Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Utrecht, 3 april 2009

Mediabewuste jongere minder vatbaar voor seksualisering

De geseksualiseerde media bevestigen voor veel jongeren de ongelijkwaardige rollen van mannen en vrouwen in seks en relaties, zoals ze die in hun dagelijks leven tegenkomen. Of het zien van die beelden samenhangt met de opvattingen en het (seksuele) gedrag van de jongeren hangt sterk af van de mate waarin jongeren de mediabeelden realistisch (echt) of relevant (leerzaam) vinden. Dit blijkt uit onderzoek dat de Rutgers Nisso Groep, MOVISIE, het Nederlands Jeugdinstituut en E-Quality hebben gedaan naar jongeren en seksualisering in de media. Het onderzoek bestond uit twee enquêtes en een serie groepsgesprekken en vond plaats in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Porno als inspiratiebron
Uit de enquêtes blijkt dat seksuele ervaring niet samenhangt met het kijken naar muziekzenders zoals MTV en TMF, maar wel met het kijken naar porno en erotiek. Het is echter niet aan te geven wat eerst komt: het pornogebruik of de seksuele ervaring. Verschillende jongeren geven aan porno of andere media zoals videoclips leerzaam te vinden, vooral als seksualiteit thuis een taboe is. In de groepsgesprekken geven jongens daarnaast aan dat ze pornografie gebruiken als inspiratie voor hun seksuele gedrag.

'Jongens zijn stoer, meisjes een hoer'
Een opvatting die in de enquête en in de groepsgesprekken veel naar voren komt, is dat 'jongens altijd seks willen'. Veel jongens en ook veel meisjes denken dat. Uit de gesprekken komt naar voren dat meisjes geacht worden grenzen te hebben en de jongens in te tomen. Dat heeft als gevolg dat meisjes ook verantwoordelijk zijn voor eventuele grensoverschrijding (zoals aanranding, verkrachting), vinden veel jongeren. Zij hebben dan immers hun grenzen onvoldoende duidelijk aangegeven of het uitgelokt door - op de media geïnspireerde - sexy kleding te dragen. Meisjes komen hierdoor nauwelijks toe aan hun eigen wensen. Ondanks emancipatie beoordelen jongeren seksueel gedrag van jongens anders dan dat van meisjes: een (hetero)seksueel actieve jongen is stoer, een meisje met het zelfde gedrag is een hoer.

Interpretatie van media is belangrijk
De jongeren in de gespreksgroepen zien de ongelijkwaardige sekserollen uit hun dagelijkse leven terug in de media. De mate waarin jongeren zich hier iets van aantrekken is afhankelijk van hun eigen interpretatie. Volgens de enquêtes hangen seksueel gedrag en seksuele opvattingen sterk samen met de mate waarin jongeren de mediabeelden realistisch vinden (is het 'echt' wat je in de media ziet?) of relevant (kun je er wat van leren?). Uit de gesprekken blijkt dat jongeren de seksualisering in eerste instantie voor lief nemen, maar een kritische houding aannemen zodra ze erover met elkaar in discussie gaan.

Verbieden helpt niet
Grenzen stellen aan mediagebruik en/of kritiek geven op mediabeelden lijken nauwelijks een gunstig effect te hebben voor de seksuele ontwikkeling of het zelfbeeld van jongeren. Mogelijk zijn andere vormen van mediaopvoeding, in de vorm van een dialoog over beelden die ouders en jongeren tegenkomen, wel effectief. Wel is het zo dat jongeren positiever over hun uiterlijk en over zichzelf denken wanneer ze meer steun ervaren van de ouders en wanneer de ouders beter op de hoogte zijn van het gaan en staan van hun kind. Dat geldt vooral voor autochtone jongens.

Onbereikbaar schoonheidsideaal, vooral voor autochtone meisjes Uit de enquêtes en de gesprekken komt naar voren dat vooral autochtone meisjes zich zorgen maken om hun uiterlijk. Zij zijn minder tevreden over het eigen uiterlijk en hebben een lager gevoel van eigenwaarde. Vooral deze meisjes gaan ervan uit dat jongens uiterlijk belangrijk vinden. Zij proberen het (gephotoshopte) schoonheidsideaal uit de media te bereiken. Twee op de vijf autochtone meisjes geven aan dat ze hun uiterlijk controleren wanneer ze maar kunnen, dat ze zich onzeker voelen als hun persoonlijke verzorging niet goed is en dat ze hun uiterlijk altijd proberen te verbeteren. Veel meisjes vinden het jammer dat ze bijna alleen maar slanke vrouwen zien in de media: ze willen meer variatie.

Sommige groepen gevoeliger voor seksualisering
Marokkaanse en Turkse meisjes in de groepsgesprekken ervaren in hun opvoeding veel ongelijkheid tussen jongens en meisjes. In de enquête rapporteren deze jongens en meisjes meer seksestereotiepe opvattingen dan jongens en meisjes uit andere groepen. Daarnaast ervaren jongens van Turkse en Marokkaanse afkomst relatief veel druk in de vriendengroep om er goed uit te zien en seks te hebben. Jongens uit deze groepen vergelijken zichzelf vaker met mediabeelden dan jongens met een andere etnische achtergrond. Jongens en meisjes van Surinaamse en Antilliaanse afkomst komen niet als risicogroep naar voren. Jongeren zelf denken dat met name onzekere jongeren het meest vatbaar zijn voor de media.

Belangrijkste aanbevelingen

- Jongeren stimuleren in gesprek te gaan en hun mening te vormen over seksestereotiepe en seksualiserende beelden in de media.
- Meer aandacht voor jongens in de seksuele en relationele vorming.
- Onderzoek naar effectieve vormen van seksuele vorming en mediaopvoeding.
- Meer variatie in mediabeelden op het gebied van seksualiteit en sekserollen.


---