Nederlandse Vakbond Varkenshouders

Barneveld, 6 april 2009
Kenmerk: P5171
NVV: MINAS-uitspraak bevestigt visie NVV: bemonstering van mest is onbetrouwbaar.
Op vrijdag 3 april jl. heeft de Hoge Raad in Den Haag eindelijk uitspraak gedaan in de cassatiezaken van de eerdere uitspraken van het Gerechtshof Den Bosch op 22 februari 2006 en het Gerechtshof Arnhem op 5 juli 2005 over MINAS. In deze door de NVV, namens de circa 700 deelnemers, aangespannen procedures gaat het over de onbetrouwbaarheid en pure willekeur van het systeem van bemonstering en analyseren van mest dat ten grondslag ligt aan zowel MINAS maar ook aan de huidige mestwetgeving.
De Hoge Raad is tot de conclusie gekomen dat
"Mogelijke gebreken in de uitvoering door de monsternemers van de door de Regeling hoeveelheidsbepaling voorgeschreven wijze van bemonstering maken niet dat de regelgeving inzake de verfijnde mineralenheffingen als zodanig onverbindend is. Zulke gebreken kunnen er wel toe leiden dat de uitkomsten van de bemonstering niet zonder meer aan de heffingen ten grondslag kunnen worden gelegd."

Met andere woorden: veehouders kunnen niet zonder meer op basis van de uitkomsten van de bemonstering een heffing krijgen opgelegd. Daarmee bevestigt het Hof de mening van de NVV: de bemonstering kan geen grondslag zijn voor het opleggen van een heffing. En ook het opleggen van een bestuurlijke boete zoals in de huidige mestwet gebeurt, is daarmee uiterst twijfelachtig.

Verder draagt de Hoge Raad enige spelregels aan voor de wijze waarop veehouders toevals- en systematische bemonsteringsfouten als bewijs kunnen aandragen om aan te tonen dat de bemonsteringen, en daarmee de opgelegde heffingen, niet deugen.

Uit deze uitspraak blijkt dat, ondanks de vele aanpassingen van de MINAS door de Tweede Kamer, de Hoge Raad nogmaals corrigeert en aangeeft dat ook deze wijzigingen onvoldoende waren om een rechtsgeldige heffing op te leggen.

Helaas illustreert deze uitspraak het manco in het Nederlandse rechtssysteem dat ook de Hoge Raad zich niet uit mag spreken over de wet in formele zin, maar met deze uitspraak eigenlijk wel aangeeft dat de huidige mestwet inhoudelijk niet deugt. In alle andere landen van de EU mag de rechterlijke macht dergelijke wetten wel toetsen aan de grondwet. In Nederland gaan we ervan uit dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer nieuwe wetgeving goed en zorgvuldig beoordelen. Als de uitwerking van een dergelijke wet dan niet deugt, heeft men pech.

Op basis van deze uitspraak zal de NVV in overleg treden met minister Verburg om te overleggen hoe we voor de honderden deelnemers aan deze procedure tot een afwikkeling hiervan kunnen komen. Lukt dat, dan volgt de NVV de Hoge Raad en zet de zaak voort bij het Hof Den Haag.