Grafische Bedrijfsfondsen



PGB werkt aan herstelplan (jan 2009)

Terwijl de dekkingsgraad weer licht is gestegen van 96% (eind november) naar 98% (eind december 2008) werkt het bestuur van het pensioenfonds PGB aan een kortetermijn herstelplan. Daarin wordt aangegeven hoe het fonds denkt haar tekort aan reserves te kunnen inlopen. PGB moet dit herstelplan, net zoals de meeste andere fondsen die met onvolledige dekking te maken hebben, indienen voor 1 april 2009.

Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om reserves aan te houden. Boven de 100% een reserve van 5% voor algemene risicoâs en daarnaast een buffer om schommelingen in de beleggingen op te kunnen vangen. De minimale dekkingsgraad voor PGB zou ongeveer 120% moeten zijn. Zakt het fonds door die grens dan moet een herstelplan worden opgesteld. Daarin wordt aangegeven hoe men weer op het vereiste niveau denkt te komen. Binnen 3 jaar boven de 105% en binnen 15 jaar boven de 120%. PGB heeft vooruitlopend op de indiening van het herstelplan in 2008 al een aantal maatregelen genomen om de financiële positie te verbeteren en meer garanties in te bouwen om verlaging van pensioenen te voorkomen. Zo bleef de toeslag (= indexatie) achterwege, is de pensioenpremie tijdelijk verhoogd en is in het beleggingsbeleid meer zekerheid ingebouwd.

Afspraken over herstel
Alle pensioenfondsen die over te weinig reserves beschikken, rapporteren iedere maand aan De Nederlandsche Bank (DNB) over de stand van zaken. Bij de grotere pensioenfondsen varieert de dekkingsgraad eind 2008 veelal tussen de 85 en de 100%. PGB zit op 98%. De pensioensector streeft ernaar om met DNB maatwerkafspraken te maken over het herstel van de dekkingsgraad. De basis voor die afspraken zijn de herstelplannen. PGB zal dat voor 1 april 2009 indienen. Als gevolg van de financiële situatie worden waardeoverdrachten (tijdelijk) opgeschort als de dekkingsgraad van één van de pensioenuitvoerders onder de 100% ligt.

Paul van Leeuwen.jpg Paul van Leeuwen, (algemeen directeur GBF, uitvoerings- organisatie voor PGB): âOm minder kwetsbaar te worden voor schommelingen van de aandelenkoersen en meer zekerheid in te bouwen voor de pensioenen van deelnemers en pensioen- gerechtigden, is PGB in de loop van 2008 gestart met het verminderen van haar aandelenbezit en deelnemingen in infrastructuur en water- en energievoorziening uit te breiden. Daarnaast wordt het renterisico meer afgedekt. Zonder afdekking zou een daling van de marktrente met 1 procent tot een daling van de dekkingsgraad leiden van ongeveer 15%. Door de afdekking is dat nog maar ongeveer een ¼ daarvan. Het fonds beschikt zo over een beleggingsportefeuille waar meer zekerheid is ingebouwd maar waarin ook voldoende opwaarts potentieel aanwezig blijft om te kunnen profiteren van zich herstellende markten. Hoe snel PGB uit herstel zal komen en weer de volledige toeslag zal kunnen verlenen is afhankelijk van de renteontwikkeling, de gerealiseerde beleggingsrendementen en de feitelijke prijsontwikkeling.â

Toeslaglabel
âDe toeslagverwachting voor de komende jaren moet door alle pensioenuitvoerders vanaf 1 april 2009 met een plaatje weergegeven: het toeslaglabel. Het label laat zien hoe het pensioen de komende 15 jaar waarschijnlijk zal kunnen meegroeien met de stijging van de prijzen. Om in te kunnen schatten of en in welke mate toeslagverlening mogelijk zal zijn, worden momenteel berekeningen uitgevoerd. De financiële positie van eind 2008 dient daarbij als uitgangspunt te worden genomen. PGB evalueert in dat kader ook haar Richtlijn Besluitvorming toeslagverlening. Het fonds heeft er nu 3 jaar meegewerkt en gaat op basis van de opgedane ervaringen na of er aanpassingen nodig zijn. Het bestuur van het fonds zal daar na advies van de Deelnemersraad de komende maanden over besluiten.

Overigens dringen de Pensioenkoepels er bij de toezichthouder de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op aan om de invoering van het toeslaglabel uit te stellen. Het label is teveel een momentopname. Door de schommelingen in de dekkingsgraad van het pensioenfonds kan het plaatje er van jaar tot jaar anders uitzien. De informatieve waarde is daardoor beperkt. Het plaatje zal bij vrijwel alle fondsen laten zien dat de pensioenen sterk achterblijven bij de prijsontwikkeling.'