelfs worden voorkomen." ?
Vraag 3
Bent u van mening dat Philadelphia Zorg goede voorlichting geeft over
de daadwerkelijke situatie op de locatie Asingahof? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 2 en 3
Aanvullende verpleeghuiszorg omvat niet noodzakelijkerwijs een
volledig pakket aan deze zorg. Een cliënt kan zo zorgbehoevend worden
dat dit niet meer in het aanbod van de instelling past, maar een
specifieke aanpak noodzakelijk is. In dit geval betekende dit
verplaatsing van de cliënt naar een instelling die daartoe beter in
staat is.
Vraag 4
Wat is uw oordeel over het feit dat op de Asingahof geen
verpleegkundig personeel werkt? Vindt u het toelaatbaar dat er in een
verzorgingshuis geen verpleegkundige handelingen kunnen worden
toegepast? Bent u van oordeel dat verzorgend personeel voldoende is
voor bijvoorbeeld de inzet van calamiteiten?
Antwoord 4
Als in een verzorgingshuis ook aanvullende verpleeghuiszorg geleverd
wordt dan dienen er ook verpleegkundigen te werken. Een andere
mogelijkheid is dat de instelling een samenwerkingsverband heeft met
een verpleeghuis, waarbij afspraken over de te leveren
verpleeghuiszorg zijn vastgelegd in een protocol. Het leveren van zorg
door medewerkers van het juiste niveau is een verantwoordelijkheid van
de instelling. De IGZ ziet erop toe dat zorg van voldoende kwaliteit
wordt geleverd.
De inzet van deskundigheid is mede gebaseerd op de
kenmerken/zorgzwaarte van de cliënten. Deze moet ook rekening houden
met calamiteiten 24 uur per dag.
Vraag 5
Wie moet er toezien op het budget voor hulpmiddelen zoals tilliften,
die het werk voor het personeel verlichten? Heeft dit toezicht
gefaald?
Antwoord 5
Dit is een zaak van interne organisatie binnen de zorginstelling door
het management. Het bestuur van de instelling is er uiteindelijk
verantwoordelijk voor.
Vraag 6
Wat is uw oordeel over het gegeven dat de dochter van de heer De G.
het zorgkantoor na het opzeggen van het contract gebeld heeft, maar
dat dit niet leidde tot een oplossing? Bent u bereid te onderzoeken
waar dit fout is gelopen?
Antwoord 6
Ik heb van het zorgkantoor vernomen dat ze met de zaak bezig was en
verrast werd door de publiciteit, die gezocht en gevonden werd. Nader
onderzoek acht ik niet nodig.
Vraag 7
Bent u ervan op de hoogte dat Philadelphia Zorg een aanwijzing heeft
gekregen van de inspectie vanwege het ontbreken van goede
klachtenbehandeling? Zo ja, wat is uw oordeel over het gegeven dat
zo'n grote zorginstelling geen goede klachtenafhandeling heeft. Zo
neen, hoe kan dat?
Antwoord 7
Ja, ik ben hiervan op de hoogte en sta uiteraard achter deze
aanwijzing van de inspectie.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport