Algemeen Nederlands Verbond van Reisondernemingen

29-01-2009

ANVR pleit voor herziening vliegbelasting

De negatieve gevolgen door invoering van de vliegbelasting door de Nederlandse overheid lijken ernstige vormen aan te nemen. De eerste, voorlopige resultaten van het onderzoek dat de ANVR heeft laten uitvoeren door de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) laten nu al een omzetderving voor de reisbranche en de Nederlandse economie zien van ruim 1,2 miljard euro, eventuele gevolgen voor de werkgelegenheid nog niet meegerekend. De definitieve berekeningen komen eind maart 2009 als het onderzoek wordt afgerond.

De `Fiscaal Fataal Award' is vandaag in Nieuwspoort toegekend aan de voor de Nederlandse samenleving meest impopulaire belastingmaatregel: de vliegbelasting. Frank Oostdam, directeur van de ANVR: "De luchtvaartindustrie, reisbrancheorganisatie ANVR en de toeristische sector hebben eerder geageerd tegen het invoeren van een alléén voor Nederland geldende belastingmaatregel met grensoverschrijdende gevolgen."

Om dit te onderbouwen heeft de ANVR in samenwerking met het NBTC het onderzoeksinstituut SEO gevraagd de financiële gevolgen voor de Nederlandse economie en de toeristische branche in het bijzonder in kaart te brengen. SEO Economisch Onderzoek is een onafhankelijk instituut dat ook onderzoek verricht in opdracht van de overheid. Met de eerste resultaten in de hand dringt de ANVR aan op een inhoudelijke discussie met de overheid.

Op basis van bedrijfseconomische argumenten wil de reisbranche het kabinet ter overweging geven deze belastingmaatregel te herzien. De impact die de financiële crisis op dit moment al veroorzaakt in Nederland, waarbij de overheid nu regelmatig moet bijspringen om de negatieve gevolgen voor de burger en het bedrijfsleven zoveel mogelijk te beperken, sterkt de ANVR in deze overtuiging. "De beslissing de vliegtax in te trekken kost de overheid relatief weinig en levert de Nederlandse economie véél op", aldus Oostdam.

De kosten en omzetderving die de invoering van deze voor consument en reisbranche impopulaire belastingmaatregel met zich meebrengt, staan overigens in schril contrast met de opbrengst die de overheid beoogde. Niet alleen zal de door de overheid gewenste belastingopbrengst van EUR 350 miljoen lager uitkomen, ook heeft de Nederlandse toeristische sector te maken met alarmerende omzetcijfers die mede zijn veroorzaakt door de vliegbelasting (minder verkochte tickets, minder hotelovernachtingen en bestedingen, minder belastingen en heffingen).

Het laten vervallen van de vliegbelasting zou een belangrijk signaal zijn. Zo stimuleert het de consument zijn bestedingen niet weg te laten vloeien naar buitenlandse economieën, wordt het milieu gespaard omdat Nederlanders niet massaal de grens over rijden en komt er in deze economisch moeilijke tijden iets minder druk te staan op de reisbranche.