Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 30-01-2009

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de discussie rond een Irak-onderzoek en de economie

o DISCUSSIE OVER IRAK


MINGELEN:
Meneer Balkenende, we beginnen maar weer met de oorlog Irak 2003. De situatie, toch maar gewoon de vraag: heeft Amerika toen Nederland om militaire steun gevraagd, ja of nee?


BALKENENDE:
U doelt op het artikel waarin wordt gerefereerd aan een bewindspersoon uit de Verenigde Staten.


MINGELEN:
Ik doel op de feitelijke situatie of die steun is gevraagd.


BALKENENDE:
Ja, er is aan de internationale gemeenschap een algemeen verzoek van de Amerikanen geweest. Dat is ook gemeld destijds. Nederland heeft niet de concrete vraag gekregen: kun je dit of dat leveren. En dat hebben we eigenlijk altijd gezegd.


MINGELEN:
Ik doelde inderdaad op het artikel dat u noemde. Waarin oud-onderminister Armitage zegt dat er documenten en diplomaten naar Nederland zijn gestuurd. Hij noemt dat een verzoek. Zijn er documenten verzonden en zijn er diplomaten gekomen?


BALKENENDE:
Ik zeg net, er zijn in het verleden door de Amerikanen aan landen, aan de internationale gemeenschap vragen in algemene zin gesteld. Dat is ook aan de Kamer gemeld, maar dat is heel iets anders dan specifieke verzoeken. Het is verder ook zo...


MINGELEN:
Maar u ontkent bij deze dan dat diplomaten en stukken speciaal naar Den Haag zijn gestuurd om militaire steun te vragen.


BALKENENDE:
Dat is nu ook precies de reden waarom ik zeg: we zullen dit opnieuw weer aan de Kamer melden, er zijn vragen over gesteld. Het is natuurlijk zo dat er tussen de Amerikanen en diplomaten altijd contacten bestaan. Alleen het is een groot verschil of er een verzoek ligt aan dé internationale gemeenschap in algemene zin of specifieke vragen. Nou en we zullen...


MINGELEN:
En u ontkent dat er aan Nederland specifieke vragen zijn gesteld.


BALKENENDE:
Aan Nederland is niet gevraagd: kun je dat en dat fregat leveren of kun je die troepen leveren. Dat is niet aan de orde geweest.


MINGELEN:
Een ander bericht is dat Nederland heeft overwogen in dezelfde periode, om een fregat voor die oorlog in Irak ter beschikking te stellen. Is dat waar of is dat niet waar?


BALKENENDE:
Daarvan heeft Defensie aangegeven deze week dat die discussie over het fregat totaal niets te maken had met de militaire interventie in Irak. Maar dat het iets te maken had met wat zou kunnen gebeuren in Irak nadat de interventie had plaatsgevonden. Dus daar heb ik ook het gevoel dat de zaken een beetje door elkaar zijn gaan lopen. Het is me ook opgevallen dat ook deze week heeft gekost. Als je de berichtgeving leest van het ministerie van Defensie is het gewoon een heel helder verhaal.


MINGELEN:
Ja. Zou u zich kunnen voorstellen dat mensen denken: wij geloven de premier wel maar toch komt het ene na het andere bericht en is het weer onduidelijk, waarom geeft Balkenende zijn verzet tegen een onderzoek niet op zodat we van het gezeur af zijn?


BALKENENDE:
Wanneer een kabinet aangeeft hoe de zaak is geweest, als je dan - wat in de Eerste Kamer is gebeurd, men heeft gezegd er is mist - zeg ik nee, we hebben gewoon aangegeven wat er altijd heeft gespeeld, wat de redenering is geweest van de regering om destijds in politieke zin de interventie te steunen, niet militair. Iedereen weet wat de argumentatie was van de Nederlandse regering, we hebben heel veel Kamerdebatten erover gehad en er zijn heel veel documenten gericht. En nu kun je zeggen een onderzoek. Maar wat voegt dan zo'n onderzoek toe aan die talloze documenten, aan de vele debatten die zijn gevoerd en de argumentatie van de Nederlandse regering was bekend. Iets anders is dat sommige mensen ook het oneens waren, dat klopt. Maar daar heb je natuurlijk geen onderzoek voor nodig.


MINGELEN:
Maar u heeft al die papieren in de brandkast en u weet hoe het is gegaan. Het is natuurlijk wel een beetje moeilijk dat als u zegt: ik heb niets te verbergen. Mensen willen het gewoon weten en er zijn steeds weer nieuwe vragen. Het is toch veel handiger om dan te zeggen: ok, dan gaan we het onderzoeken.


BALKENENDE:
Deze vraag is nu zo vaak aan de orde geweest.


MINGELEN:
En hij blijft maar terugkomen. En u heeft belangrijke dingen aan uw hoofd, de economie, massawerkloosheid. En de Kamer en journalistiek zeuren maar aan uw hoofd over wat er nou precies gebeurd is.


BALKENENDE:
In die zin is het inderdaad niet nieuw. Ik merk dat natuurlijk er dag om dag weer nieuwe stukken komen. Het hangt natuurlijk samen met de vraag: komt er wel of geen onderzoek. Maar dan zeg ik: eigenlijk is dat ook weer niet echt nieuw. Want de vraag naar een onderzoek is jarenlang aan de orde geweest. Is ook jarenlang negatief beantwoord. U weet ook dat er afspraken zijn gemaakt in de huidige regeringscoalitie. En dan is het aan ons om vragen te beantwoorden. Eerst hebben we gezien in de Eerste Kamer dat men wilde dat wij stukken zouden schrijven over de volkenrechtelijke aspecten. Dat hebben we gedaan, daar is een debat over geweest. Vervolgens heeft met name de heer De Vries vragen gesteld. We hebben ook die beantwoord. Toen zouden er weer andere vragen komen. En de Tweede Kamer heeft nu ook een reeks van vragen. Ja we zitten in die fase.


MINGELEN:
Wij zitten in die fase?


BALKENENDE:
Ja.


MINGELEN:
Wat bedoelt u daarmee. We zitten in die fase? Betekent dat dat als deze fase achter de rug is, dat dat onderzoek er dan wat u betreft alsnog kan komen?


BALKENENDE:
Ik zeg dat wij in een fase zitten van heel veel vragen die door beide Kamers worden gesteld.


MINGELEN:
Ja, dat heb ik wel gehoord.


BALKENENDE:
En dat is dus de fase waarin we ons bevinden. Ik doe verder geen uitspraken.


MINGELEN:
Betekent dat dat als nou de Tweede Kamer na deze fase zegt van we zijn nog steeds niet tevreden, we willen dat onderzoek. Dat u dan zegt: ok, dan geef ik ook mijn verzet daartegen op?


BALKENENDE:
Ja, maar dat is 'als'.


MINGELEN:
Ja maar u zegt zo nadrukkelijk 'we zitten in deze fase'. Daar spreek ik u op aan. Is de volgende fase dan toch misschien een onderzoek?


BALKENENDE:
De fase is er nu één van heel veel vragen. En dat is onze taak om op die vragen in te gaan. En u weet ook, er zijn afspraken gemaakt met deze coalitie over dit onderwerp.


MINGELEN:
Maar meneer Bos zegt: het is nu aan het CDA, aan de premier om zijn positie te bepalen, ik heb met tegenzin aanvaard dat het onderzoek er niet komt. Wat hem betreft kan die afspraak zo van tafel. Het ligt bij u.


BALKENENDE:
Dat begrijp ik maar een afspraak is een afspraak.


MINGELEN:
En als u die wilt veranderen dan staat Bos te trappelen om ja te zeggen.


BALKENENDE:
Dat mag zo zijn, maar dat doet niets af aan datgene wat ik u net ook heb gezegd


MINGELEN:
Kunt u bevestigen dat er in CDA-kring is overwogen om dit onderzoek door een onafhankelijke commissie te laten doen?


BALKENENDE:
Ik kan over wat er in CDA-kring wordt gezegd, daar kan ik niet eens op ingaan.


MINGELEN:
Kunt u het ontkennen?


BALKENENDE:
En bevestigen evenmin. Omdat dat zaken zijn die denk ik helemaal niet aan de orde zijn.


MINGELEN:
Het zou u uit een heel lastig pakket redden als er een onafhankelijke commissie komt.


BALKENENDE:
Maar toch, ik blijf opnieuw zeggen: we zitten nu in een periode, in een fase waarin er heel veel vragen zijn. We hebben die te beantwoorden en dat zullen we ook naar behoren doen.


MINGELEN:
En een onderzoek sluit u niet uit?


BALKENENDE:
Ik ken deze vraag. Wij zijn bezig met vragen te beantwoorden.


MINGELEN:
En een onderzoek sluit u niet uit?


BALKENENDE:
Ik ken deze vraag wel. Wij zijn bezig met vragen te beantwoorden.


MINGELEN:
Ik constateer dat u daar geen nee op zegt. We gaan naar de economie.

o ECONOMIE


MINGELEN:
Het regeerakkoord was geschreven dat er later, in verband met de vergrijzing, voldoende geld overblijft. Om het maar even simpel te zeggen. Daarvoor was een begrotingsoverschot van één procent afgesproken. Is dat nog haalbaar?


BALKENENDE:
Het is zo dat wij uitgingen van een financieringsoverschot van één procent, feitelijk. En dat wordt heel moeilijk als de economie doorgaat zoals die op het ogenblik functioneert. Weet je het zeker? Nee, weten we niet zeker. Want bijvoorbeeld als de economie aan zo trekken, als bijvoorbeeld de olieprijs hoger zou worden en dat heeft weer grote invloed op de inkomsten uit aardgas. Ja, dan kan zo'n saldo ineens weer de goede kant uitgaan.


MINGELEN:
Maar is dat erg waarschijnlijk als je weet dat de crisis toch wel tot 2010-2011 zou kunnen doorgaan?


BALKENENDE:
We zitten in een hele merkwaardige tijd. We hadden vorig jaar nog een behoorlijk begrotingsoverschot en dat slaat nu helemaal om naar een tekort. We weten niet wanneer de economie weer zal gaan aantrekken. Voorlopig is het echt een hele lastige periode dus de financieringstekorten die zijn moeilijk. Dan speelt nog iets anders mee, u noemde een getal van één porcent, er is ook een andere definitie. Dat is dat je ook oog moet hebben voor de structurele kant van de economie. Dat betekent van je financiën. Je moet zorgen dat je die maatregelen neemt die ook op langere termijn de overheidsfinanciën zijn. En het kan wel zo zijn dat je op korte termijn met dat feitelijk tekort - dat getal waar we het nu over hebben - dat dat zwaar tegen zit. Maar het kan ook zo zijn - als je die maatregelen neemt die goed zijn voor de langere termijn - dat dat je zaken verbetert. Bijvoorbeeld in het verleden de hervorming van de sociale zekerheid, om een voorbeeld te noemen. Die hebben toen goed doorgewerkt in ook de lange termijnontwikkelingen.


MINGELEN:
Is er aanleiding om met de coalitiepartners opnieuw te gaan kijken naar de afspraken in het regeerakkoord om dit terrein, moeten die misschien toch worden aangepast?


BALKENENDE:
Ten aanzien van het doel dat je hebt, namelijk het één procent overschot in 2011, op zichzelf hoef je dat niet te gaan heroverwegen. Dat doel blijft gewoon.


MINGELEN:
Maar het is natuurlijk niet alleen een doel, het is ook een afspraak.


BALKENENDE:
Maar daarom maken we ook een onderscheid tussen het feitelijk overschot en de structurele kant. Want het kan best zo zijn dat je op korte termijn genoegen moet nemen met slechtere overheidsfinanciën. Maar als je die maatregelen neemt die op langere termijn, bijvoorbeeld door een beter draaiende economie, door meer innovatie, door een dynamische arbeidsmarkt, dat kan juist weer heel goed zijn op de langere termijn. Nou, we moeten gewoon onder ogen zien van hoe ontwikkelt zich de economie, de goede stappen zetten. En daar zijn we als kabinet ook druk mee bezig. En het is een ingewikkelde tijd. Maar ik heb ook de overtuiging dat we het samen aankunnen.


MINGELEN:
Laatste vraag. Mensen zijn bang dat in de toekomst hun pensioenen omlaag gaan, omdat de pensioenfondsen gewoon te weinig geld hebben door alle verliezen. Kunt u ze gerust stellen of niet?


BALKENENDE:
Het is zo dat de pensioenfondsen nu bezig zijn met hun herstelplannen, dat moet ook omdat de dekkingsgraad ineens enorm is gedaald vanwege de vermogensverliezen. Als de vermogens minder waard worden, ja dan heb je een probleem met de dekking. Het is nu aan de pensioenfondsen aan te geven hoe lossen we dat op. Een van de zaken die op het ogenblik natuurlijk speelt, dat is de indexatie van de pensioenen, dat je er geen geld bij krijgt. Het is nog te vroeg om daar nu op in te gaan want we willen eerst zien wat pensioenfondsen zelf aandragen, wat hun oplossingen en hoe houdbaar die zijn. En ik begrijp wel uw vraag heel goed want mensen maken zich natuurlijk zorgen over de lange termijn en financiële zekerheid.


MINGELEN:
Ja, en daarom vragen die pensioenfondsen meer tijd om het probleem op te lossen. Gunt u ze dat?


BALKENENDE:
Nou ja, het punt is een beetje of je met meer tijd de problemen ook echt kunt oplossen. Die vraag zouden we moeten beantwoorden want uiteindelijk gaat het wel om de zekerheid van mensen met hun pensioen. En dan kan je wel zeggen: ja ik stel bepaalde maatregelen uit, maar toch de vraag van: wat doe je op de lange termijn om de pensioenen veilig te stellen?


MINGELEN:
En zover bent u nog niet om ze meer tijd te gunnen?


BALKENENDE:
We moeten nu ook de spelregels goed hanteren: voor 1 april herstelplannen, dan wordt de zaak verder bekeken. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, AK/PS)