ChristenUnie


Bijdrage Ernst Cramer bij het AO Agenda Landschap

Bijdrage Ernst Cramer bij het AO Agenda Landschap

woensdag 28 januari 2009 14:00

Voorzitter. Wij hebben een schitterend land: heuvels, rivierlandschappen, duinlandschappen, grote open vlaktes met rechte lijnen in de polder, maar ook grote open vlaktes met heel veel water, oud land met houtwallen en knotwilgen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Met mij hechten veel Nederlanders veel waarde aan het mooie Nederlandse landschap. Landschap is tegelijk ongrijpbaar. Het is van iedereen om ervan te genieten en daarmee een publiek goed, maar feitelijk is het vaak in private handen met het doel om ervan te kunnen leven. De verantwoordelijkheid voor het landschap is daarmee diffuus. Wie neemt de verantwoordelijkheid voor een investering die niet direct terugvloeit naar zijn eigen portemonnee, maar naar de portemonnee van de gemeenschap?

Wat is landschap? Waar hebben wij het dan over? Ik verwijs naar pagina 14 van de Agenda Landschap. Er zijn 20 nationale landschappen. De volgende stap is vereenvoudiging van het ruimtelijk kader voor groene recreatiegebieden, voor de rijksbufferzones, metropolitane parken, gebieden voor recreatie in en om de stad, regionaal groen, ROM-Rijnmond, het project mainport Rotterdam, om nog maar niet te spreken over alle uitleggen rond de steden. Toen ik dat rijtje las, vroeg ik mij af: wij hadden het toch over het landschap en waar is dat dan?

De afgelopen jaren zijn er goede initiatieven genomen voor meer duidelijkheid over beheer en onderhoud van het landschap, waarbij voor de ChristenUnie met name het deltaplan Nederland weer mooi in het oog springt. Wij hebben daar ook regelmatig aandacht voor gevraagd, zowel voor de uitwerking als voor concrete financieringsvoorstellen. In die lijn ga ik vandaag graag verder.

Dat er nu echt actie moet worden ondernomen, moge duidelijk zijn. Wat dat betreft, valt de Agenda Landschap mij eigenlijk wat tegen. Het is vooral een document met goede voornemens. Blijkens de Agenda Landschap wordt het de komende tijd in ieder geval heel gezellig voor iedereen die zich met het landschap bezighoudt. Er komen nogal wat congressen, convenanten, campagnes, gesprekken, verkenningen en ga zo maar door. Maar waar zetten wij nu de komende tijd concreet op in?

Werk maken van landschap houdt een aantal dingen in. Duidelijk maken waar wij het over hebben. Wat bedoelen wij met landschap? Wat willen wij behouden en beheren? Wij zullen moeten kiezen welke gebieden prioriteit krijgen voor behoud en welke gebied juist ontwikkelingskansen moeten krijgen met oog voor het landschap. Het is voor ons onvoldoende dat de provincies alleen meer duidelijkheid verschaffen over de kernkwaliteit van nationale landschappen. De minister moet de provincies vragen om met een structuurvisie te komen met een landschappelijke onderlegger. Bij de midterm review van het ILG kunnen hierover dan nadere afspraken worden gemaakt. Dat draagt bij aan een betere doorwerking naar de verschillende gemeenten.

Niet alle verantwoordelijkheid kan worden doorgeschoven naar lagere overheden. Ik hoor daarom graag hoe het landschap en het nationale beleid geïntegreerd zijn als zelfstandige afwegingsfactor. Dat is van belang nu de overheid grote ruimtelijke plannen heeft en nu de Kamer, bijvoorbeeld in de motie van collega Slob, gevraagd heeft om bouw- en infrastructuurprojecten naar voren te halen. Denkt de minister ook aan compensatie in de op te zetten landschapsfondsen voor de versnippering van het landschap bij de aanleg van grootschalige infrastructuur?

Cruciaal voor het slagen van alle plannen is de financiering. De rode draad hierbij is dat kosten en baten dichter bij elkaar gebracht moeten worden. Kosten en baten liggen nu nog te ver uiteen. Daarom vraag ik opnieuw aandacht voor de mogelijkheden van de bovenplanse verevening. De taskforce Financiering Landschap ziet dit als een goede optie, maar in de Agenda Landschap wordt deze mogelijkheid genegeerd. Ik hoor graag waarom de minister hier niet voor kiest, zeker als geconstateerd wordt dat met name rondom de steden de druk op het landschap toeneemt. Zo komen baten voor de stedeling ook gedeeltelijk voor rekening van de stedeling.

Ondertussen zijn er vier proefgebieden aangewezen om financieringsconstructies te onderzoeken. Wat wordt er nu precies onderzocht, naast de uitzichtbescherming? Wat is de inspanning van publieke en private partijen hierbij? Voor ons blijft de inzet van de ozb een mogelijkheid, allereerst in deze proefgebieden. Uit de MKBA blijkt dat een mooi landschap zeker voor de huiseigenaren wat oplevert. Door de inzet van die meerwaarde op de ozb kan een deel van de kosten van het mooie landschap verhaald worden op degenen die er baat bij hebben. Dit is ook een mogelijkheid om kosten en baten dichter bij elkaar te brengen.

Terecht wordt er veel hoop gevestigd op het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Op dit moment wordt toegewerkt naar een nieuwe definitie van de Less Favoured Areas. Wat is de Nederlandse inzet tot nu toe geweest en biedt de nieuwe definitie meer mogelijkheden voor het Nederlandse beleid?

Bij motie heeft de ChristenUnie het afgelopen jaar gevraagd om de uitwerking van de fiscale mogelijkheden voor het Belastingplan 2010. Ik krijg graag nogmaals de bevestiging dat de minister hier werk van maakt vóór dit belastingplan, want de nota is daar nogal vaag over. Dit is een duidelijke manier om private investeringen aantrekkelijk te maken. Op de achtergrond van deze ideeën staat het voorstel voor een nationaal en provinciaal gebiedsfonds. Dat idee kan op onze instemming rekenen omdat het voorziet in de benodigde continuïteit en zekerheid voor investeerders. Wij zien graag op korte termijn een voorstel ter zake van de minister tegemoet.

Er is nogal wat achterstallig onderhoud in het landschap. Bij de begrotingsbehandeling heb ik hier aandacht voor gevraagd en dan met name voor het werk van de landschapswachten. Financieel kan hieraan worden bijgedragen door bijvoorbeeld inzet van een deel van de rente die de provincies over het ILG-geld krijgen. Ik snap dat dit een precair onderwerp is, maar toch vraag ik de minister of zij hierover wil gaan overleggen met de provincies.

Zoals gezegd, mist de ChristenUnie in deze agenda de actie, de uitvoering van alle voornemens. Is de minister bereid met een uitvoeringsprogramma te komen met daarin concrete acties gekoppeld aan de gewenste resultaten en data?

Het doel dat in de landschapsnota staat, is dat de minister graag een 8 wil in 2020. Wat mij betreft, komt de minister prima weg met een 7,3 in 2020, maar dan wel met een helder financieringsplan voor onderhoud en beheer voor de lange termijn. Dat is vele malen belangrijker.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): De heer Cramer koestert de cultuurlandschappen. Hij legt met nadruk een relatie met het deltaplan. Welke keuze maakt hij nu? Kiest hij voor een cultuurlandschap of voor uitvoering van het deltaplan waarin staat dat er 200.000 kilometer nieuwe heggen, wallen, akkerlanden et cetera moeten komen en bovendien nog 50.000 extra nieuwe toeristische fiets- en wandelroutes in het landschap? Dus kiest hij echt voor het cultuurlandschap of wil hij een heleboel nieuwe landschapjes maken die opnieuw gestoffeerd worden?

De heer Cramer (ChristenUnie): Ik heb gesproken over de grote open vlaktes met rechte lijnen in de polders. Dat is een nieuw landschap waarvoor men niet kan terugvallen op een "om zeep geholpen historie", om het maar even zo te noemen. Daarvoor moet een nieuw model gevonden worden. In een aantal herverkavelingsgebieden zal het zeer moeilijk zijn om de oude cultuurlandschappen terug te brengen. De meerwaarde van het deltaplan is dat een groot aantal plaatsen wordt aangegeven waar het oude cultuurlandschap wel teruggebracht kan worden, inclusief de rijkdom aan biodiversiteit. Er moet alleen nog worden nagedacht over de wijze waarop de ondernemers in die gebieden gecompenseerd kunnen worden. Daar wil ik graag naar terug, want dat betekent een buitengewone verrijking van ons landschap.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Wilt u nagaan of zelfs in de polder oude landschappen hersteld kunnen worden? Wilt u terug naar het landschap van Ot en Sien of wilt u de waardvolle cultuurlandschappen met een aantal aanvullingen behouden?

De heer Cramer (ChristenUnie): Het deltaplan houdt zeker geen terugkeer in naar het landschap van Ot en Sien. Er staat wel dat elementen zoals houtwallen en bosschages die met het oog op schaalvergroting en efficiency zijn weggehaald het landschap en de biodiversiteit hebben verarmd. Er worden concrete voorstellen gedaan om die elementen terug te brengen. Er wordt niet voorgesteld om landschappen die te zeer zijn veranderd door ruilverkaveling weer in hun oorspronkelijke staat te herstellen. Dat probleem wordt niet opgeworpen. Het beter toegankelijk maken voor recreatie is een nieuwe ontwikkeling en geen terugkeer naar het oude. Er is sprake van doorontwikkelingen waardoor de recreatieve waarde van het schitterende cultuurlandschap wordt verbeterd.