4. Het Gebaar maakte oorlog in Indië bespreekbaar en zichtbaar
Het Gebaar maakte oorlog in Indië bespreekbaar en zichtbaar
Toespraak, 19 januari 2009
`Stichting Het Gebaar heeft bijgedragen aan het zichtbaar maken van de
oorlogsgeschiedenis in Nederlands Indië', dat zei staatssecretaris
Bussemaker tijdens de afscheidsbijeenkomst van de stichting. Het werk
van Het Gebaar zit erop en daarom is de stichting opgeheven.
Dames en heren,
In mijn uitnodiging aan u voor vandaag, heb ik geschreven `dat het
werk dat de Stichting Het Gebaar heeft verricht buitengewoon is'.
Ik wil dat graag vanaf deze plek nogmaals onderstrepen. Dat doe ik
mondeling, in mijn toespraak, maar ook door u dit officiële afscheid
aan te bieden.
Dat heeft u verdiend.
Want u heeft in het zevenjarig bestaan van de Stichting Het Gebaar
enorm veel werk verricht. U heeft in die periode aan bijna
honderdduizend mensen een uitkering verstrekt. En alle aanvragen die
voorafgingen aan de uitkering zijn getoetst aan de vastgestelde
criteria.
Dat toetsen is snel, efficiënt en transparant gedaan.
Amper één maand na de installatie van het bestuur van Het Gebaar
werden al de eerste uitkeringen verstrekt.
Ik wil dan ook graag het bestuur, de directeur, Wiete Mesman, zijn
medewerkers en iedereen die betrokken is geweest bij Het Gebaar van
harte bedanken voor hun inzet. En ik weet zeker dat ik dat ook doe
namens tienduizenden mensen die een uitkering hebben ontvangen. Uit
brieven gericht aan Het Gebaar blijkt duidelijk hoe ze dit hebben
gewaardeerd.
Hoewel het beoordelen van de aanvragen het leeuwendeel van de
werkzaamheden betrof, ben ik de stichting ook zeer erkentelijk voor
het beoordelen van de aanvragen voor de collectieve projecten.
Ruim 400 aanvragen zijn er binnengekomen, slechts 124 konden er worden
toegezegd. Sommige heel klein, zoals het uitgeven van een fotoboek,
andere heel omvangrijk. Zoals een digitaal ontsluitingsproces van het
Nationale Archief.
Groot of klein, het geld is door Stichting Het Gebaar op een zeer
verantwoorde en goede manier uitgezet.
En wat wellicht nog het belangrijkste is: alle projecten hebben
bijgedragen aan de erkenning en het zichtbaar maken van de
oorlogsgeschiedenis in Nederlands Indië.
En met zichtbaarheid bedoel ik niet alleen dat de gehele Nederlandse
bevolking nu weet heeft - of kan hebben - van de verschrikkingen die
de oorlog in Nederlands Indië heeft veroorzaakt.
Maar ook dat Het Gebaar een katalysator is geweest in het zichtbaar
maken van de eigen familiegeschiedenis. Veel mensen uit de Indische
gemeenschap zijn naar aanleiding van Het Gebaar over hun
oorlogsverleden gaan praten. Met hun eigen kinderen en andere
familieleden.
Uit eigen ervaring weet ik hoe weinig de slachtoffers van de oorlog
aanvankelijk over het hun aangedane leed en hun ervaringen vertelden.
En ik weet ook uit eigen ervaring hoe goed het is dat ze het
uiteindelijk wel doen.
Zowel voor henzelf als hun omgeving.
Dames en heren, het opheffen van Het Gebaar betekent niet dat er een
einde komt aan de aandacht die de laatste jaren is ontstaan voor de
oorlogsgeschiedenis van Nederlands Indië.
Integendeel. Ik zie het als mijn taak om wat we bereikt hebben te
bestendigen voor de toekomst en ook nog verder uit te bouwen. Zodat
ook toekomstige generaties bekend raken met dit belangrijk onderdeel
van onze geschiedenis.
Dat doe ik op verschillende manieren. Eén daarvan is het - samen met
andere ministeries en instanties - opzetten van het Indisch
Herinneringscentrum bij Bronbeek.
In dit herinneringscentrum is, net als bij Het Gebaar, ruimte en
speciale aandacht voor mensen die in Indië de Japanse bezetting hebben
meegemaakt. Het moet voor hen een centrum worden waar ze zich prettig
voelen en waar ze met hun herinneringen terecht kunnen.
Daarnaast moet het Indisch Herinneringscentrum een plek worden dat het
brede publiek aanspreekt. Een plek waarin de geschiedenis van de
Tweede Wereldoorlog centraal staat. Maar waar ook aandacht wordt
besteed aan de geschiedenis van voor 1940 en ná 1945. Want alleen dan
kunnen we de oorlogsperiode goed begrijpen.
Er staan al diverse initiatieven in de steigers. Zoals educatieve
projecten, een strip over Nederlands-Indië, overzicht van websites die
handelen over de oorlogstijd in Nederlands-Indië en een grote, nieuwe
publiektentoonstelling.
En ik heb begrepen dat de tentoonstelling de geschiedenis van
Indonesië behandelt tot de datum waarop Het Gebaar is opgeheven. Tot 1
januari van dit jaar dus.
Dames en heren, ik sluit af.
We beëindigen vandaag de Stichting Het Gebaar. Maar de erfenis van
deze stichting zullen we in stand blijven houden. Zodat ook volgende
generaties er kennis van kunnen nemen. Dat betekent ook dat 15
augustus een nationale herdenkingsdag blijft, net als 4 mei.
Ik hoop dat wij elkaar binnenkort weer zien bij de opening van het
Indisch Herinneringscentrum. We zijn nog lang niet klaar met Indië en
dat is maar goed ook!
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport