Raad van de Europese Unie

Brussel, 12 februari 2009
6350/1/09 REV 1 (Presse 37)
P 19
(OR. en)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende de Internationale Dag tegen het gebruik van kindsoldaten, 12 februari

Op de Internationale Dag tegen het gebruik van kindsoldaten wijst de Europese Unie op de noodzaak om op alle niveaus een grotere inspanning te leveren voor de bescherming van kinderen tegen de gevolgen van oorlog, waaronder ook het ontvoerd worden om te fungeren als strijders, seksslaven of huisbedienden. De EU onderstreept dat de gevolgen op korte, middellange en lange termijn van gewapende conflicten voor kinderen op effectieve, duurzame en alomvattende wijze aangepakt worden.
De EU blijft diep bezorgd over de situatie van de kinderen die in de hele wereld te maken hebben met gewapende conflicten. Dertien jaar na de baanbrekende studie van Graça Machel "The Impact of Armed Conflict on Children" wordt er nog altijd onvoldoende vooruitgang geboekt voor de tienduizenden kinderen die nog steeds vechten in strijdkrachten in verschillende landen of die het slachtoffer zijn van gewapende conflicten. Er worden nog altijd kinderen ontvoerd, gedood, verminkt, verkracht of anderszins seksueel misbruikt. Scholen en ziekenhuizen waar kinderen verzorgd worden, blijven onder vuur, en aan kinderen wordt nog steeds humanitaire hulp ontzegd. Het lijden van kinderen wordt nog verergerd door het veranderende karakter van conflicten waarin het leven van de burgerbevolking niet per se veilig is. Vooral meisjes zijn het slachtoffer van het toenemende gebruik van seksueel geweld als oorlogswapen. Conform haar richtsnoeren over kinderen en gewapende conflicten bevestigt de EU haar krachtige steun aan het werk van de Verenigde Naties, met name van het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal voor kinderen in gewapende conflicten en het mechanisme voor toezicht en verslaglegging over kinderen en gewapende conflicten dat is ingesteld op basis van de Resoluties 1539 (2004) en 1612 (2005) van de VN-Veiligheidsraad, alsook de uitvoering van Resolutie 1820 van de VN-Veiligheidsraad over seksueel geweld in conflicten. De EU bevestigt haar volledige steun aan het werk van het Internationaal Strafhof (ICC) in de strijd tegen straffeloosheid voor de rekrutering en het gebruik van kindsoldaten.
De EU spreekt voorts haar steun uit voor de toezeggingen en beginselen van Parijs voor kinderen die betrokken zijn bij strijdkrachten of gewapende groeperingen, waarvan de eerste ministeriële vervolgbijeenkomst in september 2008 te New York gehouden is, met de nadruk op concrete langetermijnmaatregelen op het gebied van reïntegratie van voormalige kindsoldaten. In dit verband dringt de EU er bij de verschillende partijen die betrokken zijn bij ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR) op aan passende aandacht te schenken aan kinderen, met name meisjes. De EU blijft ook de initiatieven van de organisaties van het maatschappelijk middenveld steunen die gericht zijn op de bevordering van de rechten van het kind in gewapende conflicten. De kandidaat-lidstaten Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië *, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië, Armenië en Georgië sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.