Studie geeft eerste inzichten in kosten van CO2 opslag op zee

07/04/2009 12:00

NOGEPA

Den Haag, 7 april 2009 - NOGEPA, de Nederlandse olie- en gas exploratie en productie associatie, heeft een studie laten uitvoeren naar de kosten die zijn gemoeid met grootschalige opslag van CO2 in lege gasvelden op de Noordzee. Het onderzoek is uitgevoerd door technisch adviesbureau DHV, in samenwerking met TNO. Het onderzoek beschrijft de investeringen en de operationele kosten die nodig zijn om gedurende 30 jaar 30 miljoen ton CO2 per jaar op zee op te slaan. Hiervoor moeten twee nieuwe pijpleidingen worden aangelegd en moeten modificaties van gasplatforms plaatsvinden. Volgens een voorlopige schatting en rekening houdend met een aantal aannames, bedragen de kosten ongeveer 8 euro per ton CO2.

Het onderzoek is een vervolg op een studie die in 2008 is uitgevoerd. Deze toonde aan dat de totale opslagcapaciteit van CO2 in lege gasvelden op het Nederlands deel van de Noordzee ongeveer 900 miljoen ton bedraagt (fase 1). De beide studies geven samen een goede indruk van de mogelijkheden en kosten van CO2 opslag op de Noordzee. In de vervolgstudie wordt alleen ingegaan op de kosten op zee. De kosten van afvang, transport en compressie van CO2 op het land zijn in het onderzoek niet meegenomen omdat dit in andere studies al aan bod komt. Er is nader onderzoek nodig om de precieze kosten van opslag op individuele locaties in beeld te brengen.

Opslag van CO2 in lege gasvelden op de Noordzee is technisch haalbaar. Het kan bijdragen aan het terugdringen van de uitstoot van CO2 in een periode waarin duurzame vormen van energie verder worden ontwikkeld. Mogelijke bronnen van de CO2 zijn industrie en energiecentrales in de regio's Rijnmond en IJmuiden. NOGEPA beraadt zich op dit moment welke stappen nodig zijn om de mogelijkheden van CO2 opslag verder uit te werken en de onzekerheidsmarge in de kostenschatting te verkleinen. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij bestaande initiatieven, zoals het Rotterdam Climate Initiative en projecten in Noord-Nederland.

Toelichting

In vervolgonderzoek, dat nu is afgerond, wordt uitgegaan van een basis scenario, waarbij twee pijpleidingen worden aangelegd. Een pijpleiding van 180 kilometer vanaf de Maasvlakte, die jaarlijks 20 miljoen ton CO2 kan vervoeren en een pijpleiding van 70 kilometer vanaf IJmuiden voor een volume van 10 miljoen ton CO2 per jaar. De beide leidingen kunnen op zee met elkaar worden verbonden, waarna de CO2 via één leiding naar een centrale opslaglocatie gevoerd word. Dit gasplatform staat in een gebied op een afstand van ongeveer 60 kilometer ten noordwesten van Den Helder. In dit gebied is een aantal gasvelden die in de komende jaren leeggeproduceerd zullen zijn en beschikbaar komt voor CO2 opslag. Vanaf de centrale opslaglocatie wordt de CO2 stroom via al bestaande pijpleidingen naar andere gasplatforms en satellietinstallaties gevoerd voor opslag in gasvelden rond de centrale opslaglocatie. Door gelijktijdig meerdere gasvelden te vullen kan een constante stroom van 30 miljoen ton CO2 per jaar gedurende een periode van ongeveer 30 jaar onder de zeebodem worden opgeslagen.

In het onderzoek zijn een aantal aannames gedaan die leiden tot een onzekerheidsmarge in de kostenschatting van ongeveer 30 procent. Daarnaast wordt uitgegaan van gunstige financieringsvoorwaarden.

Er moeten ingrijpende veranderingen plaatsvinden op de huidige gasproductieplatforms, om CO2 opslag in de leeggeproduceerde velden mogelijk te maken. Verder zullen een aantal gasvelden leeggeproduceerd zijn, voordat het CO2 ter plaatse beschikbaar komt om opgeslagen te worden. Dit betekent dat de platforms boven deze gasvelden geconserveerd moeten worden ("mottenballen") tot het moment dat opslag gaat plaatsvinden.

De resultaten van het onderzoek wijzen uit dat de operationele kosten (zoals kosten van verwarming en injectie van CO2) een belangrijk deel vormen, ongeveer 75%, van de totale kosten. Verwacht wordt dat vooral deze operationele kosten nog gereduceerd kunnen worden. Wel moet opgemerkt worden dat de kosten voor het monitoren van de putten en de extra kosten voor opslag in meer gecompliceerde gasvelden niet zijn meegenomen. De relatief hoge kosten die op het land moeten worden gemaakt voor afvang en compressie van CO2 zijn berekend in andere studies.

In de huidige twee studies is alleen ingegaan op de opslag van CO2 in lege gasvelden. Er is echter ook een aantal olievelden op de Noordzee waar CO2 opgeslagen zou kunnen worden. Verder is het technisch mogelijk om CO2 op te slaan in watervoerende lagen, zogenaamde aquifers. De mogelijkheden hiervoor moeten nog nader onderzocht worden. Voordat CO2 opslag op de Noordzee in de praktijk kan worden gebracht is ook gedetailleerd onderzoek naar de eigenschappen van individuele gasvelden nodig. Hiermee kunnen de capaciteit en geschiktheid van individuele velden worden bepaald, zodat een optimaal vulschema van lege gasvelden op het Nederlands deel van de Noordzee kan worden uitgewerkt.

Het huidige onderzoek is uitgevoerd door DHV, in samenwerking met TNO. NOGEPA was de opdrachtgever, diverse olie- en gasmaatschappijen hebben bijgedragen aan het onderzoek. Verder waren ook betrokken: het Ministerie van Economische Zaken, het Rotterdam Climate Initiative (RCI), Energiebeheer Nederland (EBN) en de Gasunie.

De rapporten van fase 1 en 2 zijn beide beschikbaar op de website van NOGEPA: www.nogepa.nl.

Over NOGEPA

De Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA) is de associatie van vergunninghoudende olie- en gasexplorerende en -producerende bedrijven. Bij de 15 leden en 3 geassocieerde leden van NOGEPA zijn ongeveer 2.500 mensen (onshore en offshore) werkzaam. Daarnaast zijn nog ca. 10.000 mensen werkzaam in deze sector via aannemers. Jaarlijks wordt door de leden van NOGEPA in Nederland 2,5 miljoen m3 olie en 70 miljard m3 gas geproduceerd.

Meer informatie over NOGEPA en haar leden is te vinden op www.nogepa.nl.






Noot voor de redactie: