Gemeente Doetinchem

Persbericht, 13 maart 2009

Parkeerhandhavers treffen geen blaam bij parkeerbonkwestie

De parkeerhandhaver die onterecht geen parkeerbon zou hebben uitgeschreven, valt niets te verwijten. Dat concludeert het college van Burgemeester en Wethouders uit grondig onderzoek naar de kwestie.

Een automobilist kreeg op 23 oktober 2008 een bon voor fout parkeren op de groenstrook aan de C. Missetstraat. Een week later, op 28 oktober, zag hij dat op dezelfde plek opnieuw twee autos foutief geparkeerd stonden, waarvan één auto geen bon had en de andere wel. Op het dashboard van de auto zonder bon lag het visitekaartje van een ambtenaar van de gemeente Doetinchem. Daarop schreef de automobilist een brief naar het college, waarin hij zich afvroeg of er meerdere soorten burgers bestaan.

Het onderzoek van het college heeft uitgewezen dat de parkeerhandhavers niets te verwijten valt. Zij voeren hun werk zonder aanzien des persoons uit. Verder bleek dat op 28 oktober helemaal geen bonnen zijn uitgeschreven aan de C. Missetstraat. Die dag deden zij hun werk in een ander deel van de stad. Wel zijn de dag ervoor vijf automobilisten bekeurd. Mogelijk dat een van deze vijf autos de volgende dag nog steeds stond geparkeerd op de groenstrook, waardoor verwarring kon ontstaan. Het onderzoek wees daarnaast uit, dat de gemeenteambtenaar niet wist dat zijn auto fout geparkeerd stond en dat van zijn kant geen sprake is van opzet.

Het college beseft dat het van de ambtenaar niet handig was om het visitekaartje zo prominent voorin de auto te laten liggen. Daarmee kan de indruk worden gewekt dat parkeerhandhavers collega-ambtenaren geen bon geven als hun auto fout staat geparkeerd.

De gemeente Doetinchem neemt klachten die de integriteit van het ambtelijk apparaat of de eigen integriteit betreffen, uiterst serieus. Integriteit maakt onderdeel uit van het personeelsbeleid. Het integriteitsbeleid van de gemeente bestaat uit onder meer een integriteitscode, klokkenluidersregeling en de ambtseed. Het beleid is gericht op het bevorderen van goed ambtelijk handelen en het voorkomen van misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie. Na het bekend worden van de klacht nam de betreffende ambtenaar dan ook direct zelf contact op met zijn leidinggevende en is het onderzoek in gang gezet.