Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50
De Voorzitter van de Tweede Kamer Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
der Staten Generaal www.minocw.nl
Postbus 20018
Onze referentie
2500 EA DEN HAAG PO/UK/111853
Datum 6 april 2009
Betreft beleidsreactie TIMSS onderzoek
De prestaties in exacte vakken op Nederlandse basisscholen zijn goed, maar het
niveau daalt licht. Dat blijkt uit het onderzoek Trends in International
Mathematics and Science Study (TIMSS 2007). Andere landen lijken zich sneller
te ontwikkelen dan Nederland. Dat komt overeen met uitkomsten van andere
internationale vergelijkingen, zoals het PISA onderzoek dat eind 2007 is
verschenen en het rapport van de Inspectie van het Onderwijs over
basisvaardigheden rekenen-wiskunde, dat ik in september 2008 uw Kamer heb
toegestuurd. Uit de resultaten van TIMSS 2007 blijkt dat we alert moeten blijven:
om tot de internationale top te blijven behoren, is gerichte aandacht nodig voor
het onderwijs in de basisvaardigheden. Mijn ambitie is nadrukkelijk om de
onderwijsprestaties goed te houden, en waar mogelijk op een hoger plan te tillen.
Uit TIMSS 2011 hoop ik te kunnen aflezen dat de licht dalende tendens is
omgebogen, door de inzet van de Kwaliteitsagenda. Een andere indicator voor
resultaat van de Kwaliteitsagenda zijn de uitkomsten van het Jaarlijks
Peilingsonderzoek van Cito.
Bij deze bied ik u dit onderzoeksrapport aan. In deze brief geef ik in paragraaf 1
kort de belangrijkste bevindingen uit het rapport weer en in paragraaf 2 mijn
reactie daarop.
§1. Wat zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek?
Wanneer wordt gekeken naar de gemiddelde leerlingscore voor
rekenen/wiskunde, eindigt Nederland in 2007 op de negende plaats, ruim boven
het gemiddelde, in een totaalgroep van pakweg 60 landen. Nederland scoort
daarmee beter dan onder meer Duitsland, Denemarken, Australië, Italië en
Oostenrijk. In 2003 stond Nederland op de vierde plaats.
Voor natuuronderwijs staat Nederland in 2007 op de 17e plaats en is daarmee uit
de top tien verdwenen. In 2003 stond Nederland op de tiende plaats. Nederland
presteert nog steeds ruim boven het gemiddelde en beter dan landen als
Denemarken, Noorwegen, Nieuw Zeeland en Schotland.
Voor beide vakgebieden kennen de prestaties van Nederlandse leerlingen een
opvallend geringe spreiding. Weinig leerlingen presteren slecht, maar er zijn ook
weinig excellerende leerlingen in rekenen en natuuronderwijs, vergeleken met
andere landen.
a
na 1 van 4
Pagi
De daling in rekenprestaties die tussen 1995 en 2003 zichtbaar was, is tussen Datum
2003 en 2007 niet meer significant aantoonbaar. Voor natuuronderwijs zijn de
prestaties van leerlingen vergeleken met 2003, nagenoeg gelijk gebleven. Alleen Onze referentie
vergeleken met andere landen tekent zich een teruggang af. PO/UK/111853
Jongens presteren op zowel rekenen/wiskunde als natuuronderwijs beter dan
meisjes, terwijl internationaal gezien meisjes juist beter zijn in rekenen.
Allochtone meisjes doen het in Nederland slechter dan allochtone jongens en
autochtone meisjes.
§2. Beleidsreactie
Waar het Nederlandse basisonderwijs goed is, moeten we het versterken, en wat
beter kan, moeten we op een hoger plan tillen. Dat is mijn inzet voor de kwaliteit
van het Nederlandse onderwijs in basisvaardigheden, ook voor de exacte vakken.
De resultaten van het TIMSS-onderzoek komen, zoals vermeld, overeen met de
uitslag van eerdere onderzoeken. Het PISA-onderzoek (2007) en het
Inspectierapport over de basisvaardigheden rekenen-wiskunde (2008) schetsten
eenzelfde beeld van een (lichte, niet altijd significante) achteruitgang in reken- en
natuuronderwijsprestaties in Nederland. De Inspectie van het Onderwijs gaf in
bovengenoemd rapport echter ook aan dat zo'n 25 tot 30% van de Nederlandse
scholen `rekensterk' kan worden genoemd. De aanpak op scholen doet er toe voor
de uiteindelijke prestaties.
Uit de resultaten van het TIMSS-onderzoek blijkt dat we alert moeten blijven. Om
een toppositie in onderwijsprestaties te behouden, is gerichte actie nodig.
In het kader van de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs heb ik een flink aantal
maatregelen genomen om het rekenonderwijs te verbeteren, die ik hieronder
beschrijf (§2.1). Ook ondersteun ik Platform Bètatechniek om het natuuronderwijs
te versterken (§2.2). Er bestaat dus een samenhangend pakket aan maatregelen
om het niveau van rekenen en natuuronderwijs op peil te brengen en te houden.
Overigens krijgt het rekenonderwijs niet alleen in het primair onderwijs extra
aandacht. Samen met collega's staatssecretaris Van Bijsterveldt en minister
Plasterk werk ik, naar aanleiding van het advies van de Expertgroep Doorlopende
Leerlijnen Taal en Rekenen (ook genoemd Commissie Meijerink), van PO tot HO
aan de realisering van doorlopende leerlijnen. Voor het PO is het daarbij
belangrijk om de aansluiting met het VO te verbeteren. De door de commissie
Meijerink voorgestelde referentieniveaus zullen daarbij behulpzaam zijn.
Om het onderwijs duurzaam op een hoger plan te tillen heeft mijn collega
staatssecretaris Van Bijsterveldt in september 2008 de Kwaliteitsagenda voor het
Opleiden van Leraren in werking gesteld, gericht op heldere einddoelen,
academisch opgeleide leraren en differentiatie binnen het lerarenvak. Eerder al
was de rekentoets voor PABO studenten door staatssecretaris Van Bijsterveldt
ingevoerd.
Stimuleren van topprestaties
Uit het TIMSS-onderzoek bleek de egalitaire cultuur in het Nederlandse onderwijs.
Wanneer we toptalenten op de basisschool beter uitdagen, kunnen de prestaties
van deze groep leerlingen op het terrein van taal, rekenen, natuur in het
onderwijs en ook de andere kerndoelen in het PO omhoog. Uit eerder onderzoek
van de Onderwijsraad (Presteren naar Vermogen, 2007) bleek dat afhankelijk van
het IQ het onderpresteren onder hoogbegaafde leerlingen 30-60% bedraagt.
Pagina 2 van 4
Om dit aan te pakken en ruimte te bieden aan cognitief toptalent heb ik het Datum
excellentieprogramma basisonderwijs opgezet. De hoofdlijnen daarvan heb ik
beschreven in een brief aan uw Kamer (augustus 2008, PO/UK/111853). Nu Onze referentie
wordt hard gewerkt aan uitwerking van dit programma. Momenteel buigt de PO/UK/111853
adviescommissie Dijkgraaf zich over de ongeveer 200 projectvoorstellen die door
schoolbesturen voor de subsidieregeling excellentie zijn ingediend.
§2.1 Rekenonderwijs
Aandacht voor toptalent en excellentie gaat hand in hand met aandacht voor de
basisvaardigheden. Niet alleen dit TIMSS-rapport, maar ook eerdere uitkomsten
van internationaal onderzoek (PISA) en het toezicht van de Inspectie naar de
kwaliteit van het rekenen bevestigen de noodzaak voor grotere aandacht voor de
basisvaardigheden. Om de prestaties van leerlingen op het terrein van rekenen te
verbeteren, heb ik daarom sinds eind 2007 een aantal gerichte maatregelen
genomen, in het kader van de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs.
Ten eerste zijn bijna 2000 taal- en rekenverbetertrajecten (inclusief Op Maat
trajecten en verbetertrajecten in het (speciaal) basisonderwijs) momenteel in
volle gang. Daarin wordt gewerkt aan het verbeteren van de taal- en
rekenprestaties, door aan de hand van harde toetsresultaten realistische en
uitdagende doelen te stellen voor leerlingen en leerkrachten. In 2009 zet ik in op
het verspreiden van de effectieve werkwijzen uit deze trajecten naar scholen die
(nog) niet meedoen.
Ten tweede wordt nu, zoals beschreven in onder andere de brief aan uw kamer
van 20 februari 2009 over dit onderwerp, hard gewerkt aan de invoering van
heldere referentieniveaus op fundamenteel- en streefniveau. De referentieniveaus
zullen de komende jaren zoveel mogelijk worden vertaald naar instrumenten die
scholen en leerkrachten in de praktijk gebruiken. Zoals tussendoelen en
leerlijnen, toetsen, leerlingvolgsystemen en methoden. Ik heb met de bestuurlijke
partners, waaronder de PO-Raad, afgesproken dit voorjaar een implementatieplan
voor de invoering van de referentieniveaus in het primair onderwijs te
ontwikkelen, met per deeltraject een concrete actielijn.
Verder buig ik me momenteel over andere maatregelen die kunnen bijdragen aan
opbrengstgericht werken binnen de scholen, waar ook het rapport over
rekenprestaties van de Inspectie van het Onderwijs (2008) voor heeft gepleit. In
dat kader heb ik ook advies gevraagd aan de Onderwijsraad en dat advies is
uitgebracht op 18 december 2008 onder de titel "Partners in onderwijsopbrengst".
U ontvangt van mij en mijn collega Van Bijsterveldt binnenkort de beleidsreactie
op dit laatste advies.
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heb ik
gevraagd een overzichtsstudie uit te voeren naar effectieve rekendidactieken, om
ook op die manier bij te dragen aan de kwaliteit van het Nederlandse
rekenonderwijs. Op basis hiervan kunnen scholen een gefundeerde keuze maken
in de manier waarop zijn hun rekenonderwijs vormgeven. De uitkomsten van het
onderzoek zijn in september 2009 bekend.
§2.3 Natuuronderwijs
Met betrekking tot het natuuronderwijs bleek vooral dat andere landen beter zijn
(geworden) dan Nederland. Dat is opvallend, omdat de aandacht in het
Pagina 3 van 4
Nederlandse basisonderwijs voor dit onderwerp niet aantoonbaar achteruit is Datum
gegaan. Vanuit het kabinet is de laatste jaren in ieder geval geïnvesteerd in
aandacht voor dit thema, ook op basisscholen. Sinds 2004 stimuleert OCW via het Onze referentie
Platform Bètatechniek het bètatechniekonderwijs in Nederland. Dit is onder PO/UK/111853
andere geënt op het Deltaplan Bèta/techniek, gericht op het verhogen van het
aantal bèta- en techniekstudenten in het hoger onderwijs. In het basisonderwijs
zijn op dit moment drie projecten gaande.
Ten eerste verbreding Techniek in het Basisonderwijs (VTB): gericht op
implementatie van wetenschaps- en techniekonderwijs op een oplopend aantal
scholen. Scholen krijgen drie jaar de tijd om wetenschap en techniek te
implementeren in hun organisatie, lesprogramma en beleid. In 2010 zullen 2.500
basisscholen wetenschap en techniek in hun onderwijs verankerd hebben.
Ten tweede VTB-pro: een scholingsprogramma in techniekonderwijs gericht op
vijfduizend ervaren leraren en 5000 PABO studenten, gestart in 2007. Binnen dit
programma wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de attitude van meisjes ten
opzicht van natuuronderwijs en techniek.
Ten derde ondersteun ik Talentenkracht: een onderzoeksprogramma gericht op
vroegsignalering en blijvende ontwikkeling van wetenschapstalenten bij drie- tot
vijfjarige leerlingen.
Deze programma's liggen op schema en de resultaten zijn veelbelovend.
Natuuronderwijs blijft echter een aandachtspunt, zoals niet alleen bevestigd wordt
door dit TIMSS-onderzoek, maar ook door een stevige maatschappelijke oproep
van een groot aantal prominente stakeholders bij het basisonderwijs. In oktober
is zowel vanuit het onderwijs (VSNU, HBO Raad, PO Raad), de wetenschap
(KNAW) als het bedrijfsleven (VNO/NCW, MKB-Nederland), het Manifest "Ruimte
voor Talent, Ruimte voor Wetenschap en Techniek" aangeboden aan het Kabinet
met de oproep om een stevig vervolg te geven aan het programma bèta techniek
dat in 2010 afloopt. De daling van Nederland op de internationale ranking in
TIMSS bevestigt in mijn beleving de wenselijkheid van zo'n nieuwe impuls tot en
met 2016. Om die reden heb ik het Platform Bèta Techniek gevraagd in overleg
met deze partijen de gedachten uit dit Manifest verder uit te werken tot een
meerjarig plan van aanpak. Daarbij zal ik uiteraard kritisch kijken naar het
gevoerde beleid van 2004 t/m 2010 en de effectiviteit van maatregelen die de
afgelopen jaren genomen zijn. Mede gezien de tegenvallende prestaties van
Nederlands in natuuronderwijs op de basisschool heb ik het Platform Bètatechniek
daarom gevraagd een nadere analyse te maken van de oorzaken hiervan. Tegelijk
ben ik in het licht van dit breed onderschreven verzoek van prominente
stakeholders aan het Kabinet op zoek naar de financiële ruimte om een verdere
impuls te geven aan aandacht voor wetenschap en techniek in het basisonderwijs.
§2.4. Vervolg
Nog voor de zomer zal ik u in de voortgangsrapportage Kwaliteitsagenda
uitgebreider informeren over de stand van zaken rondom de verbeteringen in het
basisonderwijs op het terrein van de basisvaardigheden, dus taal en rekenen, en
over de aandacht voor natuuronderwijs.
Sharon A.M. Dijksma
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Pagina 4 van 4