Wageningen Universiteit en Researchcentrum agenda > nieuws > hoornloos fokken mogelijkheid voor minder ingrepen Hoornloos fokken mogelijkheid voor minder ingrepen
3 apr 2009

Hoornloosheid komt van nature voor bij rundvee. Fokken van hoornloze koeien is een mogelijkheid om de ingreep van onthoornen te verminderen. Het fokken van hoornloze koeien is daarmee tegelijk een welzijnsvriendelijk als ook een natuurlijke methode. Dat blijkt uit onderzoek van de Animal Sciences Group (ASG) van Wageningen UR. Het onderzoek is uitgevoerd op verzoek van LNV en PZ. Bij het HF-ras is fokken van hoornloze koeien goed mogelijk omdat er enkele hoornloze stieren beschikbaar zijn. Hoornloze stieren hebben echter een lage fokwaarde. Met een goed fokprogramma kan de achterstand in fokwaarde binnen vier generaties zijn ingelopen.

Melkvee in de Nederlandse veehouderij wordt doorgaans onthoornd om onrust in de stal en verwondingen voor mens en dier tegen te gaan. Het onthoornen van kalveren wordt gezien als een welzijnsonvriendelijke ingreep. In het rapport âWenselijkheid en mogelijkheden voor het fokken van hoornloze koeienâ (ASG rapport 176) zijn aspecten rondom het fokken van hoornloze koeien onderzocht. Aangeboren hoornloosheid komt reeds eeuwen van nature voor in verschillende rassen, maar op dit moment slechts incidenteel in de moderne melkveerassen.

Hoornloosheid komt al eeuwen voor
Het gen voor hoornloosheid is grotendeels gebaseerd op één gen en is dominant over gehoorndheid. Het komt reeds eeuwen van nature voor in verschillende rassen. ASG-onderzoeker Jack Windig: âVóór 1900 kwam ook in het Fries Hollands vee hoornloosheid voor. Door selectie is het gen echter bijna uit de populatie verdwenen. Binnen het HF- ras is nog een aantal hoornloze stieren beschikbaar. Beperkende factor om deze stieren te gebruiken is dat de fokwaarden circa acht generaties achterlopen op die van de honderd beste stieren. Veehouders gebruiken daarom niet snel hoornloze stieren.â De beschikbaarheid van stieren met het hoornloosheidsgen opent echter wel mogelijkheden voor het opzetten van een speciaal fokprogramma.

Draagvlak zoeken voor hoornloosheid
Cruciaal in de discussie over onthoornen/fokken hoornloze koeien is niet alleen de vraag hoe goed dat is voor het dierenwelzijn, maar ook hoe natuurlijk het is. Het draagvlak voor fokken op hoornloosheid zal vergroten als meer bekend wordt dat het hoornloosheidsgen van nature al voorkomt. Het verbeteren van dierenwelzijn alleen is als argument niet voldoende voor een maatschappelijk draagvlak. Windig : âIn het ideaalbeeld van burgers heeft een koe hoorns. Die burger vindt naast dierenwelzijn ook natuurlijkheid belangrijk. Veehouders vinden welzijn belangrijk, maar gaan daarbij meer uit van goed management dan van natuurlijkheid. Daarom vinden veehouders onthoornen van kalveren acceptabel. Maar liever zouden ze hoornloze koeien met een goede productie hebben.â .

Versneld fokprogramma nodig
Voor veehouders zijn hoornloze stieren en interessant alternatief als de fokwaardes voor productie en andere belangrijke kenmerken voldoende in de buurt van gangbare gehoornde stieren komen. Met modelsimulaties is aangetoond dat met een geschikt fokprogramma na vier generaties de achterstand qua fokwaarden ingelopen kan worden. Een klassiek terugkruisingsprogramma om het gen in te kruisen duurt lang (vier generaties is circa 20 jaar), door gebruik van merkers (merkerselectie) kan de duur van een fokprogramma aanmerkelijk bekort worden tot ongeveer 10 jaar.

Gratis downloaden rapport
Het ASG-rapport 176 âWenselijkheid en mogelijkheden voor het fokken van hoornloze koeienâ is hier gratis te downloaden van de ASG-website.

Onderzoeksfinanciering
Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) (projectcode BO-07-011-015) en het Productschap Zuivel (PZ)

Meer informatie
Voor meer informatie over het onderzoek naar hoornloosheid: Jack Windig tel 0320 238068 E-mail jack.windig@wur.nl Roel Veerkamp tel 0320 238 261 E-mail roel.veerkamp@wur.nl

Contact
Jack Windig
tel 0320 238068
jack.windig@wur.nl