VEA: Plasterk moet commissie voor toekomst pers anders samenstellen


AMSTERDAM, 20090205 -- De VEA (Vereniging van communicatieadviesbureaus) heeft dinsdag 3 februari middels een brief aan Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Ronald Plasterk, haar deskundigheid aangeboden voor de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers.

In de brief vraagt de VEA, als vereniging waarbinnen reclamebureaus, internetbureaus, mediabureaus, arbeidsmarkt-communicatiebureaus, pr-bureaus, brand activation bureaus en sponsoringbureaus samenwerken, de samenstelling van de commissie te heroverwegen en alsnog ruimte te maken voor de deskundigheid van haar achterban.

De dagbladpers is voor circa 50% afhankelijk van advertentie inkomsten, maar in de commissie bekleedt geen enkel deskundig persoon op dat gebied een zetel. De VEA ervaart het als teleurstellend te constateren dat voor de commissie uitsluitend personen zijn uitgenodigd met een achtergrond in of nauwe relatie tot het redactionele deel van de pers. In de commissie mist de VEA specifieke deskundigheid op het gebied van consumentengedrag, financiering, informatietechnologie en last but not least commerciële communicatie.


Frans Blanchard, directeur van de VEA, noemt het bevreemdend en hoopt dat de minister de samenstelling van de commissie heroverweegt: "Met de gekozen eenzijdige samenstelling van de commissie kunnen nauwelijks werkelijk innovatieve gedachten worden verwacht. Volgens het jaarverslag van de Nederlandse Dagbladpers bedroeg de omzet van de dagbladen over 2007 1,7 miljard euro waarvan ruim 810 miljoen euro afkomstig uit advertentie-inkomsten. Er is dus een duidelijk gedeeld belang van de reclamewereld bij de toekomst van de Nederlandse Dagbladpers."

Voor het innovatiefonds heeft Plasterk 8 miljoen euro beschikbaar. De bewuste commissie heeft drie maanden de tijd om Minister Plasterk te adviseren over de media die in aanmerking komen voor het fonds, wat de criteria dienen te zijn en hoe de besluitvorming dient te verlopen. Daarnaast heeft de commissie maximaal zes maanden om de toekomst van de krantensector te onderzoeken. De Nederlandse gedrukte media kampen - net als pers in het buitenland - met dalende oplagen, teruglopende advertentie-inkomsten, problemen met de bezorging en hoge rendementseisen waar de uitgeverijen aan moeten voldoen.





VEA