Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 47 / 6 april 2009

40 gemeenten verlagen tarief; grootste stijging 41 procent

Grote verschillen in ontwikkeling OZB-tarieven

Er zijn grote verschillen tussen gemeenten in de ontwikkeling van de OZB-tarieven. Voor woningen varieert deze van een daling van 9 procent in Zeevang tot een stijging van 41 procent in Leiderdorp. Dit blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten die COELO vandaag presenteert. COELO (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden) is een onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.

OZB wordt geheven over de woz-waarde in het voorafgaande jaar. Die waarde ligt voor woningen gemiddeld 3,4 procent hoger dan een jaar eerder. Om te voorkomen dat de OZB-opbrengst onbedoeld stijgt, hebben gemeenten hun tarieven neerwaarts aangepast. Hiervoor gecorrigeerd, stijgt het gemiddelde OZB-tarief met 3,2 procent.

Er zijn grote verschillen tussen gemeenten. Leiderdorp verhoogt het tarief het meest (41 procent), gevolgd door Drimmelen (26 procent). Hier staat tegenover dat 40 gemeenten het tarief verlagen. De sterkste daling vindt plaats in Zeevang, waar het tarief in 2009 9 procent lager is dan in 2008.

Er zijn uiteenlopende verklaringen voor deze verschillen. Een stijging kan noodzakelijk zijn om de reserves van een gemeente op peil te brengen. Een daling kan een manier zijn om geld terug te geven dat in het verleden te veel geïnd is.

69 gemeenten verlagen woonlasten

OZB, rioolrecht en reinigingsheffing vormen samen de gemeentelijke woonlasten. In 10 gemeenten gaat daar nog een heffingskorting vanaf. Uit de COELO-cijfers blijkt dat de woonlasten voor huiseigenaren dit jaar gemiddeld met 2,9 procent stijgen. Zij betalen in 2009 gemiddeld 18,50 euro meer dan in 2008. De grootste stijging vindt plaats in Leiderdorp (21 procent, ofwel 130 euro). 69 gemeenten verlagen dit jaar de woonlasten; Winschoten het meest (15 procent, 113 euro).

Het rioolrecht stijgt net als in voorgaande jaren het sterkst. Huishoudens betalen gemiddeld 5,1 procent meer (7,86 euro). Het gemiddelde OZB-tarief stijgt met 3,2 procent. Dat kost de gemiddelde huizenbezitter 6,90 euro. De reinigingsheffing stijgt gemiddeld 1,5 procent (4 euro).

In de goedkoopste gemeente bedragen de gemeentelijke woonlasten 458 euro (Zevenaar) en in de duurste 1150 euro (Blaricum). Het gemiddelde ligt op 649 euro. Eénpersoonshuishoudens zijn gemiddeld 69 euro goedkoper uit dan meerpersoonshuishoudens.

Nieuwe waterschapslasten

De waterschappen voeren dit jaar een nieuw belastingstelsel in. De zuiveringsheffing, waarmee de waterzuivering wordt bekostigd, daalt hierdoor gemiddeld 10 procent (17 euro). In waterschap Reest en Wieden in het Oosten van Nederland daalt het tarief met 20 procent het sterkst. In Noorderzijlvest (Groningen) stijgt het tarief met 3,8 procent.

Tegenover de meestal lagere zuiveringsheffing staan een hogere ingezetenenheffing en een hogere heffing gebouwd.

De ingezetenenheffing stijgt gemiddeld 43 procent (18 euro). Deze stijging varieert van 10 procent in de Krimpenerwaard tot 132 procent in Vallei en Eem. De heffing gebouwd stijgt gemiddeld 27 procent: een eigenaar van een huis van twee ton betaalt hierdoor gemiddeld 11 euro meer dan in 2008. In Roer en Overmaas daalt het tarief met 8 procent, in Hunze en Aa's stijgt dit met meer dan 200 procent.