Waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden



* Verkiezingen 2008

Gezamenlijk monitoringsproject bespaart tijd en geld

Waterschap en elf gemeenten gaan riooloverstorten meten

28 januari 2009 - Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeenten Breukelen, De Bilt, Houten, Montfoort, Nieuwegein, Reeuwijk, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Woerden, IJsselstein en Zeist hebben op dinsdag 27 januari 2009 een overeenkomst met een aannemer getekend om riooloverstorten te meten in bebouwd gebied.

Met dit gezamenlijke project willen de deelnemende partijen meer inzicht krijgen in hoe vaak overstorten functioneren en hoeveel afvalwater er in het oppervlaktewater terechtkomt. Het meetproject duurt vijf jaar.

Waarom een meetproject

Het overstorten van afvalwater uit de riolering op het oppervlaktewater is slecht voor de waterkwaliteit. Met dit project ontstaat er meer inzicht in het functioneren van de overstorten en de invloed op de oppervlaktewaterkwaliteit. Tijdens de proef gaan niveaumeters die aangesloten zijn op een centrale computer, de waterstand in de riolering meten. Als de waterstand te hoog wordt, kan het water niet meer weg, waardoor er een overstorting ontstaat. In de meeste gevallen is dit een gevolg van teveel neerslag, maar ook een defecte pomp kan de oorzaak zijn.

Om dit verschil in oorzaak te bepalen, wordt ook de neerslag gemeten met behulp van radarbeelden. Hierdoor kan er een verband gelegd worden tussen de gevallen neerslag en de werking van de overstorten.

Verder wordt er in gebieden waar de riolering en het waterpeil op bijna hetzelfde niveau liggen, ook gemeten in het oppervlaktewater. Hierdoor wordt inzichtelijk gemaakt of er schoon oppervlaktewater terugstroomt in de riolering. Dat gebeurt vooral in de lager gelegen gebieden in het veenweidegebied.

Uitvoering

Het meten vindt plaats door circa 150 niveaumeters op diverse locaties te plaatsen. Deze niveaumeters meten de waterstand in het riool en het oppervlaktewater en geven aan wanneer en hoe lang er een overstorting op het oppervlaktewater plaatsvindt. De gegevens worden per gemeente verwerkt in een jaarlijkse rapportage.
De aannemer start vanaf februari 2009 met de plaatsing van de niveaumeters. Dat duurt ongeveer een half jaar. In september 2009 moet het meetnet dan operationeel zijn.
Het hele project duurt vijf jaar, om een goed beeld van het functioneren van de overstorten te krijgen.
Het waterschap ondersteunt de gemeenten met geld en kennis. Door samen te werken kunnen partijen veel geld en tijd besparen. Zo kan er in een keer worden aanbesteed en kunnen deelnemers de opgedane kennis uitwisselen.