Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

SMAAK Special: een herboren ministerie

Special: Ministerie van Financiën Met de opening van het het vernieuwde ministerie van Financiën aan het Korte Voorhout in Den Haag zijn ook een een paar nieuwigheden in de Nederlandse bouwcultuur bezegeld. Maar dat niet alleen: er wordt ook een stuk stad aan Den Haag 'teruggegeven' dat voordien niet openbaar was. Een voorbijganger die een korte route kiest over het houten boardwalk tussen het Korte Voorhout en de Casuariestraat: dat beeld was pakweg vijf jaar geleden ondenkbaar. Want Financiën was een gesloten ministeriegebouw rondom twee binnenhoven, een kleine en een grote aan weerszijden van de entree. Die entree is verplaatst naar het grote binnenhof dat nu is veranderd in een openbaar terrein, dat om elf uur 's avonds via een enorm scharnierend hek wordt afgesloten.

De wedergeboorte van Financiën betekent tegelijk de geboorte van een nieuwe bouwpraktijk waar een paar afkortingen aan te pas komen: DBFMO en pps. Ze staan respectievelijk voor Design, Build, Finance, Maintain en Operate en publiek-private samenwerking. In 2003 besloot de Staat tot een nieuwe constructie bij de verbouwing van het ministeriegebouw op initiatief van de toenmalige minister Zalm. Het was een revolutionaire zet. Een consortium van een bouwer, financier, ontwerper, installateur en exploitant zou uit een selectieprocedure worden gekozen. Eerst om het gebouw te herontwerpen en te renoveren om het daarna voor een periode van 25 jaar te beheren en te onderhouden. Dat is de impact van de afkorting DBFMO. Pps is de vorm van samenwerking tussen de overheid en een private partij. Zo bemant het winnende consortium Safire de receptie, verzorgt de catering, en neemt de beveiliging voor zijn rekening. De overheid is opdrachtgever en gebruiker.
De bedoeling van DBFMO is natuurlijk in eerste instantie kostenbesparing, maar ze past ook in een tijd waarin de overheid zich meer concentreert op zijn core business. DBFMO is bij uitstek geschikt, zeggen de mensen die nu ervaring hebben opgedaan, bij omvangrijke projecten.

Slopen en bouwen
Op 22 oktober 1975 nam het ministerie zijn intrek in het gebouw dat was ontworpen door de voormalige Rijksbouwmeester, J. Vegter. Pieter Buys ontwierp in 1982 de tuin in de kleine binnenhof waarop je uitkeek als je het gebouw binnenkwam., mevrouw Polak-Daniëls had al eerder getekend voor de grote binnentuin. Het gebouw was toen reusachtig modern vanwege zijn centrale gasverwarming, automatische zonwering, plaatstalen wanden, airconditioning en een telefooncentrale met 1500 aansluitingen waardoor iemand van buiten rechtstreeks een ambtenaar kon bellen. Maar na dertig jaar was het gebouw ook op. De inrichting bleek te weinig flexibel. De klimaatbeheersing was verouderd en de enkelglasramen waren koudebruggen waardoor het gebouw in de winter slecht te verwarmen viel. Het is het lot van menig complex uit de jaren zestig en zeventig: ooit symbolen van het modernisme maar nu uit de tijd. Het is dan ook niet vreemd dat veel van die gebouwen de laatste jaren zijn gesloopt.
Voor Financiën zijn alle opties doorgerekend,.van sloop en nieuwbouw, nieuwbouw op een andere plek in Den Haag tot renovatie. Het werd renovatie en het financiëngebouw werd aangewezen als pilotproject voor pps in de rijkshuisvesting. De winnaar van de Europese pps-aanbesteding werd een aanlokkelijk plan van Safire. Vegters ontwerp kon voortleven maar dan wel ingepakt in glas. Een ongeëvenaarde hoeveelheid glas, niet alleen rondom de gevels maar ook in de vorm van een koepel over de kleine binnenhof. Een herboren gebouw dat beantwoordt aan de verscherpte eisen van duurzaamheid, een speerpunt in het kabinet Balkenende III.

Het resultaat is een bijna onherkenbaar ministerie, eigenlijk gloednieuw maar met sporen van de jaren zeventig, zoals het schoon beton met de zichtbare groeven van de houtbekisting. Het interieur laat zich lezen als een vorm van eigentijdse archeologie, waar de oude kolommen en trappenhuizen een cohabitation aangaan met het eigentijdse meubilair en inrichting.
Eind goed al goed, is dan ook de conclusie van de pps-pilot. Het consortium was op tijd klaar, het budget is niet overschreden, en de architectonische kwaliteit is gehandhaafd. Bestond over het laatste aanvankelijk scepsis, nu zegt projectarchitect Meyer en Van Schooten Architecten zelf dat er meer uitgehaald is dan bij een traditioneel ontwerpproces. Het eerste PPS-project in de rijkshuisvesting is daarmee richtinggevend voor de toekomst.

Dit is het inleidende artikel van de special. Verder in dat nummer van SMAAK: een interview met de architect Jeroen van Schooten, met de projectleiders Jos Nouwt, Sigrid Pikker en landschapsarchitect Michael van Gessel, de kunstenaar Johan Tahon, en een reportage over de ambtenaren van Financiën.

Hoofdredacteur en eindredactie SMAAK: Jaap Huisman