Vlaamse Overheid

opleiding in tijden van crisis

26 sectoren zetten schouders onder opleiding in tijden van crisis

Frank Vandenbroucke vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming

vrijdag 3 april 2009
Niet minder dan 26 sectoren hebben ingetekend op de vraag van minister van Werk Frank Vandenbroucke om ook in economisch moeilijke tijden hun werknemers opleiding en vorming te blijven geven. Voor dit opleidingsverhaal trok de minister 10 miljoen euro uit. Deze middelen worden verdeeld onder de verschillende sectoren op basis van nieuwe afspraken met de Vlaamse overheid. Die afspraken zijn toegevoegd aan de bestaande sectorconvenants. Het opleidingsplan is een onderdeel van het Vlaams impulsplan `Herstel het vertrouwen'.

De chemiesector, de metaalsector (arbeiders en bedienden), de bouwsector, de social profit, de uitzendsector, de voeding, de transportsector, de internationale handel, de garagesector, de textielsector, de houtsector, de openbare besturen, de elektriciens, de groensectoren, de confectie en de textielverzorging, de kappers, de horeca, de grafische sector, de montagesector, de audiovisuele sector, de vastgoedsector, de artistieke sector, de verhuissector en tenslotte het ANPCB. Deze 26 sectoren, in 2008 goed voor bijna 1,3 miljoen werknemers, voelen stuk voor stuk de impact van de economische crisis. Velen worden geconfronteerd met herstructureringen en gedwongen ontslagen.

Toch vinden de verantwoordelijken van de sectoren, samen met Frank Vandenbroucke, dat ook in moeilijke tijden opleiding erg belangrijk blijft. Werken aan competentieontwikkeling maakt werknemers immers weerbaar en houdt bedrijven concurrentieel. Daarom trok de minister extra geld uit om de sectoren de kans te geven te blijven investeren in opleiding en vorming. Van hun kant legden de sectoren nieuwe afspraken vast in addenda op de bestaande sectorconvenants. Op basis van de grootte van de sector en de mate waarin die getroffen wordt door de economische crisis krijgen de sectoren nu een deel van het uitgetrokken geld.

De addenda verschillen per sector, maar hun inhoud komt grotendeels neer op een verhoging van de opleidingsinspanningen en opvang van werknemers die getroffen worden door herstructureringen. Concreet gaat het om onder andere het verhogen van het budget voor opleiding en het aanpassen van het opleidingsaanbod aan de veranderde omstandigheden. Voor werknemers die getroffen worden door een herstructurering komt er toezicht op de kwaliteit van hun outplacement en krijgen de werknemers extra inzicht in hun eigen mogelijkheden door het aanmaken van een gepersonaliseerde competentiepas of opleidingscv. De meeste sectoren stellen hun opleidingsaanbod ook gratis ter beschikking van werkzoekenden. In het merendeel van de sectoren is er ook aandacht voor opleiding voor werknemers in economische werkloosheid.

Enkele opvallende zaken:

* mobiele opleidingen in de verhuissector, zodat de opleidingen dichter bij de werkplaats van werknemers en werkgevers georganiseerd kunnen worden

* aandacht voor instroom van jongeren bij o.a. de elektriciens en in de bouw en de chemie

* gespecialiseerde opleidingen rond nieuwe teelten en nieuwe tendenzen in de groensectoren

* een leerrekening - een krediet voor de werknemer dat hij kan gebruiken om opleiding te volgen - o.a. in de sector montage en confectie

* opmaken van een competentiebillan voor werknemers in o.a de sector montage, het ANPKB, de voeding en de uitzend
* opleidingen competentieontwikkeling voor 100 leidinggevenden bij de lokale besturen

* een allesomvattend plan dat zal ingediend worden bij het Europees globalisatiefonds om werknemers getroffen door herstructurering betere kansen te geven in de textiel
* extra opleidingen om mensen die afvloeien in andere sectoren de kans te geven om zich te heroriënteren naar o.a. de social profit
* ook aandacht voor de competenties van hen die bij herstructurering in het bedrijf blijven werken en die nieuwe taken moeten opnemen, bvb. in de voeding

De afspraken lopen tot 31 juli 2010, daarna volgt een evaluatie.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Hendrik Van Poele, persmedewerker minister Vandenbroucke Tel: 02 552 68 49
GSM: 0497 48 19 51
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be