European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|16326/1/08 REV 1 (Presse 345)                                              |
|(OR. fr)                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|Betreft:                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|2907e zitting van de Raad                                                  |
|Vervoer, Telecommunicatie en Energie                                       |
|Brussel, 27 november 2008                                                  |
|Voorzitter de heer Luc CHATEL                                              |
|Frans staatssecretaris belast met Industrie en Consumptie                  |
|de heer Eric BESSON                                                        |
|Frans staatssecretaris belast met Prospectief beleid, Evaluatie van het    |
|overheidsbeleid en Ontwikkeling van de digitale economie                   |
|                                                                           |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de herziening van het      |
|EU-regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten.|
|                                                                           |
|De Raad is tot een algemene oriëntatie gekomen over een voorstel tot       |
|verlenging van de eerste roamingverordening en tot uitbreiding van de      |
|werkingssfeer ervan tot sms-berichten en datatransmissie.                  |
|Voorts heeft de Raad van gedachten gewisseld over de tweede evaluatie      |
|inzake de omvang van de universele dienst en meer bepaald over de eventuele|
|uitbreiding van de werkingssfeer tot breedband.                            |
|Hij heeft tevens conclusies over toekomstige netwerken en het internet     |
|aangenomen.                                                                |
INHOUD1

DEELNEMERS 4

BESPROKEN PUNTEN

HERZIENING VAN HET COMMUNAUTAIRE REGELGEVINGSKADER VOOR ELEKTRONISCHE

COMMUNICATIE 6

WIJZIGING VAN DE EERSTE ROAMINGVERORDENING 11

TWEEDE EVALUATIE INZAKE DE OMVANG VAN DE UNIVERSELE DIENST EN DE EVENTUELE

OPNEMING VAN BREEDBAND IN DE WERKINGSSFEER ERVAN 13

TOEKOMSTIGE NETWERKEN EN HET INTERNET - Conclusies van de Raad 15

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

ENERGIE

Elektriciteitsverbruik in de standby-stand en de uit-stand - Regelgevingsprocedure met toetsing 24

VERVOER

Overeenkomst met Armenië inzake luchtdiensten 24

INTERNE MARKT

Vrij verkeer van personen - Bulgarije en Roemenië 24

MENSENRECHTEN

Overleg met Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia en Mexico - Conclusies van de Raad 25

HANDELSBELEID

EU/China - Bestrijding van het misbruik van stoffen voor de vervaardiging van illegale verdovende middelen 25

BENOEMINGEN

Comité van de Regio's 26

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
de heer Didier SEEUWS plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Bulgarije:
de heer Plamen VATCHKOV voorzitter van het Nationaal Agentschap voor informatietechnologieën en communicatie

Tsjechië:
de heer Martin ?ÍMAN minister van Industrie en Handel

Denemarken:
mevrouw Helge SANDER minister van Wetenschap, Technologie en Ontwikkeling

Duitsland:
de heer Bernd PFAFFENBACH staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken en Technologie

Estland:
de heer Juhan PARTS minister van Economische Zaken en Verkeer

Ierland:
de heer Eamon RYAN minister van Communicatie, Energie en Natuurlijke Hulpbronnen

Griekenland:
de heer Konstantinos HADJIDAKIS minister van Verkeer

Spanje:
de heer Francisco ROS PERÁN staatssecretaris van Telecommunicatie en van de Informatiemaatschappij

Frankrijk:
de heer Luc CHATEL staatssecretaris, belast met Industrie en Consumptie; regeringswoordvoerder de heer Eric BESSON staatssecretaris, belast met Prospectief beleid, Evaluatie van het overheidsbeleid en Ontwikkeling van de digitale economie

Italië:
de heer Paolo ROMANI staatssecretaris van Economische Ontwikkeling

Cyprus:
de heer Nicos NICOLAIDES minister van Communicatie en Openbare Werken

Letland:
de heer Ain?rs ?LESERS minister van Verkeer

Litouwen:
de heer Alminas MA?IULIS staatssecretaris, ministerie van Verkeer

Luxemburg:
de heer Jean-Louis SCHILTZ minister van Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Acties, minister van Communicatie, minister van Defensie

Hongarije:
de heer Lajos CSEPI staatssecretaris van Vervoer

Malta:
de heer Austin GATT minister van Infrastructuur, Vervoer en Communicatie

Nederland:
de heer Frank HEEMSKERK minister voor Buitenlandse Handel

Oostenrijk:
de heer Walter GRAHAMMER permanent vertegenwoordiger

Polen:
de heer Andrzej PANASIUK onderstaatssecretaris, ministerie van Infrastructuur

Portugal:
de heer Hugo SOBRAL lid van de Groep Mertens

Roemenië:
de heer Marius HIRTE plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Slovenië:
mevrouw Mary Veronica TOVSAK PLETERSKI plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Slowakije:
de heer ?ubomír VÁ?NY minister van Vervoer, Post en Telecommunicatie

Finland:
mevrouw Suvi LINDÉN minister van Communicatie

Zweden:
de heer Leif ZETTERBERG staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Infrastructuur

Verenigd Koninkrijk:
de heer Stephen CARTER minister van Communicatie, Technologie en Omroepdiensten

Commissie:
mevrouw Viviane REDING lid

BESPROKEN PUNTEN

HERZIENING VAN HET COMMUNAUTAIRE REGELGEVINGSKADER VOOR ELEKTRONISCHE

COMMUNICATIE

De Raad heeft met eenparigheid van stemmen in openbaar debat een politiek akkoord bereikt over de herziening van het EU-regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten.

Het telecom-hervormingspakket is door de Commissie op 13 november 2007 aangenomen. Het heeft ten doel de burger, waar in de EU hij ook woont of reist, betere en goedkopere communicatiediensten te bieden.

In aansluiting op het politieke akkoord zal de Raad zijn gemeenschappelijke standpunten met betrekking tot alle Commissievoorstellen vaststellen, die als basis zullen dienen voor de onderhandelingen met het Europees Parlement, zodat de twee instellingen vóór het einde van de zittingsperiode tot een akkoord in tweede lezing kunnen komen.


- Richtlijn "betere regelgeving"

Met dit voorstel wil de Commissie het regelgevingskader voor elektronische communicatie wijzigen door de doelmatigheid te verbeteren, de administratieve middelen die nodig zijn voor de uitvoering van economische regelgeving te verminderen en de toegang tot radiofrequenties eenvoudiger en doelmatiger te maken. Het behelst een wijziging van de huidige kaderrichtlijn, machtigingsrichtlijn en toegangsrichtlijn.

Kaderrichtlijn

De Raad heeft een compromistekst van het voorzitterschap betreffende de kaderrichtlijn goedgekeurd (doc. 15758/08 zoals gewijzigd door de Raad), die een geconsolideerde versie is van het richtlijnvoorstel tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG.

De Raadsinstanties hebben ruime overeenstemming over de tekst bereikt. De diepgaande besprekingen hadden met name betrekking op de bepalingen betreffende de nationale reguleringsinstanties, de consolidatie van de interne markt voor elektronische communicatie (procedure van artikel 7), de strategische planning en de coördinatie van het radiospectrumbeleid en het beheer van de radiofrequenties.


- Nationale reguleringsinstanties: Het meest omstreden punt was de versterking van de onafhankelijkheid van de nationale reguleringsinstanties, die reeds in de huidige tekst wordt gewaarborgd. Voorts heeft de Raad de procedures voor het ontslag van het hoofd van de nationale reguleringsinstantie en van de andere leden van het comité in detail besproken.


- Consolidatie van de interne markt: in de door de ministers goedgekeurde tekst is rekening gehouden met de mening van de meerderheid van de Raad dat de Commissie adviezen moet uitbrengen over de ontwerp-maatregelen van de reguleringsinstanties en dat de reguleringsinstanties die het advies van de Commissie niet opvolgen, hun besluit moeten rechtvaardigen.


- Beheer van de radiofrequenties: de lidstaten hebben de voorstellen voor technologie- en dienstenneutraliteit op het gebied van spectrumbeheer aanvaard en de tekst voorziet ook in de mogelijkheid dat ondernemingen individuele rechten op het gebruik van radiofrequenties overdragen of verhuren aan andere ondernemingen.

Machtigingsrichtlijn

De ministers hebben een compromistekst van het voorzitterschap goedgekeurd (doc. 15702/08), die een geconsolideerde versie is van het richtlijnvoorstel tot wijziging van Richtlijn 2002/20/EG.

De Raadsinstanties hebben met name de volgende bepalingen van het oorspronkelijke Commissievoorstel besproken:


- het verlenen van individuele gebruiksrechten voor radiofrequenties: de door de ministers goedgekeurde tekst bepaalt dat de lidstaten om een aantal welbepaalde redenen eerder individuele gebruiksrechten voor radiofrequenties kunnen verlenen dan algemene machtigingen. Voorts bevat de tekst een nieuwe bepaling om te voorkomen dat de concurrentie wordt verstoord door een overdracht of accumulatie van gebruiksrechten voor radiofrequenties.


- maatregelen tot harmonisatie van het gebruik van het radiospectrum: aangezien de Raad van oordeel is dat de bestaande regelingen voor harmonisering van het gebruik van het spectrum bevredigend zijn, heeft hij het niet nodig geacht nieuwe harmoniseringsmaatregelen in te voeren, noch een gemeenschappelijke selectieprocedure voor het verlenen van rechten.


- bestaande machtigingen: de goedgekeurde tekst verplicht de lidstaten algemene machtigingen en reeds bestaande individuele gebruiksrechten in overeenstemming te brengen met de nieuwe bepalingen van de richtlijn.


- verplichting tot transparantie: in bijlage I van de goedgekeurde tekst, die de maximale lijst bevat van de voorwaarden waarmee een algemene machtiging vergezeld kan gaan, wordt voorgesteld verplichtingen inzake transparantie op te leggen aan ondernemingen die openbare elektronischecommunicatiediensten aanbieden, teneinde eind-tot- eindverbindingen te waarborgen.

Toegangsrichtlijn

De Raad heeft een compromistekst van het voorzitterschap goedgekeurd (doc. 15695/08 zoals gewijzigd door de Raad), die een geconsolideerde versie is van het voorstel tot wijziging van de richtlijn tot wijziging van de huidige Richtlijn 2002/19/EG.

De Raad heeft een ruime mate van consensus bereikt over de hoofdlijnen van het Commissievoorstel en heeft daarbij rekening gehouden met het advies in eerste lezing van het Europees Parlement. De Raadsinstanties hebben met name de bepalingen betreffende de functionele scheiding besproken. De Commissie heeft voorgesteld de functionele scheiding in te voeren als middel ter beschikking van de nationale reguleringsinstanties, die aldus in laatste instantie een verticaal geïntegreerde onderneming de verplichting zouden kunnen opleggen haar activiteiten inzake groothandel in toegangsproducten onder te brengen in een onafhankelijk opererende bedrijfseenheid.

De door de ministers goedgekeurde tekst maakt de functionele scheiding mogelijk, onderstreept het uitzonderlijke karakter van deze maatregel en omkadert de uitvoering.


- Richtlijn "burgerrechten"

Met het voorstel van de Commissie tot wijziging van de richtlijnen inzake de persoonlijke levenssfeer en de universele dienst wordt beoogd voor een hoog niveau van bescherming van consumenten en gebruikersrechten te zorgen, inclusief het recht op privacy en de bescherming van gegevens, waarbij de ontwikkeling en verspreiding van vernieuwende diensten en toepassingen mogelijk wordt.

Dit voorstel van de Commissie voorziet eveneens in een wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming, die zonder debat is aangenomen.

Privacyrichtlijn

De ministers hebben een compromistekst van het voorzitterschap goedgekeurd (doc. 15899/08) met betrekking tot het voorstel tot wijziging van Richtlijn 2002/58/EG.

Het regelgevingskader van de EU heeft ten doel de belangen van de burgers van de EU te bevorderen door onder meer een hoog beschermingsniveau voor persoonsgegevens en van de persoonlijke levenssfeer te waarborgen en ervoor te zorgen dat de integriteit en de veiligheid van de openbare communicatienetwerken gehandhaafd blijven. Het groeiende aantal nieuwe elektronische bedreigingen in de afgelopen jaren, zoals virussen, spam, spionagesoftware en phishing hebben het belang van deze doelstellingen nog doen toenemen.

Het Commissievoorstel betreffende dit onderwerp streeft er onder meer naar te waarborgen dat de consumenten worden gewaarschuwd wanneer hun persoonlijke gegevens door een inbreuk op de netwerkveiligheid in gevaar zijn; de exploitanten en de nationale reguleringsinstanties hebben daartoe een grotere verantwoordelijkheid gekregen voor de veiligheid en de integriteit van alle elektronische-communicatienetwerken en -diensten, de bevoegdheden van de bevoegde instanties op het gebied van implementatie en voorschriftenhandhaving zijn versterkt, met name bij de strijd tegen spam, terwijl de toepassing van de EU-voorschriften op gegevensvergaring en apparatuur voor identificatie met gebruikmaking van openbare elektronische- communicatienetwerken is verduidelijkt.

Bij de bespreking van dit voorstel in de Raad hebben de delegaties zich met name gebogen over de bepalingen betreffende de veiligheid van de gegevensverwerking en voorschriftenhandhaving.

Universeledienstrichtlijn

De Raad heeft een compromistekst van het voorzitterschap goedgekeurd (doc. 15896/08 zoals gewijzigd door de Raad) met betrekking tot het voorstel tot wijziging van de huidige Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst.

Dit Commissievoorstel heeft met name betrekking op de volgende gebieden: transparantie en publicatie van informatie voor gebruikers; betere toegang voor gebruikers met een handicap; noodhulpdiensten en toegang tot 112; alsmede basisconnectiviteit en de kwaliteit van de dienstverlening.

Bij de bespreking van dit voorstel in de Raad hebben de delegaties zich met name gebogen over de bepalingen betreffende de definitie van openbare telefoondienst en over de informatie in de contracten die aan de consumenten worden voorgesteld.


- Verordening tot oprichting van de Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt

Uit de besprekingen in de Raad is gebleken dat de lidstaten de bestaande Europese groep van reguleringsinstanties (opgericht krachtens Besluit 2002/627/EG van de Commissie) willen formaliseren, maar dat de meerderheid van de delegaties tegen de oprichting is van een nieuw communautair agentschap in dit verband.

Bijgevolg hebben de ministers een compromisvoorstel goedgekeurd (doc. 15901/08) dat de Europese groep van reguleringsinstanties in een communautaire verordening formaliseert. Deze nieuwe instantie zal voortaan "Europese groep van reguleringsinstanties voor telecommunicatie" ("GERT", Group of European Regulators in Telecoms) worden genoemd.

De groep moet voornamelijk bijdragen tot een consistente toepassing van het regelgevingskader op de interne markt voor elektronische- communicatienetwerken en -diensten en aldus de werking daarvan verbeteren. De groep moet voorts de samenwerking tussen nationale reguleringsintanties (NRI's) onderling en tussen NRI's en de Commissie bevorderen, en het Europees Parlement, de Raad en de Commissie adviseren.

De groep zal bestaan uit de hoofden of vertegenwoordigers op hoog niveau van de in elke lidstaat opgerichte nationale reguleringsinstantie en één lid per lidstaat tellen.

De ontwerp-verordening moet op 31 december 2009 in werking treden.

Het Europees Parlement heeft op 24 september 2008 advies in eerste lezing uitgebracht over al deze wetgevingsvoorstellen. De Commissie heeft haar naar aanleiding van de eerste lezing in het Europees Parlement op 6 november gewijzigde voorstellen aangenomen.

WIJZIGING VAN DE EERSTE ROAMINGVERORDENING

De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid van stemmen in openbaar debat een algemene oriëntatie bereikt over een voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 717/2007 betreffende roaming op publieke mobiele telefoonnetwerken binnen de Gemeenschap (doc. 15898/08).

Het voorstel voorziet in een verlenging met drie jaar van de huidige verordening, die in 2010 verstrijkt, een verdere verlaging van de tarieven en een uitbreiding van de plafonnering van de prijzen zodat naast telefoongesprekken ook sms-berichten en datatransmissie worden bestreken.

De lidstaten waren over het algemeen ingenomen met het Commissievoorstel. In de door de ministers gesteunde tekst worden de oorspronkelijk door de Commissie voorgestelde plafonds gehandhaafd. Voorts wenst een aantal delegaties eveneens de retailprijs voor datatransmissiediensten te plafonneren, om de in vergelijking met de nationale tarieven al te hoge tarieven voor dataroamingdiensten bij te sturen. Om hieraan tegemoet te komen, zijn in de tekst bepalingen ter bescherming van de consumenten opgenomen om buitensporige rekeningen te vermijden. Aldus zullen de exploitanten al hun klanten de mogelijkheid bieden om vrijwillig en kosteloos voor een "cut-off limit"-faciliteit te kiezen. Deze faciliteit zal de consumenten beschermen door hen te waarschuwen op welk ogenblik de "cut-off limit" op het punt staat te worden bereikt. Deze "cut-off limit" mag niet meer dan 50 euro bedragen (exclusief btw).

De algemene doelstelling van de voorgestelde regelgeving is ervoor te zorgen dat de prijs die gebruikers van mobiele communicatienetwerken voor roamingdiensten in de Gemeenschap betalen, met name wanneer zij binnen de EU reizen, niet abnormaal hoger is dan de prijs die zij in hun land van oorsprong betalen voor telefoongesprekken, sms-berichten en datatransmissie. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat de gebruikers over de nodige informatie beschikken om inzicht te krijgen in hun uitgaven voor roaming en deze te kunnen beheersen.

Dit zijn de voornaamste punten van het Commissievoorstel:

telefoongesprekken:

2. gestage daling, in verschillende stappen, van de wholesale- en retailprijzen;

3. facturering per seconde voor alle geïnitieerde en ontvangen roaminggesprekken (na de eerste 30 seconden voor geïnitieerde gesprekken);

sms:

wholesaleprijzen geplafonneerd op 0,04 euro en retailprijzen geplafonneerd op 0,11 euro (exclusief btw);

pakketgeschakelde data:

2. wholesaletarieven geplafonneerd op 1 euro per megabyte verzonden data. De Commissie stelt geen plafonnering van de retailprijzen voor om deze opkomende markt de mogelijkheid tot zelfregulering te bieden.

De nieuwe verordening moet op 1 juli 2009 in werking treden. Het is een in de tijd beperkte maatregel, die a priori op 30 juni 2013 verstrijkt.

De Commissie heeft haar voorstel eind september 2008 ingediend (doc. 13531/08), na een evaluatie van de werking van de eerste verordening in dit verband, die vorig jaar is aangenomen. Deze evaluatie, waarvan de bijzonderheden in een mededeling van de Commissie zijn opgenomen (doc. 13521/08), heeft tot de conclusie geleid dat de tarieven, ondanks de door deze verordening bewerkstelligde verlagingen, nog steeds te hoog zijn in vergelijking met de kosten van de exploitanten. Voorts heeft een studie betreffende de ontwikkelingen van de prijzen voor sms-berichten en datatransmissie aangetoond dat deze diensten eveneens moeten worden gereglementeerd, naast de diensten voor spraaktelefonie, die in de eerste verordening als enige geplafonneerd waren.

Het Europees Parlement dient in april 2009 advies in eerste lezing advies uit te brengen.

TWEEDE EVALUATIE INZAKE DE OMVANG VAN DE UNIVERSELE DIENST EN DE EVENTUELE

OPNEMING VAN BREEDBAND IN DE WERKINGSSFEER ERVAN

De Raad heeft van gedachten gewisseld over de tweede evaluatie inzake de omvang van de universele dienst met betrekking tot elektronische- communicatienetwerken en -diensten.

De Commissie heeft haar mededeling hieromtrent in oktober 2008 aan de Raad gezonden (doc. 13775/08). In deze tweede evaluatie is voorzien bij Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten.

De ministers werd verzocht zich uit te spreken over de universele toegang tot breedband, met name door de vragen van het voorzitterschap te beantwoorden (doc. 15116/08).

Het voorzitterschap vatte het debat als volgt samen:

alle delegaties onderstrepen het belang van breedband voor de informatiemaatschappij en de burger, met name in de context van het digitale dividend;

breedband moet marktgericht zijn en door concurrentie worden gestimuleerd;

er moet een evenwicht worden gevonden tussen soepelheid voor de lidstaten en harmonisatie van de markt op communautair niveau;

de kwestie van een eventuele opneming van breedband in de universele dienst moet grondig worden bestudeerd;

er moet eveneens worden onderzocht wat de mogelijkheden zijn inzake frequentiegebruik met het oog op mobiele breedbanddiensten.

Het debat over deze kwestie zal in 2009 worden voortgezet na publicatie door de Commissie van de resultaten van een met genoemde mededeling gestarte openbare raadpleging.

De mededeling gaat meer bepaald in op de opneming van mobiele telefonie en breedband. Zij concludeert met betrekking tot mobiele telefonie dat de markt over het algemeen toegang biedt. Wat evenwel breedband betreft, erkent zij dat het weinig waarschijnlijk is dat de markt binnen een redelijke termijn toegang tot breedbandinternet aanbiedt voor de ultraperifere gebieden van de EU. Daarnaast onderstreept zij dat het sociaal en economisch verkeer steeds vaker online verloopt en dat het breedbandinternet steeds meer wordt gebruikt. Ten slotte wijst zij er, net zoals het voorzitterschap, op dat het steeds grotere belang van breedband voor de toegang tot een hele reeks diensten en de betekenis ervan voor het concurrentievermogen en de economische groei deze infrastructuur geleidelijk aan tot een essentiële voorziening maken en vragen om een versterking van de communautaire en nationale strategieën inzake toegang. De mededeling besluit evenwel niet dat het wenselijk is de werkingssfeer van deze richtlijn uit te breiden tot breedband, maar werpt een aantal vragen op over de plaats van dit mechanisme tussen de andere communautaire en nationale beleidsmaatregelen en instrumenten die vandaag kunnen worden ingezet om in de gehele EU in breedband te voorzien.

TOEKOMSTIGE NETWERKEN EN HET INTERNET - Conclusies van de Raad

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,


1) VERWELKOMT

de mededeling van de Commissie van 29 september 2008 betreffende toekomstige netwerken en het internet;

de mededeling van de Commissie van 25 september 2008 over de tweede periodieke evaluatie inzake de omvang van de universele dienst met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten, overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 2002/22/EG;

de mededeling van de Commissie van 27 mei 2008 betreffende een actieplan voor de overgang naar Internet Protocol versie 6 (IPv6).


2) MEMOREERT

de conclusies van de Europese Raad van december 2006 waarin de Europese Raad van maart 2008 wordt aangemoedigd zich te beraden op de belangrijkste uitdagingen van de netwerken van de volgende generatie;

de conclusies van de Europese Raad van 14 maart 2008 waarin een veel intensiever gebruik van online-infrastructuren en breedbandinternet wordt aanbevolen, en waarin de lidstaten worden aangemoedigd om in het kader van hun nationale hervormingsprogramma's ambitieuze nationale streefcijfers voor de toegang van huishoudens tot deze diensten vast te stellen;

de evaluatie halverwege van de i2010-strategie en de conclusies van de Raad van 12 juni 2008 waarin, om concurrentieredenen en met het oog op een intensiever gebruik van ICT in Europa, strategisch belang wordt gehecht aan de overschakeling naar netwerken van de volgende generatie;


3) ERKENT

de opmerkelijke vitaliteit van informatietechnologieën en de fundamentele rol die zij spelen in de toekomst van onze economie en onze samenleving, en meer in het bijzonder hun bijdrage aan meer productiviteit en concurrentievermogen in Europa;

de groeiende aanwezigheid van het internet, dat reeds een decennium lang een belangrijke economische en sociale rol speelt en fungeert als ruimte voor culturele identiteit, technologische innovatie, economische activiteit en waardecreatie;

dat toekomstige internetontwikkelingen, ongeacht of zij geleidelijk dan wel plotseling tot stand komen en ongeacht of zij betrekking hebben op de infrastructuur, de diensten of de toepassingen van het internet, voor Europa belangrijke kansen creëren die nopen tot ambitieuze werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling in de trant van de programma's die door andere regio's of derde landen worden ondernomen;

dat nieuwe tendensen, met name de ontwikkeling van netwerken van de volgende generatie, leiden tot een aanzienlijk hogere bandbreedte en nieuwe gebruiksmogelijkheden;

dat het verlangen van de gebruikers naar mobiliteit en alomtegenwoordige toegang tot diensten van de digitale economie een wijdverspreide tendens is en dat als gevolg daarvan de ontwikkeling van een mobiel en draadloos breedbandnetwerk van zeer hoge snelheid, alsook van een vast netwerk van zeer hoge snelheid, van het grootste belang is;

het potentieel van ICT om klimaat- en milieuveranderingen te helpen aanpakken;

dat sommige EU-landen weliswaar een ruime breedbanddekking hebben, maar dat volledige breedbanddekking op het grondgebied van de EU nog niet is verwezenlijkt en dat de dekking tussen de lidstaten onderling en binnen de lidstaten zelf ongelijk is;

dat het internet der dingen zich aan het ontwikkelen is en aanleiding zal geven tot belangrijke mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe diensten, maar dat het tevens risico's inhoudt voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

dat bepaalde geavanceerde diensten, zoals die op basis van RFID en mobiele contactloze diensten, zowel in termen van groei als van meerwaarde een belangrijk potentieel hebben;

dat de bescherming van persoonlijke gegevens met recht een steeds belangrijker punt van zorg in de EU wordt naar aanleiding van de invoering van nieuwe technologieën en diensten, waaronder diensten voor geolocatie;

dat stabiliteit, veiligheid en veerkracht van het internet doorslaggevende factoren voor toekomstige ontwikkelingen zijn.


4) BENADRUKT

dat de EU een actieve rol moet spelen bij het bevorderen van de introductie van het internet en de netwerken van de volgende generatie, teneinde achteraf het gebruik ervan op ruime schaal te stimuleren;

dat de invoering van vaste en mobiele hogesnelheidsnetwerken van strategisch belang is; het Europese concurrentievermogen, een sterk vermogen tot innovatie en de ontwikkeling van diensten van de volgende generatie hangen daarvan af;

dat in dit verband de invoering van dergelijke netwerken moet worden voortgezet zodat de EU het niveau van de meest geavanceerde landen in de wereld kan bereiken;

dat achter deze invoering vaart moet worden gezet door een gezamenlijke Europese aanpak aan te moedigen, waarbij echter rekening wordt gehouden met nationale diversiteit;

dat een juist evenwicht tussen het stimuleren van concurrentie en innovatie en het aanmoedigen van particuliere investeringen, waarbij rekening wordt gehouden met de kosten van civieltechnische werken, ook tot de verwezenlijking van dit doel zal bijdragen;

dat op het gebied van zeer snelle mobiele breedbandnetwerken Europa op dit ogenblik een sterke positie bekleedt wat betreft fabrikanten van uitrusting en eindapparatuur en eerstelijnsoperatoren, en dat in dat verband de ontwikkeling van mobiele breedband met zeer hoge snelheid een motor voor Europese groei is;

dat de invoering van zeer snelle breedbandnetwerken een verhoogd risico van "geografische digitale verschillen" met zich meebrengt en dat het bevorderen van een inclusieve digitale economie een prioriteit in de i2010- strategie moet blijven;

dat een open en niet-discriminerende toegang tot het internet moet worden bevorderd om te zorgen voor daadwerkelijke concurrentie en een innovatievriendelijk klimaat;

dat de snelle invoering van het Internet Protocol versie 6 van belang is voor de toekomstige groei van het internet;

dat het cruciaal is computercriminaliteit te voorkomen, vooral door jonge internetgebruikers op te leiden en te beschermen; daarbij spelen het programma voor een veiliger internet en aanverwante activiteiten een zeer belangrijke rol;

dat op het gebied van privacybescherming de gebruiker in staat wordt gesteld weloverwogen beslissingen te nemen, en meer in het algemeen dat empowerment van de gebruiker van essentieel belang is voor de aanvaarding van nieuwe technologieën, toepassingen en diensten;

dat mobiele contactloze diensten een kans op groei bieden en de gebruikers echte meerwaarde zullen leveren in termen van betaling, identificatie en ticketaankoop, op voorwaarde dat dit gepaard gaat met maatregelen om interoperabiliteit, consumentenvertrouwen en privacybescherming te bevorderen;

dat het internet van de toekomst en deze nieuwe netwerken duidelijk potentieel hebben om Europa te helpen het hoofd te bieden aan maatschappelijke uitdagingen zoals de vergrijzing.


5) WAARDEERT HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM

over te gaan tot een actualisering en samenvatting van de voorwaarden waaronder overheidsfinanciering kan worden gebruikt ten behoeve van infrastructuurprojecten voor breedband van zeer hoge snelheid;

een aanbeveling aan te nemen die richtsnoeren verstrekt voor de wettelijke behandeling van toegangsnetwerken van de volgende generatie, teneinde de efficiënte invoering ervan te bevorderen en niet-discriminerende toegang te stimuleren;

een toekomstgerichte strategie inzake de eerbiediging van privacy en vertrouwen uit te werken in het kader van een alomtegenwoordige informatiemaatschappij;

O&O-partnerschappen tussen de overheid en de particuliere sector met betrekking tot het internet van de toekomst in overweging te nemen, in overeenstemming met de verklaring van Bled van 31 maart 2008;

in 2009 een mededeling over het internet der dingen aan te nemen, waarin kwesties inzake systeemarchitectuur en governance aan bod komen en een reeks concrete acties wordt geformuleerd waarmee een aanvang moet worden gemaakt;

in 2009 een mededeling over de bescherming van kritieke informatie- infrastructuur aan te nemen, waarin met name mondiale samenwerking voor de stabiliteit en de veerkracht van het internet op lange termijn aan bod komt.


6) VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE OM

na te denken over hoe het best kan worden gezorgd voor territoriale samenhang en hoe alle burgers voldoende toegang tot de informatiemaatschappij kan worden gewaarborgd;

de door de lidstaten gemaakte vorderingen met vaste en mobiele breedband van zeer hoge snelheid te meten aan de hand van een overeengekomen methode en officiële door de lidstaten verstrekte gegevens, indien voorhanden, en deze vorderingen af te zetten tegen die van de meest geavanceerde derde landen;

met betrekking tot breedband van zeer hoge snelheid de uitwisseling van beste praktijken tussen lidstaten (regulatoren en nationale overheidsinstanties) aan te moedigen teneinde de beste maatregelen ter bevordering van de toepassing ervan te formuleren, en economische en technische modellen uit te wisselen voor de dekking van dunbevolkte regio's en/of niet-rendabele gebieden;

met betrekking tot mobiele breedband van zeer hoge snelheid inspanningen te leveren om ervoor te zorgen dat de lidstaten toegang hebben tot frequenties die kunnen worden aangepast aan toekomstige behoeften, en in dit verband nauwe samenwerking tussen de lidstaten bij het gebruik van het digitale dividend aan te moedigen op basis van de resultaten van de WRC-07 en de Raadsconclusies van 12 juni 2008;

de invoering van geharmoniseerde en open internationale normen aan te moedigen om tegemoet te komen aan interoperabiliteits- en roamingbehoeften, en O&O-inspanningen finaal te richten op mobiele diensten die innovatie, interoperabiliteit, openheid en eenvoud van systemen en diensten stimuleren;

met betrekking tot het internet van de toekomst een aanvang te maken met ambitieuze onderzoeksprogramma's waardoor Europa actief zal kunnen bijdragen aan de transformatie van het internet en aan baanbrekende veranderingen;

hun inspanningen voor het internet van de toekomst beter te structureren en te coördineren, met name op het gebied van O&O en standaardisering, en samen te werken met derde landen die in dit opzicht topprestaties leveren;

de totstandbrenging van Europese testplatforms op basis van open standaarden aan te moedigen als essentieel instrument voor de validering van hypothesen, oplossingen en protocollen voor het internet van de toekomst;

de Europese normalisatieorganisaties op te roepen werkzaamheden in te leiden en te coördineren ter ondersteuning van de industrie op dit gebied;

de uitvoering te bespreken van het actieplan voor de overgang naar het Internet Protocol versie 6;

met betrekking tot het internet der dingen zich intensiever te beraden op de ontwikkeling van gedecentraliseerde architecturen en een gedeelde en gedecentraliseerde netwerkgovernance te bevorderen;

in samenwerking met het ENISA besprekingen op gang te brengen over mogelijke manieren om de veiligheid en de veerkracht van het Europese internet-netwerk te verbeteren;

O&O aan te moedigen technologieën te ontwikkelen waardoor de veiligheid en de privacy op netwerkbasis worden verbeterd;

een klimaat te scheppen dat gunstig is voor een versnelde ontwikkeling van geavanceerde diensten in de EU, met name door de voorkeur te geven aan een op open normen gebaseerd ecosysteem dat de ontwikkeling van mobiele contactloze diensten in heel Europa stimuleert en zorgt voor samenhang tussen de regelgevingskaders van de verschillende belanghebbenden (telecomoperatoren, banken, vervoerondernemers enz.) en de interoperabiliteit van deze diensten;

een markt met een door concurrentie gekenmerkte, rijke en gediversifieerde digitale inhoud te blijven bevorderen, in het bijzonder via elektronische administratieve diensten;

bij te dragen tot het waarborgen van vertrouwelijkheid, veiligheid, privacy en ethisch beheer van de gegevens die op het internet der dingen zullen worden uitgewisseld, bijvoorbeeld door in voorkomend geval de mogelijkheid tot desactivering van RFID-chips of andere manieren van empowerment en gebruikerscontrole te stimuleren;

rekening te houden met de economische en maatschappelijke gevolgen van nieuwe netwerken en het internet van de toekomst tijdens de besprekingen over de Lissabonstrategie na 2010.


7) VERZOEKT DE LIDSTATEN OM

gunstige voorwaarden voor de invoering van infrastructuur voor breedbandtoegang met zeer hoge snelheid (zowel vast als mobiel) te blijven stimuleren;

hun samenwerking in de groep op hoog niveau voor internetgovernance op te voeren, teneinde hun wederzijdse begrip van kwesties als veiligheid, privacy, veerkracht en governance te verbeteren;

met betrekking tot mobiele contactloze diensten de dialoog tussen de diverse belanghebbenden (operatoren van elektronische communicatie en dienstverleners) te faciliteren, zoals dat reeds in verscheidene lidstaten het geval is.


8) MOEDIGT ALLE BELANGHEBBENDEN AAN OM

in het ontwerp van producten en diensten voorschriften inzake kwaliteit van de dienst, veiligheid, milieubescherming en bescherming van persoonsgegevens op te nemen, teneinde het vertrouwen van de gebruikers te vergroten en de aanvaarding en duurzaamheid van deze producten en diensten te bespoedigen;

investeringen in de invoering van toegangsnetwerken van de volgende generatie te bevorderen;

deel te nemen aan coördinatiewerkzaamheden van belanghebbenden uit de openbare en de particuliere sector, teneinde het niveau van veiligheid en vertrouwen in het internet te bereiken dat onontbeerlijk is voor de ontwikkeling ervan en voor krachtiger maatregelen om de risico's in verband met kritieke infrastructuren te beperken;

bewustmakings- en opleidingsprogramma's voor professionals en individuele gebruikers te lanceren, waarin aandacht wordt besteed aan de voordelen, de veiligheid, de bescherming en de mogelijke bedreigingen met betrekking tot het gebruik van ICT;

onderzoekswerkzaamheden voor het internet van de toekomst voort te zetten en de Europese deelname aan internationale normalisatieorganisaties te versterken;

met betrekking tot het internet der dingen technologisch neutrale, open en interoperabele oplossingen uit te werken;

uiterlijk in 2010 de aanneming van het Internet Protocol versie 6 te bespreken, overeenkomstig de mededeling van de Commissie van 27 mei 2008 over de toepassing ervan;

met betrekking tot mobiele contactloze diensten gezamenlijke projecten te ontwikkelen, waarin ondernemingen, operatoren van elektronische communicatie en dienstverleners (banken, vervoerondernemingen, winkels enz.) worden bijeengebracht rond aspecten inzake techniek en ondernemingsmodel."

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

ENERGIE

Elektriciteitsverbruik in de standby-stand en de uit-stand - Regelgevingsprocedure met toetsing

De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van een verordening tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparatuur in de standby- stand en de uit-stand.

Overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing van de EU kan de Raad bezwaar maken tegen de aanneming van besluiten door de Commissie. Dat betekent dat de Commissie de verordening kan aannemen, tenzij het Europees Parlement bezwaar maakt.

VERVOER

Overeenkomst met Armenië inzake luchtdiensten

De Raad heeft een besluit aangenomen inzake de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Armenië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

Deze overeenkomst is het resultaat van onderhandelingen die zijn gevoerd in het kader van een mandaat waarin is bepaald dat de Commissie met ieder derde land kan onderhandelen om de bestaande bilaterale luchtvaartovereenkomsten van de lidstaten met dat land in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht.

INTERNE MARKT

Vrij verkeer van personen - Bulgarije en Roemenië

De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de deelname van Bulgarije en Roemenië als overeenkomstsluitende partijen aan een protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (doc. 9116/08).

MENSENRECHTEN

Overleg met Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia en Mexico - Conclusies van de Raad

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"De Raad memoreert dat er in 2001 richtsnoeren van de Europese Unie inzake de mensenrechtendialoog zijn aangenomen.

De Raad neemt met voldoening nota van de analyse van de huidige stand van de betrekkingen inzake mensenrechten met Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia en Mexico.

De Raad hecht zijn goedkeuring aan de start van het mensenrechtenoverleg met Argentinië, Brazilië en Colombia alsook aan het intensiveren van het mensenrechtenoverleg met Mexico en Chili.

Het verheugt de Raad dat hij zodoende zijn mensenrechtendialoog met die staten kan intensiveren."

HANDELSBELEID

EU/China - Bestrijding van het misbruik van stoffen voor de vervaardiging van illegale verdovende middelen

De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de sluiting van een overeenkomst met China ter versterking van de administratieve samenwerking teneinde misbruik te voorkomen van stoffen die bij de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen worden gebruikt (doc. 13001/1/08).

BENOEMINGEN

Comité van de Regio's

De Raad heeft een besluit aangenomen houdende benoeming van de volgende personen voor de verdere duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2010:

a) benoeming tot lid:


1. mevrouw Helene LUND, Byrådsmedlem, Furesø Kommune (mandaatswijziging),


2. mevrouw Mona HEIBERG, 1. Næstformand for Borgerrepræsentationen, Københavns Kommune (mandaatswijziging),


3. de heer Bas VERKERK, burgemeester van Delft (mandaatswijziging),

b) benoeming tot plaatsvervanger:


1. de heer Jens Christian GJESING, 1. Viceborgmester, Haderslev Kommune (mandaatswijziging),


2. mevrouw Tove LARSEN, Borgmester, Aabenraa Kommune (mandaatswijziging),


3. de heer Job COHEN, burgemeester van Amsterdam,


4. de heer Hans KOK, burgemeester van Hof van Twente.


---

Waarbij de delegaties van Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Nederland zich onthielden.

Het bevat de volgende wetgevingsvoorstellen:


- een voorstel voor een richtlijn "betere regelgeving", tot wijziging van de Richtlijnen 2002/21/EG (kaderrichtlijn), 2002/19/EG (toegangsrichtlijn), en 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) ") (doc. 15379/07);


- een voorstel voor een "burgerrechten"-richtlijn, tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG (universeledienstrichtlijn), Richtlijn 2002/58/EG (privacyrichtlijn) en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (doc. 15387/07);


- een voorstel voor een verordening tot oprichting van de Europese Autoriteit voor de elektronische-communicatiemarkt (doc. 15408/07).

Waarborging van de universele dienst met betrekking tot elektronische communicatie betekent: ervoor zorgen dat iedereen die dat wil, toegang krijgt tot diensten die essentieel zijn voor deelname aan de samenleving en waartoe de meeste burgers al toegang hebben, via marktwerking of door overheidsingrijpen als de markt niet goed werkt. Hij wordt gedefinieerd als een minimumpakket elektronische-communicatiediensten van gespecificeerde kwaliteit voor alle eindgebruikers, voor alle redelijke aanvragen en tegen een betaalbare prijs, onafhankelijk van de geografische locatie.